Palliatieve zorgen
I. Palliatief zorgconcept
1.1. Wat is palliatieve zorg
“Een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert, van zowel ZO als van hun naasten
die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en
verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en
behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele
aard.”
- Zeer omvattende vorm van zorg
- Meer dan enkel verlichting van pijn en andere symptomen
- Ertoe bijdragen dat laatste levensfase een ‘goede’ fase kan zijn
- Stopt niet bij het overlijden van de ZO
1.2. Wie is palliatief
Iemand die: Lijdt aan een ongeneeslijke aandoening, die onomkeerbaar is, die
levensbedreigend is en voor dewelke geen mogelijkheid tot herstel, stabilisatie of remissie
bestaat.
- ZO met oncologische aandoening
- ZO met hart-, long- en nierfalen
- ZO met uitbehandelde psychiatrische achtergrond
- Allochtone ZO
- ZO met verstandelijke of andere beperking
- Mensen in kansarmoede
- Laaggeschoolden
1.3. Het ziektestadium bepalen
Curatief stadium (1) Chronisch stadium (2)
- Behandeling gericht op genezing - Genezing niet meer mogelijk
- Supportieve zorg voor bijwerkingen behandeling is beperkter
- Geen therapiebeperking (DNR 0) - Van supportieve naar palliatieve zorg
- VZP is aangewezen
- Reanimatie nog verantwoord/gewenst?
(DNR 0 of 1)
Palliatief stadium (3) Terminaal stadium (4)
- Behandeling minder efficiënt / belastend - Overlijden op kort termijn verwacht
/ niet meer gewenst (DNR 0/1/2) - Comfortbeleid
- Pijn- en symptoomcontrole - EoL
palliatieve zorg - Welke behandeling best stoppen of
- PICT afbouwen (DNR 3)
1.4. De palliatieve zorgindicator tool (PICT)
= instrument om palliatieve ZO te identificeren
hoopt zo in de toekomst financiële middelen
toe te kennen aan ZO, in verhouding tot de
intensiteit en complexiteit van de zorgnoden.
Surprise question (1) = zou u verrast zijn als
deze ZO binnen het jaar overlijdt? + de ernst van
zorgnoden inschatten (2) via schaal.
Eenvoudig, verhoogd en volledig statuut.
,2. Wetgeving palliatieve zorg zie beroepsgerelateerde wetgeving
3. Palliatief landschap
3.1. Federale Palliatieve Zorg Vlaanderen (FPZV)
Opgericht in 1990 als denktank rond palliatieve zorg te fungeren en
professionele ZV te sensibiliseren door hun gespecialiseerde
opleidingen en vormingen aan te bieden.
Uitleg logo: 2 armen die rond de ZO worden gehouden. De ruimte tss ZO en armen is
belangrijk want de ZO blijft een vrij persoon en er wordt hun niets opgedrongen. Er is
nabijheid, maar met alle respect voor de persoon / wensen / eigenheid… van de ziekte.
5 beleidslijnen:
- Kennis- en expertisecentrum
- Maatschappelijk draagvlak voor palliatieve zorg
- Vorming, training en opleiding
- Inbedding en financiering van de palliatieve zorg
- Wederzijds overleg met betrokken actoren
3.2. Netwerken palliatieve zorg
In de jaren 90 oprichting van palliatieve samenwerkingsverbanden in het gehele land.
Netwerk = een samenwerkingsverband tss HV en vertegenwoordigers van organisaties die
binnen een bepaalde regio met palliatieve zorg bezig zijn.
Wettelijke opdrachten:
- Informeren over mogelijkheid en aanbod van palliatieve zorgen
- Samenwerken met verschillende partners in de regio en de samenwerking tss deze
partners bevorderen
- Vormen, trainen en opleiden van ZV
- Helpen organiseren en ondersteunen van vrijwilligerswerk in palliatieve zorg
- Verzamelen van cijfergegevens over de geboden palliatieve zorgverlening in de regio
Aantal voorwaarden voor financiering:
- Elke gemeente in Vlaanderen wordt ingedeeld in een werkingsgebied
- In de organisatiestructuur is er een evenwichtige verdeling van intra- en extramurale
voorzieningen
- Elk netwerk palliatieve zorg dient een samenwerking met palliatieve thuiszorgequipe uit
te bouwen.
