Burgerschap en cultureel werk
Burgerschap
1 sociologische kijk op vrije tijd
Vrije tijd en cultuur als grondrecht
Mensenrechtenverdrag (recht op:)
o Rust, vrije tijd, beperkte arbeidstijd, vakanties met behoud loon
o Deelname culturele leven (genieten kunst)
Kinderrechtenverdrag
o Recht om te spelen, te rusten, zich te ontspannen en deel te nemen aan culturele en
artistieke activiteiten.
Belgische grondwet: recht op culturele en MS ontplooiing.
Wat is vrije tijd
Oude definitie 8+8+8 = Arbeidstijd + slaaptijd + vrijetijd = 24u
Vrije tijd = niet-arbeidstijd en niet-slaaptijd
Probleem: huishoudelijke taken vrije tijd?
Nieuwe verwoording
Niet arbeidstijd – niet zorgtijd – niet slaaptijd
Bestaat uit:
o Lummeltijd: vrij om in te vullen
o Georganiseerde vrijetijd: binnen vastgestelde uren (bv. sportclub)
Alles buiten de basisbehoeften
Alle tijd als enkel voorzien wordt in basisbehoefte (niet meer werken dan nodig + huishoudelijke taken tot
hoogstnodige)
Waarom meer werken dan nodig
Status
o Opleiding - job met aanzien - …
o druk-druk-druk
o Luxe producten: wagen (s) – meerdere reizen per jaar - ….
Verantwoordelijkheid
Erkenning
Job is een meerwaarde voor de wereld
Wat is het niet
Residuele tijd: hoeveelheid resterende tijd die nodig is om een taak, project, of proces te voltooien
Overblijft na alle soorten arbeid (zorg + huishoudelijke klussen)
Doen wat je wilt na alle verplichtingen (vrije keuze)
1
,Invulling van vrije tijd
Voorbeelden: lezen, digitale media, koken, vrijwilligerswerk, muziek luisteren, verplaatsen
Dynamisch: veranderd doorheen de tijd (vroeger anders dan nu)
Temporele dimensies: manier waarop vrije tijd wordt ervaart + waaraan we deze tijd besteden is
afhankelijk van:
o hoeveel, wanneer ?
o tempo (tss acitiviteiten)
o volgorde (voor -na werk)
bepaald kwaliteit
Statussymbool
o vroeger: veel = status
o nu: weinig = status (druk, druk, druk) de gehaaste vrijetijdsklasse
Hoeveel geld geef je uit in je vrije tijd?
Hoe uniek zijn je vrijetijdsactiviteiten? (skivakantie, weekendje Barcelona,
vakantiehuisje,…)
Klasseverschil vrije tijd
Klassenverschil:
Behoren tot dezelfde groep o.b.v. socio-economisch + cultureel kapitaal
Opdeling steeds vaker gebaseerd op opleidingsniveau en/ of economische status
Onderscheiden o.b.v. levensstijl + culturele smaken
Voorbeeld Fitnes: lage status (clubs mikken op hogere klasse)
Habitus (socioloog Bourdieu)
Habitus: systeem van door opvoedingsprocessen bereikte ideeën die onze waarneming + gedrag dermate
sturen dat ze als eigen, spontaan en vanzelfsprekend worden ervaren. (socioloog Bourdieu)
kiest vrijetijdsactiviteiten die behoren tot je eigen groep of sociale milieu.
manier om je te onderscheiden van anderen.
Is de keuze wel altijd zo vrij?
sociale milieu = ! voor slaagkans (waarden en opvoedprocessen!)
Voorbeelden
Kunstsmaak:
o vaardigheid leren, zelversterkend proces, vormt smaak, o.b.v. ervaringen
o bep. door soc. Milieu milieus zorgt vaak voor bevestiging
jongeren en hun ouders:
o kleden als vrienden (vaak zelfde habitus), en als hun ouders
o ouders kiezen mee sportclub
o vriendengroepen: lijken op elkaar + ouders lijken ook op elkaar
Aan wat besteed je vrije tijd
Bepaald door:
contextuele factoren (bv. corona)
temporele dimensie: afhankelijk tijd die je hebt (wanneer – hoelang - …)
demografische gegevens: geslacht, leeftijd, woonplaats, opleiding
Habitus
Status gevoeligheid
Het nut van vrije tijd
Mentale en fysieke ontspanning
Zelfontplooiing
Engagement
Sociale verbinding
2
,Iedereen recht op cultuur + vrije tijd
Streven naar een zo vrij mogelijke keuze aan vrijetijdsactiviteiten.
