KR Acute Hoofdpijn
= Hoofdpijn die acuut ontstaat (< 5 dagen), niet traumatisch, migraine is 7e ‘disabler’ van de WHO
wegens de grote impact op de QoL.
o 34 % v.d. bevolking heeft de afgelopen 2 weken hoofdpijnklachten gehad
o 16 % heeft chronisch ernstige hoofdpijn of migraine te hebben
o 4 % heeft chronisch dagelijkse hoofdpijn en 1 % medicatieovergebruikshoofdpijn
o 95% van de mensen met hoofdpijn gaat er niet voor naar de dokter
Gegevens uitvragen
Aard:
• Stekend, scherp, pulserend → clusterhoofdpijn, trigeminusneuralgie, SAB
• Drukkend, bandvormig → spanningshoofdpijn
• Bonzend, kloppend → migraine, hypertensieve crisis
• Splijtende pijn → dissectie a. carotis
• Explosief begin ("worst headache of my life") → SAB
• Aanvalsgewijs met vegetatieve symptomen (tranen, neusloop) → clusterhoofdpijn
Locatie:
• Voorhoofd → spanningshoofdpijn, sinusitis
• Unilateraal retro-orbitaal → clusterhoofdpijn, trigeminusneuralgie
• Unilateraal temporaal/frontaal → migraine, arteriitis temporalis
• Bilateraal bandvormig rondom het hoofd → spanningshoofdpijn
• Occipitaal / nekregio → hypertensie, meningitis, dissectie carotis
• Diffuse pijn → virale infectie, spanningshoofdpijn
• Lokaal bij palperen a. temporalis → arteriitis temporalis
Tijdsbeloop:
• Acuut, heftig binnen seconden/minuten → SAB, dissectie, cluster
• Acuut, nieuw → cerebrovasculaire accidenten, hersentumoren, clusterhoofdpijn,
• Subacuut (uren tot dagen) → migraine, infectie
• Chronisch recidiverend → spanningshoofdpijn, migraine, medicatieovergebruikshoofdpijn
• Progressieve toename → hersentumor, verhoogde intracraniële druk
,Intensiteit:
• Zeer hevig → SAB, clusterhoofdpijn
• Matig tot ernstig → migraine
• Licht tot matig → spanningshoofdpijn
Overige klachten:
• Koorts, nekstijfheid, fotofobie → meningitis
• Braken zonder misselijkheid vooraf → verhoogde intracraniële druk (bijv. tumor)
• Visusstoornissen (aura, wazig zien) → migraine, arteriitis temporalis
• Temporale gevoeligheid en kaakclaudicatio → arteriitis temporalis
• Aura (scotomen, spraakstoornissen) → migraine met aura
• Verwardheid, insulten → encefalitis, SAB
• Vegetatieve symptomen (tranen, neusloop) → clusterhoofdpijn
• Verergering bij hoesten, persen of liggen → verhoogde intracraniële druk
• Vragen naar de hoeveelheid hinder die iemand ervaart!
Voorgeschiedenis:
• Eerdere hoofdpijn-episodes → migraine, spanningshoofdpijn
• Vasculaire voorgeschiedenis → dissectie, CVA
• Immuunstoornissen/ >50 jaar → arteriitis temporalis
• Gebruik antistolling → SAB
• Medicatiegebruik → medicatieovergebruikshoofdpijn
• FA → eerstegraads familielid met migraine met aura geeft sterk verhoogde kans op migraine!
