2024 PAK-toets
Voorbereiding PAK-toets Ba2
Hart en vaten
1. Verschillen linker- en rechterventrikel: intraventriculaire drukken, voor- en nabelas8ng, arbeid,
wanddikte ventrikel.
Intraventriculaire drukken:
Preload à s3jgt bij groter eind-diastolisch volume (EDV) door uitrekking van sarcomeren à zorgt voor
s3jging van slagvolume à a@ankelijk van veneuze retour
- Linkerventrikel à a@ankelijk van de PCWP (Pulmonary Capillary Wedge Pressure)
- Rechterventrikel à a@ankelijk van CVP (Central Venous Pressure)
AHerload à s3jgt bij toenemende druk achter de ventrikels à hoe lager de druk waartegen de
ventrikels moeten opgaan hoe sneller de kleppen zullen openen => hoe hoger het slagvolume en hoe
lager het eind-systolisch volume (ESV)
- Linkerventrikel à a@ankelijk van systolische aortadruk
- Rechterventrikel à a@ankelijk van pulmonalisdruk
Inotropie à contrac3liteit van de wand à a@ankelijk van intrinsieke cellulaire mechanismen (o.a. OS)
Linkerventrikel voert meer arbeid uit dan rechter omdat de het bloed doorheen de gehele systemische
circula3e moet pompen i.p.v. enkel door de longen à linkerventrikel heeH hiervoor een aanzienlijk
dikkere wand dan het rechterventrikel
1
,2024 PAK-toets
2. Har=onen: oorsprong en rela8e met hartac8e van 1e, 2e, 3e en 4e har=oon.
S1 à sluiten van AV-kleppen einddiastole
S2 à sluiten van aorta (eerst) en pulmonalis eindsystoleà zo kort opeen dat je het hoort als 1 toon
S3 à snelle vroege ventrikelvulling à als kind normaal maar kan bij volwassenen wijzen op erns3ge
klepinsufficiën3e of harUalen
S4 à atriale contrac3e einddiastole à te horen bij verhoogde EDP in linkerventrikel à bij ouderen
mogelijks normaal door daling contrac3liteit
à S3 en S4 samen zorgen voor een soort gallopritme
3. Principe van depolarisa8e en prikkelgeleiding in de hartspier en rol van de sinusknoop.
Voltage-gated Na+-kanalen openen waardoor er stroom van ionen optreedt naar binnenzijde van de cel
à membraan depolariseert rich3ng de Nernst-poten3aal van Na+ à op den duur zal de drijvende kracht
van Na+ verlagen à Na+-kanalen sluiten en K+-kanalen openen à hebben door depolarisa3e even een
veel grotere drijvende kracht à er treedt repolarisa3e op à Ca2+-kanalen openen terwijl K+-kanalen nog
open zijn à conductan3es zijn gelijk à Ca2+-influx maar ook K+-efflux die elkaar opheffen => geen
verandering in membraanpoten3aal = plateaufase à uiteindelijk zal de drijvende kracht voor K+ groter
zijn en zal de membraanpoten3aal zich terug herstellen (volledige repolarisa3e)
à Plateaufase zorgt ervoor dat er 3jd is voor de effec3eve contrac3e
à Dit ondergaat elke hartcel zo’n 100.000 keer per dag
2
,2024 PAK-toets
Ac3epoten3aal hart:
0. Snelle depolarisa3e
1. Repolariserende notch
2. Plateaufase
3. Repolarisa3efase
4. Rustmembraanpoten3aal
Ac3epoten3aal sinusknoop:
- Fase 0 à trage depolarisa3e à treshhold voor calciumkanalen wordt bereikt à openen à
influx door grote drijvende kracht à depolarisa3e à ondertussen ook ac3va3e van
kaliumkanalen
- Fase 3 à repolarisa3e à kaliumefflux zorgt voor repolarisa3e terug naar
rustmembraanpoten3aal
à Geen plateaufase aangezien deze cellen geen contrac3ele func3e hebben à dient enkel voor
ritmebepaling
3
, 2024 PAK-toets
- Fase 4 à hyperpolarisa3e à gespecialiseerde voltage-gated natriumkanalen openen en zorgen
voor trage natriuminflux die zorgt voor depolarisa3e van het membraan à zorgt voor triggering
van calciumkanalen wat zorgt voor verdere depolarisa3e en uiteindelijk ontstaan van een nieuwe
AP
Elektrische geleiding à hoe de ac3epoten3alen zich verspreiden van de ene cel naar de andere over het
hartweefsel à 3 grote types geleiding:
- Spiergeleiding in atria en ventrikels à snelle respons AP (=> natriumgedreven) à cel-cel
koppeling via gap-junc3ons
- AV-knoop geleiding à trage respons AP (=> calciumgedreven) à werkt als filter om
ritmestoornissen te voorkomen à stoornis in de atria zal zo niet per sé zorgen voor stoornis in
de ventrikels à zorgt voor vertraging
à Gereguleerd via ortho- en parasympa3sch ZS
- Geleiding in Purkinjevezels à snelle respons AP (=> natriumgedreven) à zenuwach3ge
structuur die heel snel geleidt
à Conduc3esnelheid bepaald door de upstroke van de AP à hoe sneller de upstroke hoe sneller er een
AP ontstaat en hoe sneller dus ook de conduc3e
Cel-cel koppeling à niet-pacemaker ac3epoten3alen worden getriggered door depolarisa3e adoms3g
van naburige cellen bij een natriuminflux doorheen gap-junc3ons in de intercallaire schijven à lokale
depolarisa3e die treshhold bereikt en dan AP opwekt
4. Hartritme: normaalwaarden, regula8e en reflexen.
Normale harUrequen3e = 60 – 80 bpm à kan maximaal oplopen tot 220 – leeHijd
Adrenerge en muscarinereceptoren hart en bloedvaten:
à b-receptoren zijn belangrijkste in hart en zorgen in vaten voor vasodilata3e
à OS en PS zijn al3jd in min of meerdere mate ac3ef à ac3viteit noemen we de tonus à door
receptoren te blokkeren a.d.h.v. een farmacon gaat deze receptoren niet meer reageren op hun agonist
à door er bepaalde te gaan blokkeren kun je zien welke de overhand heeH in het evenwicht tussen OS
en PS à zo ontdekt dat PS de meeste invloed heeH op het hartritme => hoge parasympa3sche tonus
4
Voorbereiding PAK-toets Ba2
Hart en vaten
1. Verschillen linker- en rechterventrikel: intraventriculaire drukken, voor- en nabelas8ng, arbeid,
wanddikte ventrikel.
Intraventriculaire drukken:
Preload à s3jgt bij groter eind-diastolisch volume (EDV) door uitrekking van sarcomeren à zorgt voor
s3jging van slagvolume à a@ankelijk van veneuze retour
- Linkerventrikel à a@ankelijk van de PCWP (Pulmonary Capillary Wedge Pressure)
- Rechterventrikel à a@ankelijk van CVP (Central Venous Pressure)
AHerload à s3jgt bij toenemende druk achter de ventrikels à hoe lager de druk waartegen de
ventrikels moeten opgaan hoe sneller de kleppen zullen openen => hoe hoger het slagvolume en hoe
lager het eind-systolisch volume (ESV)
- Linkerventrikel à a@ankelijk van systolische aortadruk
- Rechterventrikel à a@ankelijk van pulmonalisdruk
Inotropie à contrac3liteit van de wand à a@ankelijk van intrinsieke cellulaire mechanismen (o.a. OS)
Linkerventrikel voert meer arbeid uit dan rechter omdat de het bloed doorheen de gehele systemische
circula3e moet pompen i.p.v. enkel door de longen à linkerventrikel heeH hiervoor een aanzienlijk
dikkere wand dan het rechterventrikel
1
,2024 PAK-toets
2. Har=onen: oorsprong en rela8e met hartac8e van 1e, 2e, 3e en 4e har=oon.
S1 à sluiten van AV-kleppen einddiastole
S2 à sluiten van aorta (eerst) en pulmonalis eindsystoleà zo kort opeen dat je het hoort als 1 toon
S3 à snelle vroege ventrikelvulling à als kind normaal maar kan bij volwassenen wijzen op erns3ge
klepinsufficiën3e of harUalen
S4 à atriale contrac3e einddiastole à te horen bij verhoogde EDP in linkerventrikel à bij ouderen
