2023 PAK-toets
Voorbereiding PAK-toets Ba1
Gene$ca
1. Wat is een chromosoom? Wat is een gen?
Een chromosoom is opgebouwd uit gecondenseerde chroma4nevezels gewikkeld rond histonen
bestaande uit nucleo4den die een unieke code vormen à codeert voor alle eiwi9en in ons lichaam
en voor de regulering ervan
De gene4sche code bestaat uit verschillende genen à elk gen codeert voor een specifiek eiwit en is
opgebouwd uit codons van 3 nucleo4den die elk coderen voor een aminozuur van het eiwit
Genstructuur:
2. Hoe ontstaat trisomie 21?
Downsyndroom = trisomie 21 à numerieke chromosoomafwijking à ontstaat door nondisjunc4e
4jdens meiose of soms 4jdens mitose
à Bij trisomie 21 gaat er dus een nondisjunc4e voorkomen van chromosoom 21 en gaat de zygote
ontstaan uit een disomische en een normale gameet
à Een nondisjunc4e 4jdens de mitose zorgt voor mozaïcisme in de cellen
3. Wat is het effect van de lee9ijd van de ouder (man en vrouw) op het ontstaan van
gene@sche afwijkingen bij kinderen?
Nondisjunc4e is vaak het gevolg van een verouderingseffect van de eicellen => vaak ligt het
probleem bij de moeder à risico op trisomie 21 s4jgt met leeJijd moeder
In het algemeen wordt sowieso het risico op gene4sche afwijkingen groter met s4jgende leeJijd van
de ouders
1
,2023 PAK-toets
4. Hoeveel nucleo@den, genen en chromosomen telt het menselijk genoom?
Nucleo4den à 3 miljard
Genen à 22.000
Chromosomen à 46 (23 verschillende)
5. Wat is het verschil tussen transcrip@e en transla@e?
Transcrip4e is het proces waarbij er van een gen een RNA-kopie wordt gecreëerd door RNA-
polymerase
Transla4e is het proces waarbij het mRNA wordt afgelezen door een ribosoom t.v.v. een primair eiwit
opgebouwd uit de nodige aminozuren
6. Wat zijn de klinische kenmerken, gene@sche afwijking(en), herhalingsrisico’s e,
overerving bij volgende ziektebeelden?
Turnersyndroom:
- Klinische kenmerken
• Kortere gestalte
• Breed borstbeen
• Lage haargrens
• Brede nek
• Overtollige huid
• Ophoping vocht in handen en voeten
• Verminderde vruchtbaarheid
• Mogelijkse hartafwijkingen, nierproblemen en leerproblemen
- Gene4sche afwijking à wordt veroorzaakt door een ontbrekend (of gedeeltelijk ontbrekend)
X-chromosoom => slechts 1 X-chromosoom (XO) à meestal door willekeurige fout 4jdens
gametogenese
- Herhalingsrisico en overerving à meestal niet erfelijk maar wel vergrote kans op kind met
Turner bij moeder met Turner
Downsyndroom:
- Klinische kenmerken
• Schuin naar boven staande ogen
• Pla9e neusbrug
• Kleinere mond met uitstekende tong
• Lagere spierspanning
• Korte gestalte
• Grote kans op intellectuele beperkingen en verhoogde kans op hartafwijkingen, GI-
aandoeningen en gehoorverlies
- Gene4sche afwijking à trisomie 21 => 3 chromosomen 21 i.p.v. 2 à door nondisjunc4e
4jdens meiose à kan voorkomen onder de vorm van een Robertsoniaanse transloca4e
- Herhalingsrisico en overerving à ontstaat meestal sporadisch maar kans wordt groter met
leeJijd ouders (vnl. moeder)
Klinefeltersyndroom:
- Klinische kenmerken
• Verminderde vruchtbaarheid en hypogonadisme => verminderde
testosteronproduc4e
2
,2023 PAK-toets
• Lange ledematen
• Borst- (gynaecomas4e) en heupvorming
• Verminderde spiermassa
• Leerproblemen
• Emo4onele/gedragsproblemen
- Gene4sche afwijking à extra X-chromosoom bij mannen => XXY à meestal gevolg van fout
in gametogenese
- Herhalingsrisico en overerving à komt sporadisch voor
Fragiele X-syndroom:
- Klinische kenmerken
• Intellectuele beperkingen en gedragsproblemen
• Lang gezicht
• Grote oren
• Hoog voorhoofd
• Soms sociale angst, aandachtsproblemen en hyperac4viteit
- Gene4sche afwijking à herhaling van specifieke DNA-sequen4e (FMR1) op het X-
chromosoom à zorgt voor inac4ef gen
