Beschrijving:
Inleiding tot het recht: ondernemingsrecht, KUL – Campus Antwerpen,
Studiejaar 2024-2025: semester 2
Bevat Les 2 – Les 8
Professor: Frederik Van den Abeele
Inhoudstafel:
Les 1: Beginselen van het ondernemingsrecht (staat niet in de
samenvatting, aangezien dit erg duidelijk is o.b.v. de slides)
Les 2: Beginselen van het vennootschapsrecht
Les 3: Vertegenwoordiging
Les 4: Handelstussenpersonen in juridische en economische zin
Les 5: Mededingsrecht
Les 6 Marktpraktijken en consumentenbescherming (deel 1 & 2)
Les 7: Intellectuele eigendom
Les 8: Einde en overdracht onderneming
, Ondernemingsrecht - les 2
5. Hernieuwing (2e bescherming voor de huurder)
Voorbeeldje: Huur voor 9 jaar aangegaan, je wil nog eens contract van 9 jaar, betekent
niet dat je dat krijgt. Artikel 16
➔ Verhuurder laat niets weten, dan heeft die aanvaard.
➔ Huurprijs is de te laag voor verhuurder, dus andere voorwaarden worden gesteld
aan de huurder.
➔ Verhuurder kan weigeren
➔ Als verhuurder weigeren zonder echte reden kan, maar verhuurder betaalt daar 3
jaar huur voor (een uitzettingsvergoeding)
➔ Betwistingen; zie procedures in codex.
➔ 3 maal recht op vernieuwing, daarna anders een nieuwe huur
6. Huurprijs
In principe vrij tot beslissing
- Progressieve prijzen; 1e jaar minder betalen bv, daarna steeds meer
- Drempelgeld, hetgeen je moet betalen om over de drempel te komen, degene die
mij op voorhand 1 malig betalen, mag het beginnen huren. Bv. 50.000 betalen om
te mogen huren.
- Je betaalt bepaald bedrag; bepaald procent van u omzet (omzet huur)
- Indexatie; als het erin staat dan heb je dat recht om te indexeren als verhuurder
Elke 3 jaar, huurder/verhuurder recht om huurprijs bij te stellen, bewijzen dat er iets
veranderd is ten opzichte van 3 jaar geleden; nieuwe objectieve omstandigheden bv.
mooiere buurt dan worden woning prijzen hoger. Bv. opnieuw renoveren van het pand,
dan kan de huurprijs niet stijgen, moet iets zijn dat buiten de partijen ligt.
Als er een rechter bijkomt, vaak proportioneel.
7. Huuroverdracht en onderhuur Artikel 10/11
- Je mag je goed steeds onderhuren, een deel, of volledig aan iemand anders doorhuren.
3 partijen
- Huuroverdracht, 2 partijen, huurder draagt het over aan iemand anders en verdwijnt
zelf.
Je kan in contract zetten dat dit niet mag, handelshuur zegt we willen huurder
beschermen. Er is zo een verbod; als er een hele handelszaak is mag het wel
Slide 38, niet!
,8. Vervreemding van verhuurde goed
Artikel 12: Vervreemding: je verkoopt het goed, verhuurder wil ervan af, wat gebeurt er
met de huurder? Verhuurder nieuw want heeft dit gekocht, in bepaalde situaties kan je
eruit gezet worden, enkel onder bepaalde voorwaarden.
Je mag dat maar moet een motief zijn, er zelf in trekken, renovatiewerken
9. werken
Serieuze verbouwingswerken, verhuurder mag niet werken, winkel, handelaar wil
uitstraling ander hinder voor die huurder dan het handelspand. Artikel 7 is dwingend.
Gevolg als je vertrekt (aanvullend, dus kan je in contract van afwijken); vergoeding? Als
die werken blijven staan Artikel 7
Bekijk handshuur wet, kijk goed naar de titels
Bewijs in ondernemingszaken
1. Algemene regels
Bewijsrecht is vrij, geschrift, getuigen, vermoeden, akte… maar om te vermijden dat
men voor alles voor de rechter zou gaan, moeten we beperken, beperkingen over hoe
je mag bewijzen;
- Waarde meer als >3500 bewijzen met een geschrift, schriftelijk bewijs is nodig!
