Geschiedenis van de stedenbouw
1. Utopieën
Dromen, denken en werken aan het ideale landschap, de ideale stad of publieke ruimte
Steden ontstaan en groeien spontaan, maar worden ook bewust geschapen. In de loop der tijd
hebben heel wat mensen nagedacht over wat ‘hun’ stad of ‘de’ stad zou moeten zijn.
De geschiedenis van het ontwerpen van ideale steden valt in grote mate samen met het verhaal
van architecten, filosofen en schrijvers die van een nieuwe maatschappij dromen. Vaak gaat dit
gepaard met het verlangen de stad als complex geheel te ontwerpen aan regels en wetten, die
tot een gelukkigere maatschappij moeten leiden.
Engelse woord ‘city’ en het Franse ‘cité’ stammen af van het Romeinde ‘civitas’, dat zowel naar
de fysieke ruimte van de stad als de organisatievorm ervan verwijst.
Utopische stad
Utopische stad = denkbeeldige stad = stad gecreëerd met het oog op het grootst mogelijke geluk
en grootst mogelijke harmonie in sociale samenleving. Vaak gekoppeld aan herstructurering en
de droom van wetenschappelijke en maatschappelijke vooruitgang.
Utopie: droom van een niet te verwezenlijken ideaal (op aarde)
Mogelijke verwevenheid (naar niet noodzakelijk) aan:
• Eschatologie: dogmatische, droom van het hiernamaals
• Deontologie: geheel van ideeën die richtinggevend zijn voor maatschappelijk
handelen (en ontwerpen).
Relevantie? In welke stad wonen we? Van welke stad dromen we? Welke stad willen we? Hoe is
onze huidige stad tot stand gekomen? Op basis van welke menselijke idealen in verband met
stedelijkheid, maatschappij en wereldbeeld? En wie komt daarbij wel/niet aan bod?
=> historische blik helpt om een denkkader te vormen en reflectie op te bouwen over de
hedendaagse en toekomstige stad.
Historische utopische stedelijke modellen
Humanisme en de stedelijke utopie (16de eeuw)
• Utopia – Thomas More – 1516
Visie: hij ontwerp een stad als reactie op socio-economische en politieke
wantoestanden van de 16de eeuw. In dit model is er geen prive eigendom, is er een
politiek apparaat dat ontstaan is vanuit verkiezingen, bedrijvigheid wordt
streng gecontroleerd (gezonde werkomstandigheden), er is tijd voor
persoonlijke ontwikkeling, opvoeden en onderwijs zijn prioriteiten en er zijn
gemeenschappelijke voorzieningen (vb. ziekenzorg, keuken…).
Morfologisch: deze utopia is een cirkelvormig eiland waarop 54 steden zijn
uitgebouwd op een dagreis van elkaar. De steden zijn volgens hetzelfde
, patroon ontwikkeld als de hoofdstad Amaurote, namelijk een vierkante vorm (3300 x
3300 m) en verdeeld in 4 kwadranten. Centraal is er een marktplein, waarlangs
gemeenschaps- en handelsfuncties zijn gelegen. De woningen zijn duurzaam ontworpen
en voorzien van individuele tuinen.
• Città del Sole – Tommaso Campanella – 1616-1636
Zonestand als ‘Politiek manifest’
Communistische visie:
o Uitschakelen van particuliere bezit en gelijke verdeling/toegankelijkheid van
producten
o Gemeenschap domineert (geen traditionele gezinnen)
o Arbeidsplicht is een erezaak
o Gemeenschap neemt rol van opvoeding over
o Kosmische orde centraal
Morfologisch:
o Gebouwd als een heuvel
o Opgebouwd uit 7 concentrische muren
o Concentrische wallen hebben militaire en educatieve functie met
daartussen wooneenheden
o Wooneenheden: gelijkvloers gemeenschappelijke delen, daar
boven gaanderijen
o Centraal in plan; stedelijk plein en tempel
• Christianopolis – Johan Valentin Andrea – 1623
-> ideaal van christelijk leven op aarde
Morfologisch;
o Versterkte stad, grondwet gebaseerd op de 10 geboden
o Gezinswoningen gegroepeerd in 4 rondgaande huizerijen (3
verdiepingen)
o Een centrale as die uitgeeft op een centraal plein en kerk
o Zonering via functies (clustering van landbouw, industrie, handel…)
Rationale industriële maatschappij (18de-19de eeuw)
• La ville ideale de Chaux – Claude-Nicolas Ledoux – 1780
• Koninklijke zoutwinnerij arc-et-Senans – Ledoux – 1771
• La grand Hornu – Bruno Renard – 1815-1835
Groene en gezonde stad (19de-20ste eeuw)
→ Als reactie op industriële maatschappij: dromen van een ‘gezonde en groene stad’
• Ciudad Lineal – Arturo Soria Y Mata – 1882
Het ideaal voor deze bandstad is een ont-stedelijke stad en verstedelijking platteland. Er
is hoop om de kwaliteiten van het gezonde platteland te combineren met de voordelen
van de stad. Dat zou resulteren in één enkele gordel die kan lopen van Madrid tot
Brussel. De centrale grodel biedt alle mogelijkheden van transport, nutsvoorzieningen,
winkels, parken en publieke gebouwen, waarrond woningen geconcentreerd worden.
Men doet hiermee een eerste aanzet tot zonneringsdenken.
, • Garden cities – Ebenezer Howard
Het idee van tuindorpen is ontwikkeld na de oprichting van Garden city
Association o.l.v. de Brit Ebenezer Howard in 1899. Aanvankelijk waren
deze ontworpen als ‘groene, zelfvoorzienende steden’ met beperkte
omvang en een eigen werkgelegenheid én sociale mix.
Dit concept werd sterk internationaal opgepikt, maar is slechts deels
gerealiseerd, die steden evolueerde in ‘slaapsteden’ of dormitory suburbs.
In de realiteit was er ook beperkte sociale diversiteit.
Tuinsteden in België in eerste instantie slechts beperkt ontwikkeld via
‘tuinwijken’ tijdens het interbellum (reactie op woningnood na WOII).
Voorbeelden: Unitaswijk – Eduard Van Steenbergen – 1923: Van
Steenbergen was een baksteenmodernist, hij bouwde de huizen in beton,
maar had aandacht voor de tradities en lokale materialen om de
woonkwaliteit te verbeteren.
→ Interbellum
In het interbellum is er een enorme nood aan huisvesting (voornamelijk handel in de stad
vroeg 20ste eeuw). De kleinschalige tuinwijken kunnen niet voorzien voor de enorme
bevolkingsgroei en sociale ontwikkeling van de steden. Men gaat nadenken over de
moderne stedenbouw.
CIAM en Le Corbusier denken over de scheiding van ‘stedelijke functies’: wonen, werken,
ontspanning (zowel geestelijk al fysiek) en transport.
→ De utopische modernistische stad
• Ville contemporaine pour trois millions d’habitants – Le Corbusier – 1922
Als antwoord op toenemende woningtekort, gebrek aan kantoorruimte en verkeerschaos
• Broadcare City – Frank Lloyd Wright – 1932
Deze anti-stad wil steden terug naar het platteland brengen, als reactie op de groeiende
grootsteden. In deze stad is decentralisatie mogelijk door nieuwe vormen van transport
en communicatie en heeft een organische architectuur.
• Sovjet utopieën – 1920-1930
Men bedenkt concepten zoals de ‘vliegende stad’ en ‘groene stad’. Bedacht uit het idee
dat nieuwe ‘out of the box’ concepten voor stedelijkheid nodig was. Deze hadden en een
sterk communistische inslag waarbij de egalitaire samenleving geleid werd door de
werkende klasse. Dit leidt tot discussie tussen urbanisten (afbraak van bestaande
steden, vervaging door het nieuwe) en de-urbanisten (de-urbanistering, waarbij elke
inwoner eigen wooncel had).
• Turnhals – Renaat Braem – jaren ’40: Renaat maakt verschillende utopische beelden over
Turnhals elk met eigen functie en komt uiteindelijk op een utopisch beeld met gezond
water, duurzaamheid, minder densiteit waar de industrie plaats maakt voor cultuur en
recreatie in de stad.
• Stedeloze stad in de kempen – Renaat Bream – 1964
Een model waarin er een verbod is op eengezinshuizen, villa’s en bungalows. Hij verbied
overbodige landbouw en iedere boom is heilig. De industrie wordt verstopt in het groen,
eveneens wagens en parkings. Hij probeert de stad en landbouw tot eenheid te brengen:
hoogbouw in het land, groen in de stad
, • Renaat Braem – Het lelijkste land ter wereld – 1968
Het is een pamflet met kritische lezing van de stedenbouwkundige wanorde in België.
Hiermee doet hij een oproep om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren.
Concrete acties:
− De grond mobiliseren: individualisme (chaos/versnippering) tegengaan door
ruimtelijke planning
− De productiemiddelen mobiliseren: d.w.z. sleutelindustrieën nationaliseren, via
subsidies reguleren en nationaal plan voor ruimtelijke ordening
− Alle hulpmiddelen inzetten voor de inrichting van de leefomgeving, met de
gemeenschap centraal.