Over de klassen heen
Kwaliteitsvolle vrije tijd maakt gelukkig
Vlaming in zijn/haar vrije tijd
Digitale media
Sociale participatie – familie – vrienden bezoeken
Meeste vrije tijd in huis
We hebben niet steeds minder vrije tijd
Ongelijkheid: in activiteiten, hoeveelheid, keuze van tijd
Arbeider vs bediende: (arbeidstijd hetzelfde) bediende meer flexibiliteit makkelijker inplannen
vrije tijd/zorgtijd
Vrouwen vs mannen
o Minder betaalde arbeid dan mannen meer huishoudelijk werk + kindzorg
o Geen verschil uren, wel beleving van vrije tijd
Nachtwerkers andere beleving vrije tijd
Kwaliteit van vrije tijd
Fragmentatie: Korte stukken onderbroken tijd door anderen activiteiten. (Vb 3u maar onderbroken door
mobiliteit, zorg,….
Contaminatie: Combinatie van vrije tijd en andere activiteit (was oplooien + tv kijken)
Lagere kwaliteit van vrije tijd
Niet opladen (grote blokken beter 3u = beter dan 30 min.)
Kaplan’s definitie
vrije tijd: kenmerkt zich door een samenhang van volgende elementen
Geen arbeidstijd (dwang) = geen arbeid (behalve werk is hobby)
Verwachting van ‘plezier’ + Het is mij niet vreemd
Min. van onvrijwillige sociale rol verplichtingen
Idee van ‘vrijheid’ – vrije keuze (zeker mate zelf gekozen)
Dicht bij de eigen culturele waarden
Zeker mate van onbelangrijkheid (Spel, = dit wordt leuk)
Bv. op café met docent = GEEN vrije tijd rol docent blijft
Motivatoren tot vrije tijd
Relaties onderhouden + nieuwe aangaan
Ontwikkelen + onderhouden van kennis en
vaardigheden
Behoefte aan fysieke + mentale ontspanning
Bijdrage leveren aan de SL
(Vlaanderen: vrije tijd zit in de cultuur)
3
, 2 drempels tot vrije tijd (toegankelijkheid van vrije tijd vanuit
organisatieperspectief)
Waarden en normen meegekregen van thuis (sporten, artistiek?)
NIET iedereen moet dezelfde vrijetijdsactiviteiten of culturele activiteiten doen
WEL iedereen moet dezelfde kansen krijgen om deel te nemen
(Bv. plaats, datum, taal)
De overheid
Realiseert het recht op vrije tijd cultuur
Organisaties/burgers ondersteunen die vrijetijdsaanbod ontwikkelen (Vb subsidiëring
theatergezelschappen)
zelf vrijetijdsaanbod te ontwikkelen (Vb speelpleinen)
Wat doen ze
nemen bijkomende maatregelen om de toegankelijkheid van het aanbod te garanderen. (Vb
kortingssystemen)
Stimuleert organisaties om toegankelijk aanbod uit te werken (Vb extra subsidies rond diversiteit)
DE 5 B’s: drempels tot participatie
Betaalbaarheid
Bereikbaarheid
Beschikbaarheid
Begrijpbaarheid
Bruikbaarheid
1 Betaalbaarheid
Trade off: kiezen is verliezen (telefoon vs voetbal) waar krijg ik het meeste van in de plaats
Inschrijvingsgeld
Extra activiteiten: weekend, vervoer wedstrijden, kamp
Kledij en uitrusting
Extra activiteiten vb voor de ouders: spaghetti-avond
2 Bereikbaarheid
Afstand
Bereik met openbaar vervoer
Veiligheid van route
Mentale + fysieke drempels
3 Beschikbaarheid
Fysieke beschikbaarheid: aanbod in de buurt? (mensen met een beperking!)
Inschrijven:
o Gevraagde info?
o Wanneer inschrijven? (voor de zomer…)
o voorwaarden?
o procedure: wachtlijsten?
o Wat na inschrijving?