- Herhalingsrisico en overerving à X-gebonden dominante overerving à een aangedane
vader geeJ het aan al zijn dochters door en niet aan zijn zonen terwijl een aangedane
moeder zorgt voor 50% kans op doorgeven van de aandoening ongeacht het geslacht van de
kinderen
Mucoviscidose:
- Klinische kenmerken à aandoening die zorgt voor abnormale produc4e van taai slijm =>
problemen met:
• Luchtwegen (met luchtweginfec4es tot gevolg)
• Spijsverteringsstelsel à o.a. meconium ileus en steatorree
• Groeiachterstand
• Onvruchtbaarheid à cervicale mucus te taai of congenitaal afwezige vas deferens
(bilateraal)
- Gene4sche afwijking à muta4es in CFTR-gen (Cys4c Fibrosis Conductance Regulator) à
zorgt voor transmembraan proteïne verantwoordelijk voor Cl--transport
- Herhalingsrisico en overerving à autosomaal recessieve overerving met een herhalingsrisico
van ¼ indien beide ouders drager zijn
Familiale hypercholesterolemie
- Klinische kenmerken
• Cholesterol deposi4es
• Verhoogde cholesterol in bloed à zorgt voor vroeg4jdige ontwikkeling hart- en
vaatziekten
- Gene4sche afwijking à loss-of-func4on muta4e in LDLR-gen
- Herhalingsrisico en overerving à semidominant => verhoging van cholesterolgehalte en
maar 50% LDLR-ac4viteit bij 1 gemuteerd gen maar veel grotere verhoging van cholesterol
en geen LDLR-ac4viteit bij 2 gemuteerde genen à herhalingsrisico wel 1/2
Chorea van Hun4ngton:
- Klinische kenmerken:
• Erfelijke neurodegenera4eve aandoening
• Manifesteert in volwassenheid
• Progressieve bewegingsstoornissen à ook onwillekeurige, chorea4sche bewegingen
3
, 2023 PAK-toets
• Spiers4jjeid
• Evenwichtsproblemen
• Mogelijkse cogni4eve achteruitgang, emo4onele stoornissen en psychiatrische
symptomen
- Gene4sche afwijking à muta4e in HTT-gen à zorgt voor abnormale uitbreiding van CAG
repeat sequen4es => vorming abnormaal eiwit
- Herhalingsrisico en overerving à autosomaal dominante overerving => herhalingsrisico ½
7. Wat kan er met een karyotypering opgespoord worden? Wat niet?
Met karyotypering kunnen we numerieke en chromosoomafwijkingen opsporen (vb. trisomie 21) à
niet heel geschikt voor kleinere muta4es en al zeker niet voor puntmuta4es
8. Wat kan er met een array onderzoek opgespoord worden? Wat niet?
Met array kunnen we dele4es, duplica4es of expressieverschillen op te sporen à ook geschikt voor
puntmuta4es (SNP) à niet geschikt voor structurele chromosoomafwijkingen zoals transloca4es
(gebalanceerde muta4es)
9. Wat kan er met FISH-analyse opgespoord worden?
Met FISH (Fluorescente In Situ Hybridisa4e) kunnen we dele4es, duplica4es en herrangschikkingen
opsporen à iets minder goed voor kleine structurele afwijkingen of sub4ele veranderingen
10. Wat zijn de risico’s voor de zwangerschap en nakomelingen bij ouders die drager zijn
van transloca@e of inversie?
Inversie:
- Pericentrisch (centromeer bevindt zich in zone van inversie) à na inversie gebeurt er vaak
dele4e/duplica4e van de niet-geïnverteerde segmenten à chromosoom dat overblijJ bevat
nog steeds een centromeer à kan bij een kleine inversie zorgen voor een miskraam en voor
mentale/fysieke handicap bij een grote inversie
- Paracentrisch (centromeer niet meegenomen in inversie) à bij dele4e/duplica4e niet-
geïnverteerde segmenten ontstaat er een acentrisch/dicentrisch chromosoom à in regel
een miskraam
à Transloca4e is eigenlijk zowat het omgekeerde à wanneer een stuk chromosoom met
centromeer en al op een ander chromosoom geplaatst wordt is daar een dicentrisch chromosoom en
dat zorgt in regel ook voor een miskraam
11. Overervingswijze uit stamboom kunnen afleiden
Zie samenvamng Medische Gene4ca hoofdstuk 1
12. Wat is het verschil tussen een verlies-aan-func@e muta@e en een winst-aan-func@e
muta@e?