3.3. De verschillende settings
Mobiele Pijn- en symptoomcontrole, psychosociale ondersteuning, uitlenen van
thuiszorg equipe materiaal, organisatie van thuiszorg, inschakelen van vrijwilligers
Palliatief Mobiel team dat samen werkt met afdeling waar ZO verblijft.
support-team in
ZH (PST)
Palliatieve Aparte entiteit, al of niet verbonden aan ZH, met min. 6 en max. 12 bedden.
eenheid in ZH Pijn- en symptoomcontrole, psychosociale begeleiding, rouwvoorbereiding en -
begeleiding.
Zo volwaardig mogelijk leven in relatie met geliefden en diepere levensvragen
bespreken, bezoek is doorlopend en familie kan zo nodig blijven overnachten en
kunnen bij de verzorging betrokken worden.
Palliatief Ondersteuning en bijscholing van het personeel, behandelend team
support-team in ondersteunen in uitvoeren van comfortzorg
WZC
Dagcentrum Bieden een waardevol aanbod aan activiteiten, faciliteiten en professionele hulp
voor ZO. Bevorderen terugkeer naar huis vanuit ZH, ontlasten mantelzorger en
zieken vinden veel vriendschap en steun bij lotgenoten, professionele
medewerkers en vrijwilligers
Hospice Bestaat niet in België, wel in Nederland
Vrijwilligers In gelijk welke setting, geen professionele opdracht, ondersteunen van de ZO en
zijn omgeving.
, 4. Begrippenkader medisch begeleid sterven
4.1. Al of niet curatief of levensverlengend handelen
Het opstarten of voortzetten van een curatieve of levensverlengende behandeling.
Niet behandelbeslissing: “het staken of nalaten v/e curatieve of levensverlengende
behandeling omdat deze behandeling i/d gegeven situatie als niet langer zinvol of
doeltreffend wordt beoordeeld”.
Weigeren van behandeling: “het staken of nalaten v/e curatieve of levensverlengende
behandeling omdat de patiënt deze behandeling weigert.
4.2. Pijn- en symptoomcontrole
Pijnbestrijding = het toedienen van analgetica en/of andere medicatie in doseringen en
combinaties vereist om pijn op adequate wijze te controleren.
Palliatieve sedatie = het toedienen van sedativa in doseringen en combinaties de vereist
zijn om het bewustzijn van een terminale patiënt zoveel te verlagen als nodig om één of
meerdere refractaire symptomen op adequate wijze te controleren.
Totale pijn = niet enkel lichamelijk, maar ook emotioneel, spiritueel en sociaal.
4.3. Actieve levensbeëindiging
Euthanasie = opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene, op
diens verzoek.
Hulp bij zelfdoding = opzettelijk meewerken aan een opzettelijk levensbeëindigend
handelen door de betrokkene.
Actieve levensbeëindiging zonder verzoek = opzettelijke levensbeëindigend handelen
door een andere dan de betrokkene, niet op diens verzoek.
Pijnbestrijding Palliatieve sedatie Actieve
levensbeëindiging
Intentie Symptoombehandeling Symptoombehandeling Levensbeëindiging
Handeli Zoveel medicatie als Zoveel medicatie als Zoveel medicatie als
ng nodig om pijn onder nodig op symptomen om nodig om leven te
controle te krijgen controle te krijgen beëindigen
(proportionaliteit) (proportionaliteit)
Resultaa Levensverkorting zeer Levensverkorting Levensbeëindiging (per
t uitzonderlijk uitzonderlijk definitie)
(levensverlenging niet)
5. Vroegtijdige zorgplanning (VZP)
5.1. Wat is VZP
= expliciteren van waarden en voorkeuren van de patiënt over zijn toekomstige zorg.
Een manier om inspraak te houden als je zelf niet meer kan beslissen, touwtjes in eigen
handen houden voldoende overleg is noodzakelijk.
Gesteund door de wet betreffende de rechten van de patiënt iedereen heeft telkens
het recht om toestemming te geven vooraleer een bepaalde behandeling opgestart wordt of
om een behandeling te weigeren op stop te zetten, ook al is die levensreddend of
levensverlengend.
Voordelen bij implementeren van VZP: betere zorg aan levenseinde, in waarheid omgaan
met elkaar, kans om afscheid te nemen, geruststelling, inspraak en controle, empowerment,
realistische hoop, diepere gesprekken zorgen voor een sterkere band, ontlasten van familie,
goede arts- en patiëntrelatie.