Begeleiding = persoonlijk contact
4
Burgerschap
1 sociologische kijk op vrije tijd
Vrije tijd en cultuur als grondrecht
Mensenrechtenverdrag (recht op:)
o Rust, vrije tijd, beperkte arbeidstijd, vakanties met behoud loon
o Deelname culturele leven (genieten kunst)
Kinderrechtenverdrag
o Recht om te spelen, te rusten, zich te ontspannen en deel te nemen aan culturele en
artistieke activiteiten.
Belgische grondwet: recht op culturele en MS ontplooiing.
Wat is vrije tijd
Oude definitie 8+8+8 = Arbeidstijd + slaaptijd + vrijetijd = 24u
Vrije tijd = niet-arbeidstijd en niet-slaaptijd
Probleem: huishoudelijke taken vrije tijd?
Nieuwe verwoording
Niet arbeidstijd – niet zorgtijd – niet slaaptijd
Bestaat uit:
o Lummeltijd: vrij om in te vullen
o Georganiseerde vrijetijd: binnen vastgestelde uren (bv. sportclub)
Alles buiten de basisbehoeften
Alle tijd als enkel voorzien wordt in basisbehoefte (niet meer werken dan nodig + huishoudelijke taken tot
hoogstnodige)
Waarom meer werken dan nodig
Status
o Opleiding - job met aanzien - …
o druk-druk-druk
o Luxe producten: wagen (s) – meerdere reizen per jaar - ….
Verantwoordelijkheid
Erkenning
Job is een meerwaarde voor de wereld
Wat is het niet
Residuele tijd: hoeveelheid resterende tijd die nodig is om een taak, project, of proces te voltooien
Overblijft na alle soorten arbeid (zorg + huishoudelijke klussen)
Doen wat je wilt na alle verplichtingen (vrije keuze)
1
,Invulling van vrije tijd
Voorbeelden: lezen, digitale media, koken, vrijwilligerswerk, muziek luisteren, verplaatsen
Dynamisch: veranderd doorheen de tijd (vroeger anders dan nu)
Temporele dimensies: manier waarop vrije tijd wordt ervaart + waaraan we deze tijd besteden is
afhankelijk van:
o hoeveel, wanneer ?
o tempo (tss acitiviteiten)
o volgorde (voor -na werk)
bepaald kwaliteit
Statussymbool
o vroeger: veel = status
o nu: weinig = status (druk, druk, druk) de gehaaste vrijetijdsklasse
Hoeveel geld geef je uit in je vrije tijd?
Hoe uniek zijn je vrijetijdsactiviteiten? (skivakantie, weekendje Barcelona,
vakantiehuisje,…)
Klasseverschil vrije tijd
Klassenverschil:
Behoren tot dezelfde groep o.b.v. socio-economisch + cultureel kapitaal
Opdeling steeds vaker gebaseerd op opleidingsniveau en/ of economische status
Onderscheiden o.b.v. levensstijl + culturele smaken
Voorbeeld Fitnes: lage status (clubs mikken op hogere klasse)
Habitus (socioloog Bourdieu)
Habitus: systeem van door opvoedingsprocessen bereikte ideeën die onze waarneming + gedrag dermate
sturen dat ze als eigen, spontaan en vanzelfsprekend worden ervaren. (socioloog Bourdieu)
kiest vrijetijdsactiviteiten die behoren tot je eigen groep of sociale milieu.
manier om je te onderscheiden van anderen.
Is de keuze wel altijd zo vrij?
sociale milieu = ! voor slaagkans (waarden en opvoedprocessen!)
Voorbeelden
Kunstsmaak:
o vaardigheid leren, zelversterkend proces, vormt smaak, o.b.v. ervaringen
o bep. door soc. Milieu milieus zorgt vaak voor bevestiging
jongeren en hun ouders:
o kleden als vrienden (vaak zelfde habitus), en als hun ouders
o ouders kiezen mee sportclub
o vriendengroepen: lijken op elkaar + ouders lijken ook op elkaar
Aan wat besteed je vrije tijd
Bepaald door:
contextuele factoren (bv. corona)
temporele dimensie: afhankelijk tijd die je hebt (wanneer – hoelang - …)
demografische gegevens: geslacht, leeftijd, woonplaats, opleiding
Habitus
Status gevoeligheid
Het nut van vrije tijd
Mentale en fysieke ontspanning
Zelfontplooiing
Engagement
Sociale verbinding
2
,Iedereen recht op cultuur + vrije tijd
Streven naar een zo vrij mogelijke keuze aan vrijetijdsactiviteiten.