- Er is een hiërarchie, volgorde; bv. authentieke akte is meer waard als een
vermoeden artikel 8.9; als er een geschrift is, ook weerleggen met een geschrift.
Boek 8, ondernemingsbewijsrecht, uitzondering op wat hierboven, bij
ondernemingen is er vrijheid, ondernemingen moeten vaak snel handelen dus niet
steeds alles op papier; vaak bv. gentlemen’s agreement (de hand schudden). Dus vrij
bewijsrecht artikel 8.11, formeel ondernemingsbegrip, elke soort onderneming ook
andere regels zie wetboek.
Handeling: kennelijk vreemd, principe bevoegdheid ondernemingsrechtbank, bv.
oprit aanleggen bij je praktijk, dokter is zelfstandige, dus dan gaat het onder
ondernemingsbewijs recht, maar bv. ongeval met die werker buiten de zelfstandige
dan vrederechter ofzo. Handeling moet toerekenbaar zijn aan zijn …
Zowel tegen/tussen ondernemingen, als je vordert tegen een onderneming dan heb
je ook vrij bewijs recht. Als mediamarkt tegen consument een klacht heeft, dan
gereglementeerd bewijsrecht. Stel je klaagt over wasmachine tegen een
onderneming, vrij bewijsrecht gebruiken, mediamarkt schade tegen fabrikant, dan
weer wel vrij bewijsrecht.
, Alle middelen van het recht, maar nog 2 speciale bewijsmiddelen: de factuur, de
boekhouding. Verplichtingen kunnen tegen je gebruikt worden als onderneming.
In boek 8, die beperkingen vallen weg, in handel, daar is het vrij.
Er zijn uitzonderingen.
2. Bijzondere regels: boekhouding en factuur
Boekhouding; je hebt een boekhouding en voert die regelmatig, die is up-to-date,
moet hetzelfde in staan, heeft wettelijke bewijswaarde. Regelmatig gehouden
boekhouding en moet overeenstemming zijn. Niet regelmatig dan rechter veel keuze.
Boekhouding is geen geldig bewijs tegen een consument.
Boekhouding van iemand anders gebruiken tegen zichzelf. Je kan ander bedrijf z’n
boekhouding opvragen en gebruiken tegen onderneming zelf. (Van de
tegenpartij/tegen onderneming)
Factuur: factuur moet je geven, vermelding moet erop staan… belangrijk bij bewijs,
betwistingen van facturen. Je stuur een factuur naar een andere onderneming, dan
moet men tijdig, factuur is fout, dan moet u protesteren, anders wordt u
veronderstelt dat aanvaard te hebben. Je hebt die factuur dan aanvaard. Geldt niet
bij consumenten, enkel tegen ondernemingen. Kan wel zijn dat je het stilzwijgend
aanvaard hebt.
Je krijgt een factuur: er staat op betaald; geldend als een buiten rechterlijke
bekentenis. Dus enkel ondernemingen binnen redelijke/korte termijn protesteren.
Betalingsachterstand
1. Betalingsachterstand bij handelstransacties:
1 iemand betaalt niet, moeilijk in de keten, want je kan je eigen leveranciers dan
niet meer betalen dan, vandaar een wet (vanachter in codex) elke organisatie die
handelt voor beroepsdoeleinden (feitelijke ondernemingen ook wel) , overheid is
geen onderneming: bekijk steeds over wie gaat de wet! <=> feitelijke definitie
Tussen overheidsinstanties niet kennen!
Betaling moet binnen 30 kalenderdagen gebeuren, geen werkdagen!
Factuur al ontvangen of niet: maakt verschil
Langere termijn mag; maar max 60 dagen; om kleine ondernemingen te
beschermen tegen grote ondernemingen. Je moet die goederen ook controleren:
moet binnen die 60 dagen zitten. Minder mag ook, betalen binnen 14 dagen bv.
Mag wel niet onredelijk zijn, niet binnen 1 uur bijvoorbeeld.
Niets in contract dan 30 dagen, anders minder of meer mag je in contract zetten.