− Architectuur en stedenbouw inzetten om via verregaande industrialisatie betere
woningen te bouwen met minder energie en materiaal – als middel tot verrijking
van het menselijk leven.
− Democratie
− Het moet mogelijk zijn deze hervormingen geleidelijk door te voeren, vermits ze
overeenstemmen met de belangen van de meerderheid van het Vlaamse volk.
20ste-eeuwse tegengewicht van het utopische denken (20ste eeuw)
• Complexiteit en symboliek jaren 1970: learning form Las Vegas – Brown & Venturi
• Alledaagse: signs of life -Brown & Venturi
• Afzetten tegen verstedelijking door na te denken als mens als grote bouwwerf of als
persoon (licht, lucht, ruimte…)
Nadenken over een holistische kwalitatieve bouwcultuur (21ste eeuw)
• Er wordt een nota opgesteld – Devos Declaration – in 2018 met holistische ideeën die
nog niet in de praktijk zijn omgezet. Het is aan de ontwerpers vandaag om die nota’s van
de bouwkultuur mee te nemen in het ontwerpproces.
• Men is vetrokken vanuit een holistische, cultuurgerichte benadering. Er is een
samenwerking nodig over alle domeinen om de cultuur van de mens (dus niet enkel
werken en wonen) als hefboom te gebruiken voor een betere leefkwaliteit. Hiervoor
moeten we tradities omarmen en in bewaring houden wanneer we werken aan de
toekomst. Er moet worden nagedacht over verschillende aspecten: het functionele,
technische en economisch.
2. 19de-eeuwse stad
Urbane trends in Europa 1800-2000
De stedelijke typologie kent doorheen deze periode 2 grote clusters:
Continuïteit belang van traditionele multifunctionele steden. Belangrijkste groeiers zijn
hoofdsteden met nationale instellingen, gediversifieerde economie, massa aan culturele
activiteiten en monumentenaal stedelijk landschap. Bv. Londen, Parijs…
Sterke evolutie van specialist urban communities. Er komen geen nieuwe typologieën, maar
sommigen kennen wel duidelijke groei, eigen evolutie. Bv. Industriesteden, havensteden
(internationaal), Leisure towns (badsteden, spa-resorts,…), militaire steden en koloniale steden.
1. Utopieën
Dromen, denken en werken aan het ideale landschap, de ideale stad of publieke ruimte
Steden ontstaan en groeien spontaan, maar worden ook bewust geschapen. In de loop der tijd
hebben heel wat mensen nagedacht over wat ‘hun’ stad of ‘de’ stad zou moeten zijn.
De geschiedenis van het ontwerpen van ideale steden valt in grote mate samen met het verhaal
van architecten, filosofen en schrijvers die van een nieuwe maatschappij dromen. Vaak gaat dit
gepaard met het verlangen de stad als complex geheel te ontwerpen aan regels en wetten, die
tot een gelukkigere maatschappij moeten leiden.
Engelse woord ‘city’ en het Franse ‘cité’ stammen af van het Romeinde ‘civitas’, dat zowel naar
de fysieke ruimte van de stad als de organisatievorm ervan verwijst.
Utopische stad
Utopische stad = denkbeeldige stad = stad gecreëerd met het oog op het grootst mogelijke geluk
en grootst mogelijke harmonie in sociale samenleving. Vaak gekoppeld aan herstructurering en
de droom van wetenschappelijke en maatschappelijke vooruitgang.
Utopie: droom van een niet te verwezenlijken ideaal (op aarde)
Mogelijke verwevenheid (naar niet noodzakelijk) aan:
• Eschatologie: dogmatische, droom van het hiernamaals
• Deontologie: geheel van ideeën die richtinggevend zijn voor maatschappelijk
handelen (en ontwerpen).
Relevantie? In welke stad wonen we? Van welke stad dromen we? Welke stad willen we? Hoe is
onze huidige stad tot stand gekomen? Op basis van welke menselijke idealen in verband met
stedelijkheid, maatschappij en wereldbeeld? En wie komt daarbij wel/niet aan bod?
=> historische blik helpt om een denkkader te vormen en reflectie op te bouwen over de
hedendaagse en toekomstige stad.
Historische utopische stedelijke modellen
Humanisme en de stedelijke utopie (16de eeuw)
• Utopia – Thomas More – 1516
Visie: hij ontwerp een stad als reactie op socio-economische en politieke
wantoestanden van de 16de eeuw. In dit model is er geen prive eigendom, is er een
politiek apparaat dat ontstaan is vanuit verkiezingen, bedrijvigheid wordt
streng gecontroleerd (gezonde werkomstandigheden), er is tijd voor
persoonlijke ontwikkeling, opvoeden en onderwijs zijn prioriteiten en er zijn
gemeenschappelijke voorzieningen (vb. ziekenzorg, keuken…).
