100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting deel 1 inleiding in opvoeding en onderwijs (ESSB-E1010)

Puntuación
-
Vendido
2
Páginas
30
Subido en
19-06-2025
Escrito en
2024/2025

Dit is een volledige samenvatting van deel 1 voor het deeltentamen van het vak Inleiding in opvoeding en onderwijs van de studie pedagogische wetenschappen aan de Erasmus universiteit. Via deze samenvatting heb ik het vak afgerond met een 7,5!

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
19 de junio de 2025
Número de páginas
30
Escrito en
2024/2025
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Inleiding In Opvoeding En Onderwijs
Pedagogiek:
Wat is pedagogiek: Grieks woord ‘pais’ = kind en ‘agogos’ = gids. Het is de leer van het
kind/opvoedkunde. De omgeving van het kind beïnvloedt dit. Er zijn meerdere systemen.
We bestuderen het opgroeiende kind met alle invloeden.
Waartoe voeden we op? Er wordt een route afgelegd van afhankelijkheid naar
onafhankelijkheid. Het kind gaat een ontwikkeling door naar zelfstandigheid en
autonomie en creëert een leven onafhankelijk van de ouders.
We voeden op tot het kind tot het een moreel en betrouwbaar deelnemer is van de
maatschappij via een geleidelijk proces van stapsgewijs de verantwoordelijkheid voor
deze morele keuzes aan het kind te laten, tot het kind in staat is tot zelfverantwoordelijke
zelfbepaling. - Langeveld (1945)
Zelfverantwoordelijke zelfbepaling:
1. Je bepaalt zelf je pas en keuzes die je maakt.
2. Je neemt zelf verantwoordelijkheid voor je keuzes.
Is tegelijkertijd het doel van opvoeden van kinderen en jongeren en een kernwaarde voor
jou als pedagogisch professional.
Theorieën over opvoeding:
- Opvoedomgevingen rondom het kind in het ecologisch model van
Bronfenbrenner (1979)
- Tweerichtingsverkeer in opvoeding in het proces van Belsky (1984)
- Tweerichtingsverkeer tussen opvoeder en kind in het Transactioneel model van
Sameroff (1975)
- Gehechtheidstheorie van Bowlby: aangeboren neiging van kinderen om nabijheid
en contact te zoeken met ouder, vooral bij angst, ziekte of moeheid. Die
gehechtheidsrelatie in de eerste levensjaren ontstaat door constante interacties
tussen ouders en kind. Kwaliteit van vroege gehechtheidsrelaties is van
levensbelang. Dit zorgt ervoor dat het maken van vriendschappen en relaties
later makkelijker gaat en dat empathie, zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen en
het leervermogen goed ontwikkelen. Als de gehechtheidsrelaties minder goed
zijn, zullen er ook later in het leven tegenslagen zijn. Ieder kind neigt om te
hechten en de omgeving heeft hier dus heel veel invloed op. Gehechtheid bouwt
een fundament voor wat het kind later verwacht van relaties.
o Ontstaan uit Harlow & Zimmerman (1959) die onderzochten of het bij
aapjes zat en dan of zij de nabijheid zochten voor liefde of voor voeding.
De conclusie was dat de beschermende (zachte) verzorger belangrijker is
dan voedsel.
o Nabijheid van kuikens bij moeder eend geeft hun een grotere
overlevingskans. Dit is een aangeboren neiging van kuikens. Dit is
imprinting (Lorenz, 1971). De kuikens volgen het eerste bewegende
voorwerp dat ze zien. De maximale gevoeligheid is tussen het 13e en 16e
uur na het verlaten van het ei. Dat zie je bij heel veel dieren.

,Plato (427 v.C. – 347 v.C.):
Het Platoonse denken:
- Rationalisme. De bron van alle kennis is gelegen in de menselijke geest (ratio). De
mens moet goed nadenken om tot wetenschappelijke kennis te komen (dan komt
het eruit, want de kennis zat er al in).
- Het fundament van het Rationalisme als kentheoretische stroming: kennen is
gebaseerd op creativiteit en nadenken waarbij deze los kunnen staan van
ervaring.
- Er is een verschil tussen het denkend subject en hetgeen, het object, waarover
nagedacht wordt (subject-object scheiding). Verwijzing naar een eigenschap die
mensen hebben, dat ze kunnen nadenken over hunzelf (zelfreflectie). Dit moet je
objectief doen en zelfkritisch zijn. Als je goed nadenkt kom je tot dieperliggende
kennis.
- Ideeënleer: er is een perfecte werkelijkheid die bestaat uit de wereld van de
ideeën, terwijl wij te maken hebben met de imperfecte weergave daarvan. Dus, er
is diepere reflectie nodig om te komen tot diepere waarheden. De werkelijkheid
waar wij op baseren die bestaat op zichzelf.
- De deductieve logica zegt geef een goede theorie en kijk of deze theorie in de
praktijk klopt. Theorieën rationele uitoefeningen zijn.
- De verklaarde variantie (onderling verschil) is een statistische maatstaf die laat
zien welk gedeelte van de variabele (y) te verklaren is. Er is daar een werkelijkheid
die voor 100% bestaat die je niet voor 100% kan kennen.
Aristoteles (384 v.C. – 322 v.C.):
Aristoteles had een immens en samenhangend geheel van kennis geformuleerd, dat
vrijwel alles omspande wat waarneembaar of denkbaar was. Het Organon: het geheel
van hulpwetenschappen dat de logische en conceptuele basisbegrippen en de stijlen
van redeneren van de aristotelische wetenschappen definieert.
- Ongekende beïnvloeding van (vooral de middeleeuwse) wetenschappen.
- Wetenschap doet universele uitspraken (onbetwijfelbare eerste principes en
definities), die via een proces van inductie/generalisering worden afgeleid uit
individuele waarnemingen. De uitspraken moeten deductief (logisch uit elkaar
volgend) worden geordend tot een samenhangend geheel.
- Zintuigelijk waargenomen werkelijkheid (empirie) vervat in uitspraken die de
resultante zijn van logica (en laat zichzelf dus ook kennen). Dit leidt tot zekerheid.
De analyse staat daarom centraal.
- Alle natuurlijke beweging (verandering van kwaliteit) is beweging naar een
natuurlijk rustpunt. Voor alle gedwongen beweging is een voortdurende
inspanning vereist.
- De hemellichamen (volmaakt, eeuwig, onsterfelijk) zoals de zon, de maan en de
planeten bewegen in een cirkelbeweging om de aarde (vergankelijk, onvolmaakt).
- Stijlen van redeneren, argumenteren. Zo kennen we iets als we er de
oorzaken/principes van weten. Hiermee bekritiseert Aristoteles zijn voorgangers.
Er zijn vier oorzaken:
o Materiele oorzaak: de materie waaruit iets is gemaakt.
o Vormoorzaak: het principe dat het beeld maakt tot wat het is.

, o Bewerkingsoorzaak: de maker.
o Doeloorzaak: waarvoor iets bestaat.
- Teleologische opvatting en verklaringen: waargenomen dingen zijn te verklaren in
termen van functies die ze vervullen of het doel (telos) dat ze nastreven.
De vroege Renaissance (1100 – 1400):
- Nieuwe geschriften uit de klassieke Oudheid in Europa.
- Het oorspronkelijke Latijn werd ontdekt.
- Italiaanse schrijvers cultiveerde hun eigen taal door inspiratie van dit Latijn.
De Renaissance (1400 – 1600):
De Renaissance is een culturele vernieuwingsbeweging die ontstond in de vijftiende
eeuw (Italië), die verspreidde in de loop van de zestiende eeuw. In de beeldende kunst:
- Waardering voor natuur en vooral de mens (die natuurlijke schoonheid had).
- Het menselijke had een waarde op zich (ondanks het geloof)
- Herontdekking en herwaardering van de platoonse en neoplatoonse tradities en
literaire teksten uit de klassieke oudheid.
Renaissancehumanisme: De val van Constantinopel en de boekdrukkunst versnelden
ontwikkelingen in de vijftiende eeuw. Veel monniken vluchtte met de manuscripten naar
West-Europa en vermenigvuldigden zo de toegankelijkheid voor de antieke teksten.
Humanisme (1400 – 1650):
Het humanisme is een christelijke elitebeweging die stond voor het opknappen van de
klassieke cultuur. Fundament van de moderne culturele traditie (Hoge waardering van
de mens en zijn mogelijkheden) en de klassieke filologie (studie van de letteren uit de
Oudheid).
Pedagogiek kenmerkt zich door:
- Individualistische benadering
- Inwerking op eergevoel
- Aansporing tot competitie
- Geen lichamelijke straffen
- Leren/studeren
- Goed en precies denken
- Doel van opvoeding: vorming van een klassieke homo universalis. Deze persoon
geloofde in vrijheid van menselijke wil, opvattingen die recht tegenover de
opvattingen van de reformatie stonden en het netjes en beleefd gedragen.
Theoloog en filosoof Desiderius Erasmus (1466 – 1536) wordt gezien als kenmerk van de
humanistische pedagogiek. Hij geloofde in:
- Doel van opvoeden: de vorming van klassieke cultuur en christelijke vroomheid).
Dit omdat de gevolgen van een gebrek aan cultuur het verval van zeden
(misstanden in de kerk), achterlijkheid en dogmatisme (niet eigen opinies willen
herzien) waren
- Onderwijs is belangrijk voor kinderen, zo vroeg mogelijk.
- De vader is verantwoordelijk voor het opvoeden/de karaktervorming. De moeder
is voor het verzorgen.
$9.14
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
liekepost1 Erasmus Universiteit Rotterdam
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
20
Miembro desde
6 meses
Número de seguidores
0
Documentos
33
Última venta
1 semana hace

4.3

3 reseñas

5
1
4
2
3
0
2
0
1
0

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes