Rechten en plichten hangen samen met normen en waarden in de maatschappij.
Afspraken moeten bijvoorbeeld nagekomen worden
Je mag een ander geen schade toebrengen
↳ Rechtsregels
Recht:
Doelmatige ordening samenleving
Spelregels gedragingen onderling
Recht stuurt burger
Pas als regels algemeen als rechtsregels worden aanvaard en vastgesteld is er pas sprake van recht.
↳ Rechtsbronnen
1. Wet en regelgeving
2. Jurisprudentie -> uitspraak rechter; vonnis, uitspraak, arrest
3. De gewoonte -> motie wantrouwen
4. Verdragen ->
Direct: iedereen kan hier direct beroep op doen. EVRM (Bescherming rechten mens)
Indirect
1. Wet en regelgeving als rechtsbron
Europese verordeningen en richtlijnen
Wetten
Koninklijk besluit
Ministeriële regeling
Provinciale verordening
Gemeentelijke Verordening
2. Bij jurisprudentie vullen rechters de rechten en aan en wordt dit ook wel rechtersrecht
genoemd. Een rechter bestudeert het recht en bepaalt wat in zijn recht is.
, 3. Ontstaan in de loop vd tijd door het gebruik ervan.
4. Verdrag -> afspraken tussen staten die op schrift zijn vastgelegd. Deze gelden in staten die
partij zijn bij het verdrag.
↳ er moet sprake zijn van ratificatie; mee akkoord gaan.
1.2
Wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid.
Overheid - Eerste en Tweede kamer -> Staten Generaal
Ook lagere overheden; gemeenteraad, provinciale staten en minister kunnen regels
vaststellen.
De hoogste wetgever is; Staten Generaal + regering. Als zij samen instemmen komt een wet tot
stand.
In lagere regelgeving komt ‘’wet’’ niet voor. Een regeling afkomstig van de regering zonder Staten
Generaal -> Koninklijk Besluit (KB).
↳ De regering houdt zich niet alleen bezig met regels, er zijn ook KB’s die geen regels
bevatten.
Indien een KB wel regels bevat -> Algemene maatregel van bestuur (amvb)
Ministeriële regeling = Regel afkomstig minister
Verordering = Regeling van de provinciale staten
NL is lid van de EU waarin regels worden vastgelegd die in heel Europa gelden -> Gemeenschap
Verordeningen- en richtlijnen.
1.3 Aard rechtsregels
1. Dwingend recht -> Rechtsregels waarvan niet mag worden afgeweken.
2. Semi dwingendrecht -> Rechtsregels geven partijen de mogelijkheid zelf dingen te regelen.
, 3. Aanvullend recht -> Regels die alleen gelden als specifieke afspraken ontbreken
Rangorde regels; hoog/laag
Verdragen
Gemeenschapsverorderingen en richtlijnen EU
Grondwet
Wetten
AMVB
Ministeriële regelingen en richtlijnen
Provinciale verordeningen
Gemeentelijke verordeningen
Objectief en subjectief recht:
Objectief -> Alle geldende regels. Alle rechten en plichten die in de rechtsbronnen zijn vastgelegd.
geldt voor iedereen.
VB: Iedereen die geen middelen heeft, heeft recht op bijstand.
Subjectief -> Rechten en plichten voor een persoon
VB: Recht op bijstand moet je aanvragen en je moet aan de voorwaarden voldoen. Als je aanvraag
wordt toegewezen is er sprake van subjectief recht.
Grondrechten:
Klassiek; burger t.o.v overheid
Sociaal; opdracht aan de overheid
Grondrechten moeten door de overheid en anderen gerespecteerd worden -> Vormen samenleving
Klassiek: Bepaalde vrijheid waar de overheid niks over te zeggen heeft.
Voor het maken van inbreuk op een grondrecht moet altijd een wettelijke grond bestaan. De rechter
oordeelt dan of de inbreuk rechtmatig is.
De sociale grondrechten (opdracht aan overheid) vormen feitelijk een opdracht voor de overheid om
ervoor te zorgen dat er in Nederland onder andere een goede gezondheidszorg is, voldoende woon-
en werkgelegenheid. Als de overheid hierin tekort schiet kunnen politieke middelen (zoals
demonstraties, acties, beïnvloeding Kamerleden) worden ingezet om de naleving van de sociale
grondrechten te bewerkstelligen.
Voor- en nadelen van het recht: