GZW1024 Gezondheid, Voeding en Bewegen
Uitgewerkte taken en colleges
Jaar 1 Gezondheidswetenschappen/Health Sciences
Academisch jaar 2019-2020
,Inhoud
Taken 3
Colleges 89
2
,Taken
Taak 1
Probleemstelling: wat is de evolutie van voedsel verzamelen?
Leerdoelen:
1. Werk de tabel uit.
Zie blokboek.
2. Hoe is ons eetgedrag veranderd? Hoe komt het dat ons eetgedrag
veranderd is?
Jagen-verzamelen: een compleet systeem, dat bestond uit vier essentiële
elementen:
- plantaardig voedsel verzamelen;
- jagen voor vlees;
- intensieve samenwerking;
- verwerking van voedsel: toegang krijgen tot beschermde delen van de plant
die rijk aan voedingswaarde zijn. Voorbeelden van bescherming zijn: onder de
grond (knollen), harde schil (noten) of door giftige stoffen omgeven (bessen
en wortels).
Ook honing was een belangrijke voedselbron voor jager-verzamelaars (zoet, rijk
aan calorieën), maar moeilijk en gevaarlijk te verkrijgen.
Vroegere Homo in Afrika → plantaardig voedsel rond de 70% van de maaltijd;
- voordelen: relatieve overvloed, met zekerheid te bepalen waar en slaan niet
op de vlucht;
- nadelen: veel onverteerbare vezels en lage voedingswaarde → lastig zoveel
voedsel te vinden om in leven te blijven en voort te planten.
Vooral (zwangere, borstvoedende) moeders hadden een gebrek aan calorieën →
tekort moet opgevuld worden, onder andere door vlees: dit werd ongeveer 1/3e van
het dieet;
- vlees is rijk aan voedingsstoffen en bevat belangrijke eiwitten en vetten;
- begin vlees eten ook begin verdeling van arbeid waarbij vrouwen vooral
verzamelden en mannen daarnaast joegen;
- jager-verzamelaars deelden voedsel (in tegenstelling tot chimpansees) met
partners en kinderen, maar ook met de groep.
Het plantenvoedsel was taai om op te kauwen en onaangenaam om te verteren,
omdat het heel vezelrijk was. Jager-verzamelaars hadden korte, vlakke tanden
waardoor het kauwen van rauw vlees niet makkelijk was. De oplossing hiervoor was
om het eten te bewerken met bijvoorbeeld stenen gereedschappen. Ook planten
werden bewerkt, waardoor de celwanden en onverteerbare vezels afbraken en deze
makkelijker te kauwen waren. Voedsel dat in kleine stukken is gesneden wordt
efficiënter verteerd, waardoor de hoeveelheid calorieën steeg.
3
, Renjacht: jager jaagt een zoogdier midden overdag bij de kudde vandaan, laat deze
galopperen en dan verstoppen, waarna het dier uitrust om hijgend het lichaam af te
laten koelen; de jager jaagt het dier, voordat deze goed heeft kunnen afkoelen weer
op. Dit herhaalt zich totdat het dier zo oververhit is dat het door zijn poten zakt.
Hiervoor moet de jager lang afwisselend kunnen lopen en rennen en voldoende
water beschikbaar hebben.
Sinds uitvinding pijl-en-boog en andere hulpmiddelen wordt renjacht niet meer
gebruikt.
Later sedentaire revolutie: vaste woonplek, veel boeren.
Vervolgens industriële revolutie, waarbij voedselproducenten hebben uitgezocht
hoe ze zo goedkoop en efficiënt mogelijk vet, zetmeel, suiker en zout kunnen maken
→ goedkoop, calorierijk eten (industrieel bereid voedsel).
Bron: Lieberman
3. Wat zijn de unieke eigenschappen van de mens? Verschil met andere
plaatjes.
Mensen zijn langeafstandslopers;
- adaptaties:
- lange benen → met lange benen lopen is minder inspannend, maar
klimmen is wel moeilijker;
- voeten → volledig ontwikkelde boog, platte voet;
- grotere botten en gewrichten in benen → verminderen spanning en
voorkomen stressfracturen en schade aan het kraakbeen;
- grotere heup-, knie- en enkelgewrichten → verminderen spanning.
- jager-verzamelaars hebben vroeger ook grote afstanden afgelegd;
- chimpanzees lopen minder.
Andere uitdaging: lopen in tropische warmte en brandende zon. Oplossing:
- tweevoetigheid: rechtop lopen → alleen hoofd en schouders in de zon;
- grotere lichaamslengte en langere ledematen → oprekken lichaam waardoor
er meer gezweet kan worden en het lichaam afkoelt.
Lang lopen in warme, droge omstandigheden → uitstekende neus:
- regulering lichaamstemperatuur: door het inademen ontstaat turbulentie, die
het vermogen versterkt om de lucht te bevochtigen; bij uitademing zorgt
dezelfde turbulentie ervoor dat het vocht wordt vastgehouden.