Tractusvragen:
• Neurologisch: krachtsverlies, dubbelzien, sensibiliteitsstoornis, insult
• Psychisch: stress, spanningen, depressie
• Luchtwegen/koorts: sinusitis, meningitis
• Visusklachten: visusdaling, scotomen, aura
Alarmsymptomen (→ acuut beleid!):
• Nieuwe hoofdpijn boven de 50 jaar → tumor, arteriitis temporalis
• Eerste migraine aanval boven de 40 jaar → tumor
• Acute, zeer heftige pijn (CVA, subarachnoïdale bloeding)
• Neurologische afwijkingen en/of nekstijfheid (meningitis, tumor)
• Koorts en braken (meningitis)
• Persoonlijkheidsveranderingen, ochtendbraken, ’s nachts wakker van pijn (hersentumor)
• Ouderen met pijn in de temporaal-streek (arteriitis temporalis)
• Toenemende hoofdpijn na een ongeval (sub- of epiduraal hematoom)
• Zwangerschap en onbekende hoofdpijn (pre-eclampsie)
• Plotselinge, zeer hevige hoofdpijn ("knallende hoofdpijn") → SAB
• Epileptisch insult bij eerste hoofdpijnaanval → massa-effect, encefalitis
• Hoofdpijn verergerd door hoesten/peren/liggen → verhoogde intracraniële druk
,Differentiaaldiagnose (DD)
Structuren die hoofdpijn veroorzaken:
o Binnen de schedel: de grote arteriën, de veneuze sinussen, de hersenvliezen;
o Buiten de schedel: het periost, de spieren, de fascie, de grote bloedvaten, de neusbijholten,
kaakgewricht, de ogen en het gebit.
1. Primaire hoofdpijn:
o Migraine (v)
o Spanningshoofdpijn (v)
o Clusterhoofdpijn (z)
2. Secundaire hoofdpijn:
o Medicatie-overgebruik (s)
o Meningitis/encefalitis (z)
o Subarachnoïdale bloeding (SAB) (z)
o Hypertensieve crisis (z)
o Arteriitis temporalis (z)
o Hersentumor (z)
o Trauma: subdurale bloeding of postcommotioneel syndroom (hoofdpijn tot maanden erna)
o Metabole aandoening: hypoxie, hypercapnie, hypoglykemie of nierdialyse
Overige hoofdpijn:
o Nek: cervicogene hoofdpijn (z) = verergering bij hoofdbeweging
o Ogen: hypermetropie (v, kinderen), glaucoom = zeer heftige pijn in het oog zelf, diffuse
pericorneale roodheid en een matig wijde, lichtstijve pupil
o Oren: otitis media/externa, barotrauma, eustachiusbuis-dysfunctie, ménière
o Neus: neuspoliep en allergische rhinitis
o Sinussen: bovenste luchtweginfecties (v) en sinusitis (s)
o Tanden: tandabces, tandenknarsen
o Kaakgewrichtsaandoeningen
Diagnostiek
Lichamelijk onderzoek (draagt weinig bij aan de diagnose):
• Bloeddrukmeting: hypertensieve crisis
• Bewustzijnstoestand, EMV-score
• Koorts, nekstijfheid (Brudzinski, Kernig)
• Oogbewegingen, visus, pupillen (pupilverschil bij glaucoom)
• Neurologisch onderzoek: reflexen, kracht, sensibiliteit, coördinatie
• Palpatie a. temporalis
• Nekspieren palperen: niet zinvol > geen relatie tussen spanningshoofdpijn en de spiertonus
Aanvullend onderzoek:
• BSE, CRP, leukocyten: arteriitis temporalis, infecties
• Temporalissbiopt: arteriitis temporalis
• Röntgenonderzoek: bij trauma geïndiceerd
• Lumbaal punctie: bij verdenking SAB (als CT negatief <6u) of meningitis
, CT/MRI geïndiceerd bij:
o Atypische hoofdpijnpatronen of recente verandering in het hoofdpijnpatroon;
o Herhaalde, steeds aan dezelfde zijde optredende neurologische auraverschijnselen;
o Epilepsie in de vg;
o Focale neurologische symptomen of neurologische afwijkingen bij het lichamelijk
onderzoek.
Belangrijke aandoeningen
1. Migraine (v)
o Neurovasculaire hoofdpijn door een veranderde bloeddoorstroming.
o Pulserend (unilaterale) heftige hoofdpijn, i.c.m. foto- of fonofobie, misselijk, 15% is
met aura (60 min), 4-72 uur, rust helpt
o Begint rond puberteit; stijging van incidentie tot 40e levensjaar, erna een daling
o GEEN relatie met stress
2. Spanningshoofdpijn (v)
o GEEN relatie met stress en/of tonus- verhoging in hoofd- en nekspieren
o Wel verhoogde gevoeligheid van de schedelmusculatuur en peesaanhechtingen
o Verband met migraine: spanningshoofdpijn aan de buitenkant en migraine aan de
binnenkant van de schedel
o Vooral vrouwen, het meest tussen de 15 en 65 jaar
o Drukkende/klemmende matig ernstige pijn gedurende minuten-dagen, i.c.m. foto- of
fonofobie, pijn wordt niet erger bij inspanning, GEEN misselijkheid of braken
o Moeheid, slecht slapen en concentratieproblemen
3. Clusterhoofdpijn (z)
o Structurele afwijkingen van de grijze stof van de hypothalamus > circadiaanse
ontregeling
o Aanvalsgewijs optredende, zeer hevige, eenzijdige (altijd zelfde zijde) hoofdpijn rond
het oog en temporaal
o Ipsilateraal een tranend rood oog, ptosis, miosis en een loopneus
o De aanvallen in clusters van enkele weken, 1 aanval duurt 15 min - 3 uur, frequentie
van 1x per 2 dagen tot 8x per dag, vaak ’s nachts.
o 75% is mannen
§ Vrouwelijke vorm: paroxismale hemicrania
4. Medicatie-overgebruik (s)
o Door gebruik van analgetica, NSAID’s, specifieke antimigrainemiddelen,
coffeïnehoudende consumpties
o Aantal dagen van inname van belang, niet de hoeveelheid tabletten
o Staken van medicatie: reboundfenomeen op; later verdwijnt de hoofdpijn
o Maximaal toegestane hoeveelheden medicatie bij hoofdpijn per maand:
§ Pijnstillers/NSAIDs op < 15 dagen
§ Triptanen en combinatiepijnstillers (tramadol-paracetamol) < 10 dagen
§ Koffie en coffeïnebevattende frisdranken max. 5 koppen per dag
= Hoofdpijn die acuut ontstaat (< 5 dagen), niet traumatisch, migraine is 7e ‘disabler’ van de WHO
wegens de grote impact op de QoL.
o 34 % v.d. bevolking heeft de afgelopen 2 weken hoofdpijnklachten gehad
o 16 % heeft chronisch ernstige hoofdpijn of migraine te hebben
o 4 % heeft chronisch dagelijkse hoofdpijn en 1 % medicatieovergebruikshoofdpijn
o 95% van de mensen met hoofdpijn gaat er niet voor naar de dokter
Gegevens uitvragen
Aard:
• Stekend, scherp, pulserend → clusterhoofdpijn, trigeminusneuralgie, SAB
• Drukkend, bandvormig → spanningshoofdpijn
• Bonzend, kloppend → migraine, hypertensieve crisis
• Splijtende pijn → dissectie a. carotis
• Explosief begin ("worst headache of my life") → SAB
• Aanvalsgewijs met vegetatieve symptomen (tranen, neusloop) → clusterhoofdpijn
Locatie:
• Voorhoofd → spanningshoofdpijn, sinusitis
• Unilateraal retro-orbitaal → clusterhoofdpijn, trigeminusneuralgie
• Unilateraal temporaal/frontaal → migraine, arteriitis temporalis
• Bilateraal bandvormig rondom het hoofd → spanningshoofdpijn
• Occipitaal / nekregio → hypertensie, meningitis, dissectie carotis
• Diffuse pijn → virale infectie, spanningshoofdpijn
• Lokaal bij palperen a. temporalis → arteriitis temporalis
Tijdsbeloop:
• Acuut, heftig binnen seconden/minuten → SAB, dissectie, cluster
• Acuut, nieuw → cerebrovasculaire accidenten, hersentumoren, clusterhoofdpijn,
• Subacuut (uren tot dagen) → migraine, infectie
• Chronisch recidiverend → spanningshoofdpijn, migraine, medicatieovergebruikshoofdpijn
• Progressieve toename → hersentumor, verhoogde intracraniële druk
,Intensiteit:
• Zeer hevig → SAB, clusterhoofdpijn
• Matig tot ernstig → migraine
• Licht tot matig → spanningshoofdpijn
Overige klachten:
• Koorts, nekstijfheid, fotofobie → meningitis
• Braken zonder misselijkheid vooraf → verhoogde intracraniële druk (bijv. tumor)
• Visusstoornissen (aura, wazig zien) → migraine, arteriitis temporalis
• Temporale gevoeligheid en kaakclaudicatio → arteriitis temporalis
• Aura (scotomen, spraakstoornissen) → migraine met aura
• Verwardheid, insulten → encefalitis, SAB
• Vegetatieve symptomen (tranen, neusloop) → clusterhoofdpijn
• Verergering bij hoesten, persen of liggen → verhoogde intracraniële druk
• Vragen naar de hoeveelheid hinder die iemand ervaart!
