Beroepsopdracht 4A
Tom Boerdijk
500878321
Hans Bulthuis
Hogeschool van Amsterdam
Donderdag 13 april 2023
Faculteit: Onderwijs en opvoeding
Leraar geschiedenis tweedegraads
, Inhoudsopgave
- Kritische methode analyse op macroniveau Blz 2
- Kritische methode analyse op microniveau A Blz 4
- Kritische methode analyse op microniveau B Blz 5
- Constructive alignment lesmateriaal Blz 8
- Literatuurlijst Blz 11
- Bijlagen Blz 12
1
, Kritische methode analyse op macroniveau
1. Worden de eindtermen van het vak (tien tijdvakken, historische
denkwijzen) op een overzichtelijke wijze uitgewerkt?
Ik voer mijn methode analyse uit met de geschiedenismethode Memo van
Malmberg. Voor deze analyse gebruik ik een eerste klas vwo/gymnasium boek. Als
je het boek open slaat staat er op bladzijde vier al een overzicht van de
hoofdstukken en paragrafen inclusief namen. Bij deze inhoudsopgave staan ook
paragrafen die ingaan op historisch denken, toepassen van stof, verdiepen en
cultuur. Deze paragrafen zijn er voor elk hoofdstuk en kunnen gebruikt worden om
leerlingen te laten oefenen met historische denkwijze. Daarnaast staat in de
inhoudsopgave bij elk hoofdstuk een afbeelding van de bijbehorende tijd inclusief
naam van het tijdvak. Dit alles zorgt ervoor dat je bij de inhoudsopgave al een
duidelijk overzicht hebt van de tijdvakken en de historische denkwijzen die je kunt
oefenen in het boek. Daarnaast worden er van bladzijden 8 tot en met 11 de
vaardigheden van het historisch denken een voor een beschreven en toegelicht.
Daarbij zijn de vaardigheden ook nog eens verdeeld in categorieën.
2. Wat zijn sterke en zwakke punten van de methode?
Elke methode heeft natuurlijk zijn sterke en zwakke punten. Een van de weinige
zwakke punten van Memo (misschien zelfs het enige zwakke punt) zijn de te
uitgebreide hoofdstukken. Een hoofdstuk bestaat maar liefst uit acht paragrafen,
waarvan de helft toetsstof is. Doordat het zo uitgebreid is, sluit het niet aan op de
gemiddelde jaarplanning van een middelbare school. Zelf heb ik de andere vier
paragrafen (Historisch denken, toepassen, verdiepen en cultuur) nooit letterlijk in
een les gebruikt. Tevens heb ik mijn werkplekbegeleider dit ook nooit zien doen. Ook
de leerlingen zullen hier niet snel mee aan de slag gaan, want als het niet nodig is
voor de toets, waarom zou je het dan doen?
Een van de sterke punten van Memo is de indeling van een paragraaf. Elke
paragraaf begint met een beeldbron met tekst en daarbij een aantal introvragen om
de paragraaf te introduceren en voorkennis te testen. Vervolgens worden de
leerdoelen geïntroduceerd die bij de paragraaf horen waarna de leestekst komt met
tussenkopjes en bron die iets toevoegen aan de stof. Na de tekst zijn er
verwerkingsopdrachten waar uiteraard ook vragen bij zitten waarvoor je de gelezen
bronnen nodig hebt. Dit is een zeer goede indeling van een paragraaf, omdat het
eigenlijk allemaal lesfasen zijn van een les alleen dan in een paragraaf.
Een van de andere sterke punten van deze methode zijn de oriëntaties die aan het
begin staan van elk hoofdstuk om het hoofdstuk kort te introduceren. Hierbij zit ook
een globale tijdbalk, een beeldbron en kaarten met bijbehorende vragen.
2
Tom Boerdijk
500878321
Hans Bulthuis
Hogeschool van Amsterdam
Donderdag 13 april 2023
Faculteit: Onderwijs en opvoeding
Leraar geschiedenis tweedegraads
, Inhoudsopgave
- Kritische methode analyse op macroniveau Blz 2
- Kritische methode analyse op microniveau A Blz 4
- Kritische methode analyse op microniveau B Blz 5
- Constructive alignment lesmateriaal Blz 8
- Literatuurlijst Blz 11
- Bijlagen Blz 12
1
, Kritische methode analyse op macroniveau
1. Worden de eindtermen van het vak (tien tijdvakken, historische
denkwijzen) op een overzichtelijke wijze uitgewerkt?
Ik voer mijn methode analyse uit met de geschiedenismethode Memo van
Malmberg. Voor deze analyse gebruik ik een eerste klas vwo/gymnasium boek. Als
je het boek open slaat staat er op bladzijde vier al een overzicht van de
hoofdstukken en paragrafen inclusief namen. Bij deze inhoudsopgave staan ook
paragrafen die ingaan op historisch denken, toepassen van stof, verdiepen en
cultuur. Deze paragrafen zijn er voor elk hoofdstuk en kunnen gebruikt worden om
leerlingen te laten oefenen met historische denkwijze. Daarnaast staat in de
inhoudsopgave bij elk hoofdstuk een afbeelding van de bijbehorende tijd inclusief
naam van het tijdvak. Dit alles zorgt ervoor dat je bij de inhoudsopgave al een
duidelijk overzicht hebt van de tijdvakken en de historische denkwijzen die je kunt
oefenen in het boek. Daarnaast worden er van bladzijden 8 tot en met 11 de
vaardigheden van het historisch denken een voor een beschreven en toegelicht.
Daarbij zijn de vaardigheden ook nog eens verdeeld in categorieën.
2. Wat zijn sterke en zwakke punten van de methode?
Elke methode heeft natuurlijk zijn sterke en zwakke punten. Een van de weinige
zwakke punten van Memo (misschien zelfs het enige zwakke punt) zijn de te
uitgebreide hoofdstukken. Een hoofdstuk bestaat maar liefst uit acht paragrafen,
waarvan de helft toetsstof is. Doordat het zo uitgebreid is, sluit het niet aan op de
gemiddelde jaarplanning van een middelbare school. Zelf heb ik de andere vier
paragrafen (Historisch denken, toepassen, verdiepen en cultuur) nooit letterlijk in
een les gebruikt. Tevens heb ik mijn werkplekbegeleider dit ook nooit zien doen. Ook
de leerlingen zullen hier niet snel mee aan de slag gaan, want als het niet nodig is
voor de toets, waarom zou je het dan doen?
Een van de sterke punten van Memo is de indeling van een paragraaf. Elke
paragraaf begint met een beeldbron met tekst en daarbij een aantal introvragen om
de paragraaf te introduceren en voorkennis te testen. Vervolgens worden de
leerdoelen geïntroduceerd die bij de paragraaf horen waarna de leestekst komt met
tussenkopjes en bron die iets toevoegen aan de stof. Na de tekst zijn er
verwerkingsopdrachten waar uiteraard ook vragen bij zitten waarvoor je de gelezen
bronnen nodig hebt. Dit is een zeer goede indeling van een paragraaf, omdat het
eigenlijk allemaal lesfasen zijn van een les alleen dan in een paragraaf.
Een van de andere sterke punten van deze methode zijn de oriëntaties die aan het
begin staan van elk hoofdstuk om het hoofdstuk kort te introduceren. Hierbij zit ook
een globale tijdbalk, een beeldbron en kaarten met bijbehorende vragen.
2