- Loss-of-func4on à verminderde/volledig verloren func4e van betrokken gen à kan zorgen
voor recessieve aandoeningen of dominante aandoeningen (= haploinsufficiën4e)
4
Voorbereiding PAK-toets Ba1
Gene$ca
1. Wat is een chromosoom? Wat is een gen?
Een chromosoom is opgebouwd uit gecondenseerde chroma4nevezels gewikkeld rond histonen
bestaande uit nucleo4den die een unieke code vormen à codeert voor alle eiwi9en in ons lichaam
en voor de regulering ervan
De gene4sche code bestaat uit verschillende genen à elk gen codeert voor een specifiek eiwit en is
opgebouwd uit codons van 3 nucleo4den die elk coderen voor een aminozuur van het eiwit
Genstructuur:
2. Hoe ontstaat trisomie 21?
Downsyndroom = trisomie 21 à numerieke chromosoomafwijking à ontstaat door nondisjunc4e
4jdens meiose of soms 4jdens mitose
à Bij trisomie 21 gaat er dus een nondisjunc4e voorkomen van chromosoom 21 en gaat de zygote
ontstaan uit een disomische en een normale gameet
à Een nondisjunc4e 4jdens de mitose zorgt voor mozaïcisme in de cellen
3. Wat is het effect van de lee9ijd van de ouder (man en vrouw) op het ontstaan van
gene@sche afwijkingen bij kinderen?
Nondisjunc4e is vaak het gevolg van een verouderingseffect van de eicellen => vaak ligt het
probleem bij de moeder à risico op trisomie 21 s4jgt met leeJijd moeder
In het algemeen wordt sowieso het risico op gene4sche afwijkingen groter met s4jgende leeJijd van
de ouders
1
,2023 PAK-toets
4. Hoeveel nucleo@den, genen en chromosomen telt het menselijk genoom?
Nucleo4den à 3 miljard
Genen à 22.000
Chromosomen à 46 (23 verschillende)
5. Wat is het verschil tussen transcrip@e en transla@e?
Transcrip4e is het proces waarbij er van een gen een RNA-kopie wordt gecreëerd door RNA-
polymerase
Transla4e is het proces waarbij het mRNA wordt afgelezen door een ribosoom t.v.v. een primair eiwit
opgebouwd uit de nodige aminozuren
6. Wat zijn de klinische kenmerken, gene@sche afwijking(en), herhalingsrisico’s e,
overerving bij volgende ziektebeelden?
Turnersyndroom:
- Klinische kenmerken
• Kortere gestalte
• Breed borstbeen
• Lage haargrens
• Brede nek
• Overtollige huid
• Ophoping vocht in handen en voeten
• Verminderde vruchtbaarheid
• Mogelijkse hartafwijkingen, nierproblemen en leerproblemen
- Gene4sche afwijking à wordt veroorzaakt door een ontbrekend (of gedeeltelijk ontbrekend)
X-chromosoom => slechts 1 X-chromosoom (XO) à meestal door willekeurige fout 4jdens
gametogenese
- Herhalingsrisico en overerving à meestal niet erfelijk maar wel vergrote kans op kind met
Turner bij moeder met Turner
Downsyndroom:
- Klinische kenmerken
• Schuin naar boven staande ogen
• Pla9e neusbrug
• Kleinere mond met uitstekende tong
• Lagere spierspanning
• Korte gestalte
• Grote kans op intellectuele beperkingen en verhoogde kans op hartafwijkingen, GI-
aandoeningen en gehoorverlies
- Gene4sche afwijking à trisomie 21 => 3 chromosomen 21 i.p.v. 2 à door nondisjunc4e
4jdens meiose à kan voorkomen onder de vorm van een Robertsoniaanse transloca4e
- Herhalingsrisico en overerving à ontstaat meestal sporadisch maar kans wordt groter met
leeJijd ouders (vnl. moeder)
Klinefeltersyndroom:
- Klinische kenmerken
• Verminderde vruchtbaarheid en hypogonadisme => verminderde
testosteronproduc4e
2
,2023 PAK-toets
• Lange ledematen
• Borst- (gynaecomas4e) en heupvorming
• Verminderde spiermassa
• Leerproblemen
• Emo4onele/gedragsproblemen
- Gene4sche afwijking à extra X-chromosoom bij mannen => XXY à meestal gevolg van fout
in gametogenese
- Herhalingsrisico en overerving à komt sporadisch voor
Fragiele X-syndroom:
- Klinische kenmerken
• Intellectuele beperkingen en gedragsproblemen
• Lang gezicht
• Grote oren
• Hoog voorhoofd
• Soms sociale angst, aandachtsproblemen en hyperac4viteit
- Gene4sche afwijking à herhaling van specifieke DNA-sequen4e (FMR1) op het X-
chromosoom à zorgt voor inac4ef gen