Voorgeschiedenis:
• Eerdere hoofdpijn-episodes → migraine, spanningshoofdpijn
• Vasculaire voorgeschiedenis → dissectie, CVA
• Immuunstoornissen/ >50 jaar → arteriitis temporalis
• Gebruik antistolling → SAB
• Medicatiegebruik → medicatieovergebruikshoofdpijn
• FA → eerstegraads familielid met migraine met aura geeft sterk verhoogde kans op migraine!
Tractusvragen:
• Neurologisch: krachtsverlies, dubbelzien, sensibiliteitsstoornis, insult
• Psychisch: stress, spanningen, depressie
• Luchtwegen/koorts: sinusitis, meningitis
• Visusklachten: visusdaling, scotomen, aura
Alarmsymptomen (→ acuut beleid!):
• Nieuwe hoofdpijn boven de 50 jaar → tumor, arteriitis temporalis
• Eerste migraine aanval boven de 40 jaar → tumor
• Acute, zeer heftige pijn (CVA, subarachnoïdale bloeding)
• Neurologische afwijkingen en/of nekstijfheid (meningitis, tumor)
• Koorts en braken (meningitis)
• Persoonlijkheidsveranderingen, ochtendbraken, ’s nachts wakker van pijn (hersentumor)
• Ouderen met pijn in de temporaal-streek (arteriitis temporalis)
• Toenemende hoofdpijn na een ongeval (sub- of epiduraal hematoom)
• Zwangerschap en onbekende hoofdpijn (pre-eclampsie)
• Plotselinge, zeer hevige hoofdpijn ("knallende hoofdpijn") → SAB
• Epileptisch insult bij eerste hoofdpijnaanval → massa-effect, encefalitis
• Hoofdpijn verergerd door hoesten/peren/liggen → verhoogde intracraniële druk
,Differentiaaldiagnose (DD)
Structuren die hoofdpijn veroorzaken:
o Binnen de schedel: de grote arteriën, de veneuze sinussen, de hersenvliezen;
o Buiten de schedel: het periost, de spieren, de fascie, de grote bloedvaten, de neusbijholten,
kaakgewricht, de ogen en het gebit.
1. Primaire hoofdpijn:
o Migraine (v)
o Spanningshoofdpijn (v)
o Clusterhoofdpijn (z)
2. Secundaire hoofdpijn:
o Medicatie-overgebruik (s)
o Meningitis/encefalitis (z)
o Subarachnoïdale bloeding (SAB) (z)
o Hypertensieve crisis (z)
o Arteriitis temporalis (z)
o Hersentumor (z)
o Trauma: subdurale bloeding of postcommotioneel syndroom (hoofdpijn tot maanden erna)
o Metabole aandoening: hypoxie, hypercapnie, hypoglykemie of nierdialyse
Overige hoofdpijn:
o Nek: cervicogene hoofdpijn (z) = verergering bij hoofdbeweging
o Ogen: hypermetropie (v, kinderen), glaucoom = zeer heftige pijn in het oog zelf, diffuse
pericorneale roodheid en een matig wijde, lichtstijve pupil
o Oren: otitis media/externa, barotrauma, eustachiusbuis-dysfunctie, ménière
o Neus: neuspoliep en allergische rhinitis
o Sinussen: bovenste luchtweginfecties (v) en sinusitis (s)
o Tanden: tandabces, tandenknarsen
o Kaakgewrichtsaandoeningen
Diagnostiek
Lichamelijk onderzoek (draagt weinig bij aan de diagnose):
• Bloeddrukmeting: hypertensieve crisis
• Bewustzijnstoestand, EMV-score
• Koorts, nekstijfheid (Brudzinski, Kernig)
• Oogbewegingen, visus, pupillen (pupilverschil bij glaucoom)
• Neurologisch onderzoek: reflexen, kracht, sensibiliteit, coördinatie
• Palpatie a. temporalis
• Nekspieren palperen: niet zinvol > geen relatie tussen spanningshoofdpijn en de spiertonus
Aanvullend onderzoek:
• BSE, CRP, leukocyten: arteriitis temporalis, infecties
• Temporalissbiopt: arteriitis temporalis
• Röntgenonderzoek: bij trauma geïndiceerd
• Lumbaal punctie: bij verdenking SAB (als CT negatief <6u) of meningitis
, CT/MRI geïndiceerd bij:
o Atypische hoofdpijnpatronen of recente verandering in het hoofdpijnpatroon;
o Herhaalde, steeds aan dezelfde zijde optredende neurologische auraverschijnselen;
o Epilepsie in de vg;
o Focale neurologische symptomen of neurologische afwijkingen bij het lichamelijk
onderzoek.
Belangrijke aandoeningen
1. Migraine (v)
o Neurovasculaire hoofdpijn door een veranderde bloeddoorstroming.
o Pulserend (unilaterale) heftige hoofdpijn, i.c.m. foto- of fonofobie, misselijk, 15% is
met aura (60 min), 4-72 uur, rust helpt
o Begint rond puberteit; stijging van incidentie tot 40e levensjaar, erna een daling
o GEEN relatie met stress
2. Spanningshoofdpijn (v)
o GEEN relatie met stress en/of tonus- verhoging in hoofd- en nekspieren
o Wel verhoogde gevoeligheid van de schedelmusculatuur en peesaanhechtingen
o Verband met migraine: spanningshoofdpijn aan de buitenkant en migraine aan de
binnenkant van de schedel
o Vooral vrouwen, het meest tussen de 15 en 65 jaar
o Drukkende/klemmende matig ernstige pijn gedurende minuten-dagen, i.c.m. foto- of
fonofobie, pijn wordt niet erger bij inspanning, GEEN misselijkheid of braken
o Moeheid, slecht slapen en concentratieproblemen
3. Clusterhoofdpijn (z)
o Structurele afwijkingen van de grijze stof van de hypothalamus > circadiaanse
ontregeling
o Aanvalsgewijs optredende, zeer hevige, eenzijdige (altijd zelfde zijde) hoofdpijn rond
het oog en temporaal
o Ipsilateraal een tranend rood oog, ptosis, miosis en een loopneus
o De aanvallen in clusters van enkele weken, 1 aanval duurt 15 min - 3 uur, frequentie
van 1x per 2 dagen tot 8x per dag, vaak ’s nachts.
o 75% is mannen
§ Vrouwelijke vorm: paroxismale hemicrania
4. Medicatie-overgebruik (s)
o Door gebruik van analgetica, NSAID’s, specifieke antimigrainemiddelen,
coffeïnehoudende consumpties
o Aantal dagen van inname van belang, niet de hoeveelheid tabletten
o Staken van medicatie: reboundfenomeen op; later verdwijnt de hoofdpijn
o Maximaal toegestane hoeveelheden medicatie bij hoofdpijn per maand:
§ Pijnstillers/NSAIDs op < 15 dagen
§ Triptanen en combinatiepijnstillers (tramadol-paracetamol) < 10 dagen
§ Koffie en coffeïnebevattende frisdranken max. 5 koppen per dag