Beleid en politiek hoorcollege 2
Polity – institutionele structuren van het politieke systeem
Politics – politieke processen; partij politiek
Policy – inhoud van beleid. De output van polity en politics
I. Macht
Macht
“The probability that one actor within a social relationship will be in a position to carry out
his own will despite resistance, regardless of the basis on which this probability rests”
Condities voor machtshiërarchie o.a.:
• Ongelijkheid (bezit)
• Geen uitweg hebben (letterlijk of figuurlijk)
Macht – iemand met meer bezit kan zijn wil uitoefenen op iemand met minder goederen.
Natuurstaat van de mens
• Geneigd tot alle kwaad? (Calvijn)
• Homo homini lupus? (Hobbes)
II. Polity
Polity
• Het staatsbestel structureert de machtshierarchie
• “… defines the most basic rules of the game in any political system by structuring
and restricting the exercise of government power” (K&T, p.35)
• Polity = staatsbestel ofwel de instituties* om politiek te organiseren
*‘De formele en informele regels die ons gedrag in meerdere of mindere mate reguleren,
oftewel de spelregels van de samenleving’
En wat is politiek dan? Verdeling!
‘[…] a process whereby a group of people, whose opinions or interests are initially divergent,
reach collective decisions which are generally accepted as binding on the group, and enforced
as common policy.’ (Miller, 1991)
‘Wie krijgt wat, wanneer en hoe.’ (Lasswell, 1936)
Sociaal contract
• Individuen staan vrijheden (macht) af aan een autoriteit in ruil voor baten van de
groep.
De staat
, • Bestuur, populatie en territorium
• Soevereiniteit: intern en extern
• Geweldsmonopolie
• Natiestaat (imagined communities)
Democratie in 3 smaken (belangrijk voor tentamen)
[1] directe democratie
• Burgers nemen zelf de politieke beslissingen
• Volksvergadering
Alternatief: referendum
• Voordelen:
▪ Legitimiteit
▪ Participatie
• Nadelen:
▪ Onpraktisch
▪ Gebrek aan kennis
▪ Tirannie van de meerderheid -> meerderheid legt minderheid iets op
[2] representatieve democratie (in Nederland meest zo)
Vertegenwoordigers van burgers nemen de politieke beslissingen.
Meestal op basis van verkiezingen
Voordelen:
• Mensen die beslissingen nemen meer kennis en tijd
• Praktischer m.b.t. schaalprobleem
Nadelen:
• Wat is representatie?
• Machtsconcentratie
Alternatieven/supplementen
Representatie... op basis van loting ipv verkiezingen
• Burgerberaden
• Klimaat-beraad
• ‘deliberatieve’democratie
[3] liberale democratie
Organiseert tegenmacht: De reikwijdte van democratisch genomen politieke beslissingen
wordt ingeperkt door liberale instituties van rechtsstaat
,Institutionele ‘checks and balances’
a. Macht corrumpeert, dus macht spreiden (geen enkele institutie te veel macht)
b. Individuele en minderheidsrechten: Bescherming tegen tirannie van de meerderheid
Politieke instituties
Territoriale dimensie – gelaagdheid, dus rijk, gemeenten, waterschappen
Grondwet
1. Individuele rechten
2. Staatsinrichting
3. Herziening Grondwet (e.g. referendumwet)
www.denederlandsegrondwet.nl
Nederland = constitutionele monarchie
Nederland heeft geen constitutioneel hof (soort rechter)
Parlement
1. Representatie
2. Deliberatie
, 3. Wetgeving (instemming en initiatief; amendementen)
4. Autoriseren van uitgaven (budgetrecht)
5. Het formeren van regeringen (formatie)
6. Controleren van de regering
Regering
Vormen het bestuur van het land: presidenten, ministers
• Neemt de belangrijke besluiten
• Houdt toezicht op de uitvoering van die beslissingen
• Zorgt voor leiderschap tijdens crises
Rechterlijke macht
Eerlijke, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak
• Rechters kunnen niet zomaar worden ontslagen
• Spreken recht op basis van wetten, verdragen en jurisprudentie
• Rechters mogen niet zomaar allerlei nevenfuncties hebben
• Verschillende soorten recht en verschillende niveaus van rechtspraak (rechtbank vs
gerechtshof)
• Rechters én Openbaar Ministerie
III. Politics
Polity & politics
• Polity structureert voor een deel ook de politics
• Ofwel “the patterns of the policy-making process, involving various types of actors
and their interactions.” (K&T)
Politics
Politieke processen:
• Partijpolitiek
• Onvrede uiten
• Invloed uitoefenen
Actoren:
• Partijen & politici
• Sociale bewegingen
• Belangengroepen
Ideologieën
Liberalisme
Polity – institutionele structuren van het politieke systeem
Politics – politieke processen; partij politiek
Policy – inhoud van beleid. De output van polity en politics
I. Macht
Macht
“The probability that one actor within a social relationship will be in a position to carry out
his own will despite resistance, regardless of the basis on which this probability rests”
Condities voor machtshiërarchie o.a.:
• Ongelijkheid (bezit)
• Geen uitweg hebben (letterlijk of figuurlijk)
Macht – iemand met meer bezit kan zijn wil uitoefenen op iemand met minder goederen.