- Herhalingsrisico en overerving à X-gebonden dominante overerving à een aangedane
vader geeJ het aan al zijn dochters door en niet aan zijn zonen terwijl een aangedane
moeder zorgt voor 50% kans op doorgeven van de aandoening ongeacht het geslacht van de
kinderen
Mucoviscidose:
- Klinische kenmerken à aandoening die zorgt voor abnormale produc4e van taai slijm =>
problemen met:
• Luchtwegen (met luchtweginfec4es tot gevolg)
• Spijsverteringsstelsel à o.a. meconium ileus en steatorree
• Groeiachterstand
• Onvruchtbaarheid à cervicale mucus te taai of congenitaal afwezige vas deferens
(bilateraal)
- Gene4sche afwijking à muta4es in CFTR-gen (Cys4c Fibrosis Conductance Regulator) à
zorgt voor transmembraan proteïne verantwoordelijk voor Cl--transport
- Herhalingsrisico en overerving à autosomaal recessieve overerving met een herhalingsrisico
van ¼ indien beide ouders drager zijn
Familiale hypercholesterolemie
- Klinische kenmerken
• Cholesterol deposi4es
• Verhoogde cholesterol in bloed à zorgt voor vroeg4jdige ontwikkeling hart- en
vaatziekten
- Gene4sche afwijking à loss-of-func4on muta4e in LDLR-gen
- Herhalingsrisico en overerving à semidominant => verhoging van cholesterolgehalte en
maar 50% LDLR-ac4viteit bij 1 gemuteerd gen maar veel grotere verhoging van cholesterol
en geen LDLR-ac4viteit bij 2 gemuteerde genen à herhalingsrisico wel 1/2
Chorea van Hun4ngton:
- Klinische kenmerken:
• Erfelijke neurodegenera4eve aandoening
• Manifesteert in volwassenheid
• Progressieve bewegingsstoornissen à ook onwillekeurige, chorea4sche bewegingen
3
, 2023 PAK-toets
• Spiers4jjeid
• Evenwichtsproblemen
• Mogelijkse cogni4eve achteruitgang, emo4onele stoornissen en psychiatrische
symptomen
- Gene4sche afwijking à muta4e in HTT-gen à zorgt voor abnormale uitbreiding van CAG
repeat sequen4es => vorming abnormaal eiwit
- Herhalingsrisico en overerving à autosomaal dominante overerving => herhalingsrisico ½
7. Wat kan er met een karyotypering opgespoord worden? Wat niet?
Met karyotypering kunnen we numerieke en chromosoomafwijkingen opsporen (vb. trisomie 21) à
niet heel geschikt voor kleinere muta4es en al zeker niet voor puntmuta4es
8. Wat kan er met een array onderzoek opgespoord worden? Wat niet?
Met array kunnen we dele4es, duplica4es of expressieverschillen op te sporen à ook geschikt voor
puntmuta4es (SNP) à niet geschikt voor structurele chromosoomafwijkingen zoals transloca4es
(gebalanceerde muta4es)
9. Wat kan er met FISH-analyse opgespoord worden?
Met FISH (Fluorescente In Situ Hybridisa4e) kunnen we dele4es, duplica4es en herrangschikkingen
opsporen à iets minder goed voor kleine structurele afwijkingen of sub4ele veranderingen
10. Wat zijn de risico’s voor de zwangerschap en nakomelingen bij ouders die drager zijn
van transloca@e of inversie?
Inversie:
- Pericentrisch (centromeer bevindt zich in zone van inversie) à na inversie gebeurt er vaak
dele4e/duplica4e van de niet-geïnverteerde segmenten à chromosoom dat overblijJ bevat
nog steeds een centromeer à kan bij een kleine inversie zorgen voor een miskraam en voor
mentale/fysieke handicap bij een grote inversie
- Paracentrisch (centromeer niet meegenomen in inversie) à bij dele4e/duplica4e niet-
geïnverteerde segmenten ontstaat er een acentrisch/dicentrisch chromosoom à in regel
een miskraam
à Transloca4e is eigenlijk zowat het omgekeerde à wanneer een stuk chromosoom met
centromeer en al op een ander chromosoom geplaatst wordt is daar een dicentrisch chromosoom en
dat zorgt in regel ook voor een miskraam
11. Overervingswijze uit stamboom kunnen afleiden
Zie samenvamng Medische Gene4ca hoofdstuk 1
12. Wat is het verschil tussen een verlies-aan-func@e muta@e en een winst-aan-func@e
muta@e?
- Loss-of-func4on à verminderde/volledig verloren func4e van betrokken gen à kan zorgen
voor recessieve aandoeningen of dominante aandoeningen (= haploinsufficiën4e)
4