CAMPUS 6
DEEL 2
Canon uitgelicht – over wereldlijk middeleeuws toneel
Middeleeuws toneel: religieus
Wereldlijk toneel: niet-religieus
Opdracht 2
Proloog opgedeeld in 3 delen:
• 1-7: gebed
• 8-29: korte inhoud: adele man is verliefd op hoofse vrouw (lagere stand), moeder niet mee opgezet
• 30-36: vraag om aandachIg te zijn en te zwijgen + aanprijzen stuk
Opdracht 3
• Lanseloet en Sanderijn verliefd, maar kunnen geen relaIe hebben door standenverschil
• Lanseloet: belooM Sandrijn veel (zoals duivel aan Marieke), opdringerig maar wil geen schande doen
• Sanderijn: niet naïf: ze wil geen minnares zijn, bewust van haar stand, houdt boot af = hoofs
• Natureingang: eglanIer (rose struik) = symbool hoofse liefde
Opdracht 4
• Moeder hamert op klassenbewustzijn
• Lanseloet hamert op kracht van liefde: overwint alles, klasse maakt niet uit, geeM niet af
• Moeder stelt voor: 1 keer gevoeg doen (= seks hebben, nu: naar toilet gaan), nadien dumpen
• Lanseloet verontwaardigd, maar gaat in op voorstel
o Moeder doet alsof hij heel ziek is en Sanderijn komt
o Hij verkracht haar en wendt zich nadien af van haar
• Sanderijn voelt zich beledigd, onteerd, verlaat het hof van Denemarken en trekt eropuit
o Wil niets meer met mannen te maken hebben -> ontmoet ridder
Opdracht 5
De allegorie = breed uitgewerkte vergelijking, vorm van beeldspraak met de ene metafoor na de andere
• Sandrijn stelt zichzelf voor als mooie boom in bloei / bloesem (= symbool vruchtbaarheid)
• Hooggeboren valk (= symbool adel, roofdier): Lanseloot plukt bloem af = maagdelijkheid afnemen
• Eén bloem à het is maar 1 keer gebeurd, nadien niet meer
• Vraagt of hij haar nog wel wil hebben
• Ridder hoofs: lief voor haar, het is maar één keer gebeurt, ze zwijgen erover
Einde
• Ridder en Sanderijn leven nog lang en gelukkig
• Lanseloet ongelukkig à stuurt iemand om Sandrijn te halen, maar ze weigert
• Lanseloet eindigt in de dood door liefdesverdriet = tragisch
Link Beatrijs:
• Natureingang
• Hoofse liefde
1