Natuurstaat van de mens
• Geneigd tot alle kwaad? (Calvijn)
• Homo homini lupus? (Hobbes)
II. Polity
Polity
• Het staatsbestel structureert de machtshierarchie
• “… defines the most basic rules of the game in any political system by structuring
and restricting the exercise of government power” (K&T, p.35)
• Polity = staatsbestel ofwel de instituties* om politiek te organiseren
*‘De formele en informele regels die ons gedrag in meerdere of mindere mate reguleren,
oftewel de spelregels van de samenleving’
En wat is politiek dan? Verdeling!
‘[…] a process whereby a group of people, whose opinions or interests are initially divergent,
reach collective decisions which are generally accepted as binding on the group, and enforced
as common policy.’ (Miller, 1991)
‘Wie krijgt wat, wanneer en hoe.’ (Lasswell, 1936)
Sociaal contract
• Individuen staan vrijheden (macht) af aan een autoriteit in ruil voor baten van de
groep.
De staat
, • Bestuur, populatie en territorium
• Soevereiniteit: intern en extern
• Geweldsmonopolie
• Natiestaat (imagined communities)
Democratie in 3 smaken (belangrijk voor tentamen)
[1] directe democratie
• Burgers nemen zelf de politieke beslissingen
• Volksvergadering
Alternatief: referendum
• Voordelen:
▪ Legitimiteit
▪ Participatie
• Nadelen:
▪ Onpraktisch
▪ Gebrek aan kennis
▪ Tirannie van de meerderheid -> meerderheid legt minderheid iets op
[2] representatieve democratie (in Nederland meest zo)
Vertegenwoordigers van burgers nemen de politieke beslissingen.
Meestal op basis van verkiezingen
Voordelen:
• Mensen die beslissingen nemen meer kennis en tijd
• Praktischer m.b.t. schaalprobleem
Nadelen:
• Wat is representatie?
• Machtsconcentratie
Alternatieven/supplementen
Representatie... op basis van loting ipv verkiezingen
• Burgerberaden
• Klimaat-beraad
• ‘deliberatieve’democratie
[3] liberale democratie
Organiseert tegenmacht: De reikwijdte van democratisch genomen politieke beslissingen
wordt ingeperkt door liberale instituties van rechtsstaat
,Institutionele ‘checks and balances’
a. Macht corrumpeert, dus macht spreiden (geen enkele institutie te veel macht)
b. Individuele en minderheidsrechten: Bescherming tegen tirannie van de meerderheid
Politieke instituties
Territoriale dimensie – gelaagdheid, dus rijk, gemeenten, waterschappen
Grondwet
1. Individuele rechten
2. Staatsinrichting
3. Herziening Grondwet (e.g. referendumwet)
www.denederlandsegrondwet.nl
Nederland = constitutionele monarchie
Nederland heeft geen constitutioneel hof (soort rechter)
Parlement
1. Representatie
2. Deliberatie
, 3. Wetgeving (instemming en initiatief; amendementen)
4. Autoriseren van uitgaven (budgetrecht)
5. Het formeren van regeringen (formatie)
6. Controleren van de regering
Regering
Vormen het bestuur van het land: presidenten, ministers
• Neemt de belangrijke besluiten
• Houdt toezicht op de uitvoering van die beslissingen
• Zorgt voor leiderschap tijdens crises
Rechterlijke macht
Eerlijke, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak
• Rechters kunnen niet zomaar worden ontslagen
• Spreken recht op basis van wetten, verdragen en jurisprudentie
• Rechters mogen niet zomaar allerlei nevenfuncties hebben
• Verschillende soorten recht en verschillende niveaus van rechtspraak (rechtbank vs
gerechtshof)
• Rechters én Openbaar Ministerie
III. Politics
Polity & politics
• Polity structureert voor een deel ook de politics
• Ofwel “the patterns of the policy-making process, involving various types of actors
and their interactions.” (K&T)
Politics
Politieke processen:
• Partijpolitiek
• Onvrede uiten
• Invloed uitoefenen
Actoren:
• Partijen & politici
• Sociale bewegingen
• Belangengroepen
Ideologieën
Liberalisme