Morfologisch: deze utopia is een cirkelvormig eiland waarop 54 steden zijn
uitgebouwd op een dagreis van elkaar. De steden zijn volgens hetzelfde
, patroon ontwikkeld als de hoofdstad Amaurote, namelijk een vierkante vorm (3300 x
3300 m) en verdeeld in 4 kwadranten. Centraal is er een marktplein, waarlangs
gemeenschaps- en handelsfuncties zijn gelegen. De woningen zijn duurzaam ontworpen
en voorzien van individuele tuinen.
• Città del Sole – Tommaso Campanella – 1616-1636
Zonestand als ‘Politiek manifest’
Communistische visie:
o Uitschakelen van particuliere bezit en gelijke verdeling/toegankelijkheid van
producten
o Gemeenschap domineert (geen traditionele gezinnen)
o Arbeidsplicht is een erezaak
o Gemeenschap neemt rol van opvoeding over
o Kosmische orde centraal
Morfologisch:
o Gebouwd als een heuvel
o Opgebouwd uit 7 concentrische muren
o Concentrische wallen hebben militaire en educatieve functie met
daartussen wooneenheden
o Wooneenheden: gelijkvloers gemeenschappelijke delen, daar
boven gaanderijen
o Centraal in plan; stedelijk plein en tempel
• Christianopolis – Johan Valentin Andrea – 1623
-> ideaal van christelijk leven op aarde
Morfologisch;
o Versterkte stad, grondwet gebaseerd op de 10 geboden
o Gezinswoningen gegroepeerd in 4 rondgaande huizerijen (3
verdiepingen)
o Een centrale as die uitgeeft op een centraal plein en kerk
o Zonering via functies (clustering van landbouw, industrie, handel…)
Rationale industriële maatschappij (18de-19de eeuw)
• La ville ideale de Chaux – Claude-Nicolas Ledoux – 1780
• Koninklijke zoutwinnerij arc-et-Senans – Ledoux – 1771
• La grand Hornu – Bruno Renard – 1815-1835
Groene en gezonde stad (19de-20ste eeuw)
→ Als reactie op industriële maatschappij: dromen van een ‘gezonde en groene stad’
• Ciudad Lineal – Arturo Soria Y Mata – 1882
Het ideaal voor deze bandstad is een ont-stedelijke stad en verstedelijking platteland. Er
is hoop om de kwaliteiten van het gezonde platteland te combineren met de voordelen
van de stad. Dat zou resulteren in één enkele gordel die kan lopen van Madrid tot
Brussel. De centrale grodel biedt alle mogelijkheden van transport, nutsvoorzieningen,
winkels, parken en publieke gebouwen, waarrond woningen geconcentreerd worden.
Men doet hiermee een eerste aanzet tot zonneringsdenken.
, • Garden cities – Ebenezer Howard
Het idee van tuindorpen is ontwikkeld na de oprichting van Garden city
Association o.l.v. de Brit Ebenezer Howard in 1899. Aanvankelijk waren
deze ontworpen als ‘groene, zelfvoorzienende steden’ met beperkte
omvang en een eigen werkgelegenheid én sociale mix.
Dit concept werd sterk internationaal opgepikt, maar is slechts deels
gerealiseerd, die steden evolueerde in ‘slaapsteden’ of dormitory suburbs.
In de realiteit was er ook beperkte sociale diversiteit.
Tuinsteden in België in eerste instantie slechts beperkt ontwikkeld via
‘tuinwijken’ tijdens het interbellum (reactie op woningnood na WOII).
Voorbeelden: Unitaswijk – Eduard Van Steenbergen – 1923: Van
Steenbergen was een baksteenmodernist, hij bouwde de huizen in beton,
maar had aandacht voor de tradities en lokale materialen om de
woonkwaliteit te verbeteren.
→ Interbellum
In het interbellum is er een enorme nood aan huisvesting (voornamelijk handel in de stad
vroeg 20ste eeuw). De kleinschalige tuinwijken kunnen niet voorzien voor de enorme
bevolkingsgroei en sociale ontwikkeling van de steden. Men gaat nadenken over de
moderne stedenbouw.
CIAM en Le Corbusier denken over de scheiding van ‘stedelijke functies’: wonen, werken,
ontspanning (zowel geestelijk al fysiek) en transport.
