onderzoek
Korte Protocollen
(Bachelor GNK – Nijmegen)
,Inhoudsopgave
Hoofd- en halsonderzoek ..................................................................................................... 3
Hoofd en hals (kort)........................................................................................................... 7
Onderzoek Thorax (I,Pal,P,A) ............................................................................................... 10
Onderzoek Thorax (voor en achter gescheiden) .................................................................. 15
Thorax (ipalpa volgorde) (kort) ......................................................................................... 19
Thorax (voor en achter gescheiden) (kort) ....................................................................... 21
Onderzoek Abdomen .......................................................................................................... 23
Onderzoek Abdomen (kort) ............................................................................................. 29
Onderzoek mammae .......................................................................................................... 31
Onderzoek mammae (kort) ............................................................................................. 33
Onderzoek rectaal toucher ................................................................................................. 34
Rectaal toucher (kort) ..................................................................................................... 37
Onderzoek Bloeddruk ......................................................................................................... 38
Onderzoek palpatie arteriën ............................................................................................... 40
Algemeen onderzoek .......................................................................................................... 41
Onderzoek wervelkolom ..................................................................................................... 43
Onderzoek wervelkolom (KORT) ...................................................................................... 48
Neurologisch onderzoek..................................................................................................... 50
Neurologisch onderzoek (kort) ....................................................................................... 68
Protocol heup ..................................................................................................................... 71
Protocol heup (kort) ........................................................................................................ 79
Protocol Knie ...................................................................................................................... 81
Protocol Knie (kort) ......................................................................................................... 89
Protocol voet, enkel............................................................................................................ 91
Protocol voet, enkel (kort) ............................................................................................... 99
Protocol Schouder............................................................................................................ 102
Protocol Schouder (kort) ............................................................................................... 107
Protocol Elleboog ............................................................................................................. 110
Protocol Elleboog (kort) ................................................................................................ 114
Protocol Pols & Hand ........................................................................................................ 116
Protocol Pols & Hand (kort) ........................................................................................... 123
,Hoofd- en halsonderzoek
Voor extra info: boek fysische diagnostiek van de jongh et al, hoofdstukken 9 tot/met 14.
1. Voorstellen
Naam + functie + wat ga je doen + wat verwacht je van Pt.
a. Laat pt zitten. Liefst op kruk… zodat je ook rondom pt kan bewegen.
b. Laat sieraden af doen (ketting, oorbellen…)
c. Ontkleed bovenlichaam, hemdje is oke.
2. Handen desinfecteren
3. Inspectie hoofd (schedel/gelaat)
a. Algemene indruk
I. Vorm, verhouding, stand, symmetrie
II. Uitdrukking
III. ACIDOT: anemie, cyanose, icterus, dyspneu, oedeem, turgor
b. Huid
I. Kleur
II. Littekens, wondjes
III. Zwellingen
–
c. Behaarde hoofdhuid
d. Palpatie schedel (achter pt)
I. Pijn?
e. Haar
f. Achter de oren
g. Ogen
I. Algemene inspectie
– Oogleden: symmetrie, oedeem, huidafwijking
– Ooglidspleet: vorm, grootte, symmetrie
– Cornea (hoornvlies): doorzichtig & Sclera (oogwit): kleur, afscheiding
– Pupil: grootte bdz symmetrie, vorm
– Conjuctiva (slijmvlies op en onder oog): kleur,…
, Kijk door met duim ooglid naar beneden houden en vraag pt om omhoog te
kijken. En naar links en rechts.
II. Oogstand
zorg dat hoofd pt recht, ga voor pt zitten. Schijn lampje en kijk of reflectie in
beide pupillen gelijk. (laat pt langs me heen kijken… ?)
III. Oogvolgbewegingen
maak een beweging met je vinger langzaam en zorg dat pt hoofd stil houdt en
alleen met ogen volgt. Maak beweging van links naar rechts en beide kanten
omhoog en omlaag.
IV. Pupilreactie bdz. (directe & indirecte)
Maak kamer schemerdonker. Doe 1 hand voor 1 of tussen beide ogen in. en bij
andere oog vraag pt om langs mij heen te kijken. Beweeg lampje van links naar
rechts of andersom langs t oog. Doe dit ook bij andere oog.
(door kruising in oogzenuwen moeten beide ogen pupil vernauwing laten zien als
er in 1 oog geschenen wordt.)
Indirecte reflex: als in oog 1 geschenen en oog 2 ook pupil vernauwt
Direct: als in oog waar in geschenen wordt het pupil vernauwt.
h. Oren (palpatie op indicatie)
I. Inspecteer uitwendig oor en gehoorgang mbv lampje
i. Neus
I. Inspectie ff snel bekijken
II. Palpatie (zwelling, pijn)
III. Hierna dieper onderzoek zoals bij 4:
IV. (doorlaatbaarheid neus… 1 dicht ander blazen/ ophalen en andersom)
4. Onderzoek neus en sinussen
a. Kijk in de neus
– Hoofd iets naar achter kantelen 45 graden, houd neus vast en gebruik een
lampje.
II. Stand van neusseptum?
b. Beklop sinus frontalis en maxilaris bdz. (op indicatie)
– Let op pijn?
– Andere sinussen zitten te diep…
5. Inspectie mond(holte)
a. Lippen