Over de klassen heen
Kwaliteitsvolle vrije tijd maakt gelukkig
Vlaming in zijn/haar vrije tijd
Digitale media
Sociale participatie – familie – vrienden bezoeken
Meeste vrije tijd in huis
We hebben niet steeds minder vrije tijd
Ongelijkheid: in activiteiten, hoeveelheid, keuze van tijd
Arbeider vs bediende: (arbeidstijd hetzelfde) bediende meer flexibiliteit makkelijker inplannen
vrije tijd/zorgtijd
Vrouwen vs mannen
o Minder betaalde arbeid dan mannen meer huishoudelijk werk + kindzorg
o Geen verschil uren, wel beleving van vrije tijd
Nachtwerkers andere beleving vrije tijd
Kwaliteit van vrije tijd
Fragmentatie: Korte stukken onderbroken tijd door anderen activiteiten. (Vb 3u maar onderbroken door
mobiliteit, zorg,….
Contaminatie: Combinatie van vrije tijd en andere activiteit (was oplooien + tv kijken)
Lagere kwaliteit van vrije tijd
Niet opladen (grote blokken beter 3u = beter dan 30 min.)
Kaplan’s definitie
vrije tijd: kenmerkt zich door een samenhang van volgende elementen
Geen arbeidstijd (dwang) = geen arbeid (behalve werk is hobby)
Verwachting van ‘plezier’ + Het is mij niet vreemd
Min. van onvrijwillige sociale rol verplichtingen
Idee van ‘vrijheid’ – vrije keuze (zeker mate zelf gekozen)
Dicht bij de eigen culturele waarden
Zeker mate van onbelangrijkheid (Spel, = dit wordt leuk)
Bv. op café met docent = GEEN vrije tijd rol docent blijft
Motivatoren tot vrije tijd
Relaties onderhouden + nieuwe aangaan
Ontwikkelen + onderhouden van kennis en
vaardigheden
Behoefte aan fysieke + mentale ontspanning
Bijdrage leveren aan de SL
(Vlaanderen: vrije tijd zit in de cultuur)
3
, 2 drempels tot vrije tijd (toegankelijkheid van vrije tijd vanuit
organisatieperspectief)
Waarden en normen meegekregen van thuis (sporten, artistiek?)
NIET iedereen moet dezelfde vrijetijdsactiviteiten of culturele activiteiten doen
WEL iedereen moet dezelfde kansen krijgen om deel te nemen
(Bv. plaats, datum, taal)
De overheid
Realiseert het recht op vrije tijd cultuur
Organisaties/burgers ondersteunen die vrijetijdsaanbod ontwikkelen (Vb subsidiëring
theatergezelschappen)
zelf vrijetijdsaanbod te ontwikkelen (Vb speelpleinen)
Wat doen ze
nemen bijkomende maatregelen om de toegankelijkheid van het aanbod te garanderen. (Vb
kortingssystemen)
Stimuleert organisaties om toegankelijk aanbod uit te werken (Vb extra subsidies rond diversiteit)
DE 5 B’s: drempels tot participatie
Betaalbaarheid
Bereikbaarheid
Beschikbaarheid
Begrijpbaarheid
Bruikbaarheid
1 Betaalbaarheid
Trade off: kiezen is verliezen (telefoon vs voetbal) waar krijg ik het meeste van in de plaats
Inschrijvingsgeld
Extra activiteiten: weekend, vervoer wedstrijden, kamp
Kledij en uitrusting
Extra activiteiten vb voor de ouders: spaghetti-avond
2 Bereikbaarheid
Afstand
Bereik met openbaar vervoer
Veiligheid van route
Mentale + fysieke drempels
3 Beschikbaarheid
Fysieke beschikbaarheid: aanbod in de buurt? (mensen met een beperking!)
Inschrijven:
o Gevraagde info?
o Wanneer inschrijven? (voor de zomer…)
o voorwaarden?
o procedure: wachtlijsten?
o Wat na inschrijving?
Begeleiding = persoonlijk contact
4