→ De utopische modernistische stad
• Ville contemporaine pour trois millions d’habitants – Le Corbusier – 1922
Als antwoord op toenemende woningtekort, gebrek aan kantoorruimte en verkeerschaos
• Broadcare City – Frank Lloyd Wright – 1932
Deze anti-stad wil steden terug naar het platteland brengen, als reactie op de groeiende
grootsteden. In deze stad is decentralisatie mogelijk door nieuwe vormen van transport
en communicatie en heeft een organische architectuur.
• Sovjet utopieën – 1920-1930
Men bedenkt concepten zoals de ‘vliegende stad’ en ‘groene stad’. Bedacht uit het idee
dat nieuwe ‘out of the box’ concepten voor stedelijkheid nodig was. Deze hadden en een
sterk communistische inslag waarbij de egalitaire samenleving geleid werd door de
werkende klasse. Dit leidt tot discussie tussen urbanisten (afbraak van bestaande
steden, vervaging door het nieuwe) en de-urbanisten (de-urbanistering, waarbij elke
inwoner eigen wooncel had).
• Turnhals – Renaat Braem – jaren ’40: Renaat maakt verschillende utopische beelden over
Turnhals elk met eigen functie en komt uiteindelijk op een utopisch beeld met gezond
water, duurzaamheid, minder densiteit waar de industrie plaats maakt voor cultuur en
recreatie in de stad.
• Stedeloze stad in de kempen – Renaat Bream – 1964
Een model waarin er een verbod is op eengezinshuizen, villa’s en bungalows. Hij verbied
overbodige landbouw en iedere boom is heilig. De industrie wordt verstopt in het groen,
eveneens wagens en parkings. Hij probeert de stad en landbouw tot eenheid te brengen:
hoogbouw in het land, groen in de stad
, • Renaat Braem – Het lelijkste land ter wereld – 1968
Het is een pamflet met kritische lezing van de stedenbouwkundige wanorde in België.
Hiermee doet hij een oproep om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren.
Concrete acties:
− De grond mobiliseren: individualisme (chaos/versnippering) tegengaan door
ruimtelijke planning
− De productiemiddelen mobiliseren: d.w.z. sleutelindustrieën nationaliseren, via
subsidies reguleren en nationaal plan voor ruimtelijke ordening
− Alle hulpmiddelen inzetten voor de inrichting van de leefomgeving, met de
gemeenschap centraal.
− Architectuur en stedenbouw inzetten om via verregaande industrialisatie betere
woningen te bouwen met minder energie en materiaal – als middel tot verrijking
van het menselijk leven.
− Democratie
− Het moet mogelijk zijn deze hervormingen geleidelijk door te voeren, vermits ze
overeenstemmen met de belangen van de meerderheid van het Vlaamse volk.
20ste-eeuwse tegengewicht van het utopische denken (20ste eeuw)
• Complexiteit en symboliek jaren 1970: learning form Las Vegas – Brown & Venturi
• Alledaagse: signs of life -Brown & Venturi
• Afzetten tegen verstedelijking door na te denken als mens als grote bouwwerf of als
persoon (licht, lucht, ruimte…)
Nadenken over een holistische kwalitatieve bouwcultuur (21ste eeuw)
• Er wordt een nota opgesteld – Devos Declaration – in 2018 met holistische ideeën die
nog niet in de praktijk zijn omgezet. Het is aan de ontwerpers vandaag om die nota’s van
de bouwkultuur mee te nemen in het ontwerpproces.
• Men is vetrokken vanuit een holistische, cultuurgerichte benadering. Er is een
samenwerking nodig over alle domeinen om de cultuur van de mens (dus niet enkel
werken en wonen) als hefboom te gebruiken voor een betere leefkwaliteit. Hiervoor
moeten we tradities omarmen en in bewaring houden wanneer we werken aan de
toekomst. Er moet worden nagedacht over verschillende aspecten: het functionele,
technische en economisch.
2. 19de-eeuwse stad
Urbane trends in Europa 1800-2000
De stedelijke typologie kent doorheen deze periode 2 grote clusters:
Continuïteit belang van traditionele multifunctionele steden. Belangrijkste groeiers zijn
hoofdsteden met nationale instellingen, gediversifieerde economie, massa aan culturele
activiteiten en monumentenaal stedelijk landschap. Bv. Londen, Parijs…
Sterke evolutie van specialist urban communities. Er komen geen nieuwe typologieën, maar
sommigen kennen wel duidelijke groei, eigen evolutie. Bv. Industriesteden, havensteden
(internationaal), Leisure towns (badsteden, spa-resorts,…), militaire steden en koloniale steden.