mogelijks normaal door daling contrac3liteit
à S3 en S4 samen zorgen voor een soort gallopritme
3. Principe van depolarisa8e en prikkelgeleiding in de hartspier en rol van de sinusknoop.
Voltage-gated Na+-kanalen openen waardoor er stroom van ionen optreedt naar binnenzijde van de cel
à membraan depolariseert rich3ng de Nernst-poten3aal van Na+ à op den duur zal de drijvende kracht
van Na+ verlagen à Na+-kanalen sluiten en K+-kanalen openen à hebben door depolarisa3e even een
veel grotere drijvende kracht à er treedt repolarisa3e op à Ca2+-kanalen openen terwijl K+-kanalen nog
open zijn à conductan3es zijn gelijk à Ca2+-influx maar ook K+-efflux die elkaar opheffen => geen
verandering in membraanpoten3aal = plateaufase à uiteindelijk zal de drijvende kracht voor K+ groter
zijn en zal de membraanpoten3aal zich terug herstellen (volledige repolarisa3e)
à Plateaufase zorgt ervoor dat er 3jd is voor de effec3eve contrac3e
à Dit ondergaat elke hartcel zo’n 100.000 keer per dag
2
,2024 PAK-toets
Ac3epoten3aal hart:
0. Snelle depolarisa3e
1. Repolariserende notch
2. Plateaufase
3. Repolarisa3efase
4. Rustmembraanpoten3aal
Ac3epoten3aal sinusknoop:
- Fase 0 à trage depolarisa3e à treshhold voor calciumkanalen wordt bereikt à openen à
influx door grote drijvende kracht à depolarisa3e à ondertussen ook ac3va3e van
kaliumkanalen
- Fase 3 à repolarisa3e à kaliumefflux zorgt voor repolarisa3e terug naar
rustmembraanpoten3aal
à Geen plateaufase aangezien deze cellen geen contrac3ele func3e hebben à dient enkel voor
ritmebepaling
3
, 2024 PAK-toets
- Fase 4 à hyperpolarisa3e à gespecialiseerde voltage-gated natriumkanalen openen en zorgen
voor trage natriuminflux die zorgt voor depolarisa3e van het membraan à zorgt voor triggering
van calciumkanalen wat zorgt voor verdere depolarisa3e en uiteindelijk ontstaan van een nieuwe
AP
Elektrische geleiding à hoe de ac3epoten3alen zich verspreiden van de ene cel naar de andere over het
hartweefsel à 3 grote types geleiding:
- Spiergeleiding in atria en ventrikels à snelle respons AP (=> natriumgedreven) à cel-cel
koppeling via gap-junc3ons
- AV-knoop geleiding à trage respons AP (=> calciumgedreven) à werkt als filter om
ritmestoornissen te voorkomen à stoornis in de atria zal zo niet per sé zorgen voor stoornis in
de ventrikels à zorgt voor vertraging
à Gereguleerd via ortho- en parasympa3sch ZS
- Geleiding in Purkinjevezels à snelle respons AP (=> natriumgedreven) à zenuwach3ge
structuur die heel snel geleidt
à Conduc3esnelheid bepaald door de upstroke van de AP à hoe sneller de upstroke hoe sneller er een
AP ontstaat en hoe sneller dus ook de conduc3e
Cel-cel koppeling à niet-pacemaker ac3epoten3alen worden getriggered door depolarisa3e adoms3g
van naburige cellen bij een natriuminflux doorheen gap-junc3ons in de intercallaire schijven à lokale
depolarisa3e die treshhold bereikt en dan AP opwekt
4. Hartritme: normaalwaarden, regula8e en reflexen.
Normale harUrequen3e = 60 – 80 bpm à kan maximaal oplopen tot 220 – leeHijd
Adrenerge en muscarinereceptoren hart en bloedvaten:
à b-receptoren zijn belangrijkste in hart en zorgen in vaten voor vasodilata3e
à OS en PS zijn al3jd in min of meerdere mate ac3ef à ac3viteit noemen we de tonus à door
receptoren te blokkeren a.d.h.v. een farmacon gaat deze receptoren niet meer reageren op hun agonist
à door er bepaalde te gaan blokkeren kun je zien welke de overhand heeH in het evenwicht tussen OS
en PS à zo ontdekt dat PS de meeste invloed heeH op het hartritme => hoge parasympa3sche tonus
4