1
,HOOFDSTUK 13: Hypolipemiërende
farmaca
! Belangrijke groep binnen geneesmiddelen cardiovasculair systeem
Lipoproteïnetransport in het bloed
à Lipiden, met inbegrip van cholesterol en triglyceriden, worden in het plasma vervoerd als
lipoproteïnen. Binnen de lipoproteïnen worden er 4 klassen onderscheiden
– Chylomicronen
– VLDL
– LDL
– HDL
! Er zijn verschillende partikels lipoproteïnen in het bloed
- Gaande van lipoproteïnen met een hogere diameter
en lagere densiteit tot lipoproteïnen met een kleinere
diameter en hogere densiteit
Chylomicronen
2
, – Chylomicronen gaan triglyceriden (TG) en cholesterol vanuit gastro-intestinale-tractus (GIT)
naar de weefsels brengen
o TG + Cholesterol: GIT à Weefsels
– Lipoproteinenlipase gaat triglyceriden in de chylomicronen omzetten naar glycerol en vrije
vetzuren
o LPL: TG à glycerol + vrije vetzuren
– Vrije vetzuren worden dan gebracht naar spieren en vetweefsel
– Wat er overblijft van het chylomicron = chylomicron remnant, die nog heel wat cholesterol
esters (CE) bevat
o Remnants gaan naar de lever (opgenomen door hepatocyten)
o Dit kan opgestapeld worden als cholesterol, gebruikt worden in de gal (opgestapeld,
gesecreteerd, geoxideerd tot galzuren of opzich geoxideerd worden) of kan gebruikt
worden voor het maken van de VLDL partikels
Very Low Density Lipoproteins (VLDL)
– Bestaat uit cholesterolesters maar ook uit nieuw gesynthetiseerde triglyceriden
– Lipoproteïne lipase kan hier ook op inwerken à we krijgen vrije vetzuren en LDL
o Vrije vetzuren kunnen naar de weefsels gaan
o LDL à kan bv opgenomen worden in de vaatwand (atherosclerose)
Intermediate Density Lipoproteins (IDL)
Low Density Lipoproteins (LDL)
– Hoog gehalte aan cholesterol
– Deel opgenomen door de weefsels, maar ook deel door de lever via endocytose (via
specifieke LDL-receptoren)
– Er zijn mensen die minder of geen LDL-receptoren hebben en die kunnen dus heel hoge LDL
spiegels hebben
! LDL = slechte cholesterol, omdat LDL wordt opgenomen in de vaatwand en weefsels en zich
gaat daar opstapelen wat kan leiden tot pathologie (waaronder atherosclerose)
High Density Lipoproteins (HDL)
– Neemt cholesterol uit de weefsels en arteriën en kan dit verder brengen naar VLDL en LDL
partikels
! Goede cholesterol, want kan cholesterol uit de weefsels en vaatwand trekken
3
,Stoornissen in het lipidenmetabolisme (=dyslipidemie)
Onderscheid tussen primaire en secundaire dyslipidemie
– Primair
o Men onderscheid 6 fenotypes afhankelijk van welk type lipoproteïnepartikel is
gestegen
o Genetisch bepaald
– Secundair
o In aansluiting op een veralgemeende aandoening (bv ten gevolge van overgewicht,
diabetes mellitus, hypothyroïdie,…)
! Hoe hoger LDL en hoe lager HDL, hoe groter de kans om een ischemische hartziekte te ontwikkelen
– Bv: atherosclerose
Frederickson / WHO classificatie van hyperlipoproteïnemie
Cholesterol spiegels & dyslipidemie
– “hoge LDL = risicofactor atherosclerose”
o Uitspraak moet herzien worden à LDL is dé causale factor voor atherosclerose,
risicofactor is te laag uitgedrukt
o Hoge LDL komt vaak voor in combinatie met lage HDL
– LDL en VLDL verhoogt à niet alleen het cholesterol is hoog, maar ook de triglyceriden à
verhoogd risisco op atherosclerose
– Hoog triglyceridegehalte gaat vaak samen met een laag HDL gehalte à maakt de zaak nog
wat gevaarlijker
4
, Atherosclerose (slagaderverkalking) & atherotrombose
! We spreken ook van atherotrombose (omdat één van de complicaties van atherosclerose trombose
vorming is)
Atherosclerose kan leiden tot tal van hart- en vaatziekten:
– Coronaire hartziekten: hartkramp (angina pectoris), hartinfarct
– Cerebrovasculaire ziekten: TIA (transient ischemisch attack), beroerte
– Perifeer arterieel vaatlijden: claudicatio intermittens (=etalagebenen)
! Hart en vaatziekten zijn in België een enorme doodsoorzaak
– Meer dan 1/3e van het aantal stergevallen = 40 000 mensen/jaar = meer dan 100/dag
– ! Probleem van hart en vaatziekten is nog groot, we mogen dit probleem niet onderschatten
Pathogenese atherosclerose
= een focale (plaatselijke) aandoening van de intima van grote en middelgrote artheriën
Situatie wanneer we geboren worden: geen atheroslecrotische plaques, heel clean, intima (bestaat
uit endotheel cellen, is volledig gaaf, geen plaques aanwezig)
– 20-jarige leeftijd: beginnende atherosclerotische plaques
– Hoe groter de plaque, hoe kleiner de doorgankelijkheid
– Het is niet omdat een plaque wat kleiner is, dat ze niet gevarlijk kan zijn
! De pathogenese verloopt dus over verschillende decennia in welke er weinig klinische symptomen
zijn – het optreden van ziekteverschijnselen wijst meestal op een vergevorderd stadium
Vooral bij patiënten met hypercholesterolemie dringt het LDL door tot in de subendotheliale
structuren – hier wordt het geoxideerd tot oxLDL
– OxLDL is immunogeen (wordt door het lichaam als vreemd ervaren en lokt dus een
immuunreactie uit)
o ! Atherosclerose = ontstekingproces
5