Renjacht (zie leerdoel 2)/hardlopen → adaptaties:
- vermogen om af te koelen door te zweten in plaats van hijgen (zweetklieren
en gebrek aan vacht);
- tientallen adaptaties waardoor we onze benen als enorme springveren
kunnen gebruiken, waarbij energie efficiënt op wordt geslagen en vrij wordt
4
Uitgewerkte taken en colleges
Jaar 1 Gezondheidswetenschappen/Health Sciences
Academisch jaar 2019-2020
,Inhoud
Taken 3
Colleges 89
2
,Taken
Taak 1
Probleemstelling: wat is de evolutie van voedsel verzamelen?
Leerdoelen:
1. Werk de tabel uit.
Zie blokboek.
2. Hoe is ons eetgedrag veranderd? Hoe komt het dat ons eetgedrag
veranderd is?
Jagen-verzamelen: een compleet systeem, dat bestond uit vier essentiële
elementen:
- plantaardig voedsel verzamelen;
- jagen voor vlees;
- intensieve samenwerking;
- verwerking van voedsel: toegang krijgen tot beschermde delen van de plant
die rijk aan voedingswaarde zijn. Voorbeelden van bescherming zijn: onder de
grond (knollen), harde schil (noten) of door giftige stoffen omgeven (bessen
en wortels).
Ook honing was een belangrijke voedselbron voor jager-verzamelaars (zoet, rijk
aan calorieën), maar moeilijk en gevaarlijk te verkrijgen.
Vroegere Homo in Afrika → plantaardig voedsel rond de 70% van de maaltijd;
- voordelen: relatieve overvloed, met zekerheid te bepalen waar en slaan niet
op de vlucht;
- nadelen: veel onverteerbare vezels en lage voedingswaarde → lastig zoveel
voedsel te vinden om in leven te blijven en voort te planten.
Vooral (zwangere, borstvoedende) moeders hadden een gebrek aan calorieën →
tekort moet opgevuld worden, onder andere door vlees: dit werd ongeveer 1/3e van
het dieet;
- vlees is rijk aan voedingsstoffen en bevat belangrijke eiwitten en vetten;
- begin vlees eten ook begin verdeling van arbeid waarbij vrouwen vooral
verzamelden en mannen daarnaast joegen;
- jager-verzamelaars deelden voedsel (in tegenstelling tot chimpansees) met
partners en kinderen, maar ook met de groep.
Het plantenvoedsel was taai om op te kauwen en onaangenaam om te verteren,
omdat het heel vezelrijk was. Jager-verzamelaars hadden korte, vlakke tanden
waardoor het kauwen van rauw vlees niet makkelijk was. De oplossing hiervoor was
om het eten te bewerken met bijvoorbeeld stenen gereedschappen. Ook planten
werden bewerkt, waardoor de celwanden en onverteerbare vezels afbraken en deze
makkelijker te kauwen waren. Voedsel dat in kleine stukken is gesneden wordt
efficiënter verteerd, waardoor de hoeveelheid calorieën steeg.
3
, Renjacht: jager jaagt een zoogdier midden overdag bij de kudde vandaan, laat deze
galopperen en dan verstoppen, waarna het dier uitrust om hijgend het lichaam af te
laten koelen; de jager jaagt het dier, voordat deze goed heeft kunnen afkoelen weer
op. Dit herhaalt zich totdat het dier zo oververhit is dat het door zijn poten zakt.
Hiervoor moet de jager lang afwisselend kunnen lopen en rennen en voldoende
water beschikbaar hebben.
Sinds uitvinding pijl-en-boog en andere hulpmiddelen wordt renjacht niet meer
gebruikt.
Later sedentaire revolutie: vaste woonplek, veel boeren.
Vervolgens industriële revolutie, waarbij voedselproducenten hebben uitgezocht
hoe ze zo goedkoop en efficiënt mogelijk vet, zetmeel, suiker en zout kunnen maken
→ goedkoop, calorierijk eten (industrieel bereid voedsel).
Bron: Lieberman
3. Wat zijn de unieke eigenschappen van de mens? Verschil met andere
plaatjes.
Mensen zijn langeafstandslopers;
- adaptaties:
- lange benen → met lange benen lopen is minder inspannend, maar
klimmen is wel moeilijker;
- voeten → volledig ontwikkelde boog, platte voet;
- grotere botten en gewrichten in benen → verminderen spanning en
voorkomen stressfracturen en schade aan het kraakbeen;
- grotere heup-, knie- en enkelgewrichten → verminderen spanning.
- jager-verzamelaars hebben vroeger ook grote afstanden afgelegd;
- chimpanzees lopen minder.
Andere uitdaging: lopen in tropische warmte en brandende zon. Oplossing:
- tweevoetigheid: rechtop lopen → alleen hoofd en schouders in de zon;
- grotere lichaamslengte en langere ledematen → oprekken lichaam waardoor
er meer gezweet kan worden en het lichaam afkoelt.
Lang lopen in warme, droge omstandigheden → uitstekende neus:
- regulering lichaamstemperatuur: door het inademen ontstaat turbulentie, die
het vermogen versterkt om de lucht te bevochtigen; bij uitademing zorgt
dezelfde turbulentie ervoor dat het vocht wordt vastgehouden.
Renjacht (zie leerdoel 2)/hardlopen → adaptaties:
- vermogen om af te koelen door te zweten in plaats van hijgen (zweetklieren
en gebrek aan vacht);
- tientallen adaptaties waardoor we onze benen als enorme springveren
kunnen gebruiken, waarbij energie efficiënt op wordt geslagen en vrij wordt
4