I. Palliatief zorgconcept
1.1. Wat is palliatieve zorg
“Een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert, van zowel ZO als van hun naasten
die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en
verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en
behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele
aard.”
- Zeer omvattende vorm van zorg
- Meer dan enkel verlichting van pijn en andere symptomen
- Ertoe bijdragen dat laatste levensfase een ‘goede’ fase kan zijn
- Stopt niet bij het overlijden van de ZO
1.2. Wie is palliatief
Iemand die: Lijdt aan een ongeneeslijke aandoening, die onomkeerbaar is, die
levensbedreigend is en voor dewelke geen mogelijkheid tot herstel, stabilisatie of remissie
bestaat.
- ZO met oncologische aandoening
- ZO met hart-, long- en nierfalen
- ZO met uitbehandelde psychiatrische achtergrond
- Allochtone ZO
- ZO met verstandelijke of andere beperking
- Mensen in kansarmoede
- Laaggeschoolden
1.3. Het ziektestadium bepalen
Curatief stadium (1) Chronisch stadium (2)
- Behandeling gericht op genezing - Genezing niet meer mogelijk
- Supportieve zorg voor bijwerkingen behandeling is beperkter
- Geen therapiebeperking (DNR 0) - Van supportieve naar palliatieve zorg
- VZP is aangewezen
- Reanimatie nog verantwoord/gewenst?
(DNR 0 of 1)
Palliatief stadium (3) Terminaal stadium (4)
- Behandeling minder efficiënt / belastend - Overlijden op kort termijn verwacht
/ niet meer gewenst (DNR 0/1/2) - Comfortbeleid
- Pijn- en symptoomcontrole - EoL
palliatieve zorg - Welke behandeling best stoppen of
- PICT afbouwen (DNR 3)
1.4. De palliatieve zorgindicator tool (PICT)
= instrument om palliatieve ZO te identificeren
hoopt zo in de toekomst financiële middelen
toe te kennen aan ZO, in verhouding tot de
intensiteit en complexiteit van de zorgnoden.
Surprise question (1) = zou u verrast zijn als
deze ZO binnen het jaar overlijdt? + de ernst van
zorgnoden inschatten (2) via schaal.
Eenvoudig, verhoogd en volledig statuut.
,2. Wetgeving palliatieve zorg zie beroepsgerelateerde wetgeving
3. Palliatief landschap
3.1. Federale Palliatieve Zorg Vlaanderen (FPZV)
Opgericht in 1990 als denktank rond palliatieve zorg te fungeren en
professionele ZV te sensibiliseren door hun gespecialiseerde
opleidingen en vormingen aan te bieden.
Uitleg logo: 2 armen die rond de ZO worden gehouden. De ruimte tss ZO en armen is
belangrijk want de ZO blijft een vrij persoon en er wordt hun niets opgedrongen. Er is
nabijheid, maar met alle respect voor de persoon / wensen / eigenheid… van de ziekte.
5 beleidslijnen:
- Kennis- en expertisecentrum
- Maatschappelijk draagvlak voor palliatieve zorg
- Vorming, training en opleiding
- Inbedding en financiering van de palliatieve zorg
- Wederzijds overleg met betrokken actoren
3.2. Netwerken palliatieve zorg
In de jaren 90 oprichting van palliatieve samenwerkingsverbanden in het gehele land.
Netwerk = een samenwerkingsverband tss HV en vertegenwoordigers van organisaties die
binnen een bepaalde regio met palliatieve zorg bezig zijn.
Wettelijke opdrachten:
- Informeren over mogelijkheid en aanbod van palliatieve zorgen
- Samenwerken met verschillende partners in de regio en de samenwerking tss deze
partners bevorderen
- Vormen, trainen en opleiden van ZV
- Helpen organiseren en ondersteunen van vrijwilligerswerk in palliatieve zorg
- Verzamelen van cijfergegevens over de geboden palliatieve zorgverlening in de regio
Aantal voorwaarden voor financiering:
- Elke gemeente in Vlaanderen wordt ingedeeld in een werkingsgebied
- In de organisatiestructuur is er een evenwichtige verdeling van intra- en extramurale
voorzieningen
- Elk netwerk palliatieve zorg dient een samenwerking met palliatieve thuiszorgequipe uit
te bouwen.
3.3. De verschillende settings
Mobiele Pijn- en symptoomcontrole, psychosociale ondersteuning, uitlenen van
thuiszorg equipe materiaal, organisatie van thuiszorg, inschakelen van vrijwilligers
Palliatief Mobiel team dat samen werkt met afdeling waar ZO verblijft.
support-team in
ZH (PST)
Palliatieve Aparte entiteit, al of niet verbonden aan ZH, met min. 6 en max. 12 bedden.
eenheid in ZH Pijn- en symptoomcontrole, psychosociale begeleiding, rouwvoorbereiding en -
begeleiding.
Zo volwaardig mogelijk leven in relatie met geliefden en diepere levensvragen
bespreken, bezoek is doorlopend en familie kan zo nodig blijven overnachten en
kunnen bij de verzorging betrokken worden.
Palliatief Ondersteuning en bijscholing van het personeel, behandelend team
support-team in ondersteunen in uitvoeren van comfortzorg
WZC
Dagcentrum Bieden een waardevol aanbod aan activiteiten, faciliteiten en professionele hulp
voor ZO. Bevorderen terugkeer naar huis vanuit ZH, ontlasten mantelzorger en
zieken vinden veel vriendschap en steun bij lotgenoten, professionele
medewerkers en vrijwilligers
Hospice Bestaat niet in België, wel in Nederland
Vrijwilligers In gelijk welke setting, geen professionele opdracht, ondersteunen van de ZO en
zijn omgeving.
, 4. Begrippenkader medisch begeleid sterven
4.1. Al of niet curatief of levensverlengend handelen
Het opstarten of voortzetten van een curatieve of levensverlengende behandeling.
Niet behandelbeslissing: “het staken of nalaten v/e curatieve of levensverlengende
behandeling omdat deze behandeling i/d gegeven situatie als niet langer zinvol of
doeltreffend wordt beoordeeld”.
Weigeren van behandeling: “het staken of nalaten v/e curatieve of levensverlengende
behandeling omdat de patiënt deze behandeling weigert.
4.2. Pijn- en symptoomcontrole
Pijnbestrijding = het toedienen van analgetica en/of andere medicatie in doseringen en
combinaties vereist om pijn op adequate wijze te controleren.
Palliatieve sedatie = het toedienen van sedativa in doseringen en combinaties de vereist
zijn om het bewustzijn van een terminale patiënt zoveel te verlagen als nodig om één of
meerdere refractaire symptomen op adequate wijze te controleren.
Totale pijn = niet enkel lichamelijk, maar ook emotioneel, spiritueel en sociaal.
4.3. Actieve levensbeëindiging
Euthanasie = opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene, op
diens verzoek.
Hulp bij zelfdoding = opzettelijk meewerken aan een opzettelijk levensbeëindigend
handelen door de betrokkene.
Actieve levensbeëindiging zonder verzoek = opzettelijke levensbeëindigend handelen
door een andere dan de betrokkene, niet op diens verzoek.
Pijnbestrijding Palliatieve sedatie Actieve
levensbeëindiging
Intentie Symptoombehandeling Symptoombehandeling Levensbeëindiging
Handeli Zoveel medicatie als Zoveel medicatie als Zoveel medicatie als
ng nodig om pijn onder nodig op symptomen om nodig om leven te
controle te krijgen controle te krijgen beëindigen
(proportionaliteit) (proportionaliteit)
Resultaa Levensverkorting zeer Levensverkorting Levensbeëindiging (per
t uitzonderlijk uitzonderlijk definitie)
(levensverlenging niet)
5. Vroegtijdige zorgplanning (VZP)
5.1. Wat is VZP
= expliciteren van waarden en voorkeuren van de patiënt over zijn toekomstige zorg.
Een manier om inspraak te houden als je zelf niet meer kan beslissen, touwtjes in eigen
handen houden voldoende overleg is noodzakelijk.
Gesteund door de wet betreffende de rechten van de patiënt iedereen heeft telkens
het recht om toestemming te geven vooraleer een bepaalde behandeling opgestart wordt of
om een behandeling te weigeren op stop te zetten, ook al is die levensreddend of
levensverlengend.
Voordelen bij implementeren van VZP: betere zorg aan levenseinde, in waarheid omgaan
met elkaar, kans om afscheid te nemen, geruststelling, inspraak en controle, empowerment,
realistische hoop, diepere gesprekken zorgen voor een sterkere band, ontlasten van familie,
goede arts- en patiëntrelatie.