Samenvatting Pedagogiek en C&M, toets periode 1
Inhoud
Module 2 Ontwikkeling van baby’s en peuters.......................................................................................2
Hoofstuk 1 Prenatale ontwikkeling en geboorte.................................................................................2
Hoofdstuk 2 Ontwikkeling van de baby...............................................................................................4
Hoofdstuk 4 Ontwikkeling van de peuter............................................................................................8
Module 3 Ontwikkeling van kleuters....................................................................................................10
Hoofdstuk 1 Ontwikkeling van de kleuter.........................................................................................10
Module 4 Ontwikkeling van schoolkinderen.....................................................................................12
Hoofdstuk 1 Ontwikkeling van het schoolkind..................................................................................12
Module 5 Ontwikkeling van pubers en adolescenten...........................................................................15
Hoofdstuk 1 Ontwikkeling van de puber...........................................................................................15
, Baby (zuigeling): vanaf geboorte -> 18 maanden/1,5 jaar
Dreumes: 1 jaar -> 2 jaar
Peuter: 18 maanden/1,5 jaar -> 4 jaar
Kleuter: 4 jaar -> 6 jaar
Schoolkind: 6 jaar -> 12 jaar
Puber: 12 jaar -> 17 jaar
Adolescent: 17 jaar -> 25 jaar
Module 2 Ontwikkeling van baby’s en peuters
Hoofstuk 1 Prenatale ontwikkeling en geboorte
1.1 Van conceptie tot geboorte
De ontwikkeling van een mens start meteen na de bevruchting.
Embryo
Na 2 weken is er een embryo. Dit duurt tot 8 weken. De zintuigen en de belangrijkste organen en
spieren, botten en bloedsomloop gevormd. De hersenen en het zenuwstelsel beginnen te
ontwikkelen. 8 weken oude embryo is 2,5 cm lang.
Foetus
8 weken tot de geboorte is er sprake van een foetus. Een foetus ontwikkelt zich snel: groeit enorm in
lengte en gewicht en de lichaamsverhoudingen veranderen. Toename van gewicht is vooral tijdens de
laatste weken van de zwangerschap. De hersenen ontwikkelen zich steeds verder. Tegen het eind van
de zwangerschap kan de foetus horen en reageren, slapen ze en zijn ze wakker. Hij huilt, heeft de hik,
balt zijn vuistjes en sluit zijn oogjes. Hierin ontwikkelt hij zich ook tot jongen of meisje.
1.1.1 Miskraam
Miskraam: als de zwangerschap voor week 20 misloopt.
De meeste miskramen komen door een aanlegstoornis (foetus is niet levensvatbaar). De kans op
miskraam kan vergroot worden door: medicijngebruik, roken, drugs of alcohol van de moeder.
1.1.2 Invloeden op de prenatale ontwikkeling
Prenatale ontwikkeling: ontwikkeling voor de geboorte (tussen bevruchting en geboorte).
Een gezonde leefstijl van de moeder is belangrijk. De placenta moet de schadelijke stoffen
tegenhouden, dit lukt niet altijd helemaal. Inname van grote hoeveelheden cafeïne kan ook schadelijk
zijn. Van de fase van zwangerschap hangt af hoe schadelijk de stoffen zijn.
1.2 De geboorte
Een normale zwangerschap duurt ongeveer 40 weken. Geboorte vind meestal plaats tussen week 37
en 42 weken. Aan het hoofdje van de pasgeborene zijn de sporen van de bevalling vaak te zien. De
geboorte is de grootste verandering die een mens meemaakt (leefomgeving veranderd). De manier
van zuurstof en voeding innemen veranderd ook, hij krijgt dit nu niet meer via de navelstreng.
1.2.1 Apgar-score
Na de geboorte krijgt het kind een rapport, hier gaat het om de Apgar-score.
Apgar-score: het resultaat van onderzoek bij een pasgeborene, er komt een score op vijf onderdelen:
, 1. Huidskleur
2. Ademhaling
3. Hartslag
4. Spierspanning
5. Reactie op prikkels
Op elk onderdeel kan een score van 0, 1 of 2 gehaald worden. Als de score laag is dan heeft het kind
een slechte conditie. Als het kind 0 scoort, dan moet er onmiddellijk worden ingegrepen. Soms wordt
er na 5-10 minuten nog een test gedaan.
1.2.2 Risico’s tijdens de geboorte
Soms verloopt de geboorte niet goed. Een van de grootste risico’s is zuurstofgebrek tijdens de
geboorte, met als gevolg hersenletsel. Hersenletsel kan tot lichamelijke en/of verstandelijke
beperkingen leiden. Als kinderen te vroeg worden geboren lopen ze ook extra risico tijdens en na de
geboorte.
1.3 Vroeggeboorte
Vroeggeboorte: bevalling voor de 37e week. Dit is een premature baby.
Extreem premature baby: bevalling voor de 28e week.
Miskraam: als er een einde komt voor de 22e week van een zwangerschap, de baby is dan niet
levensvatbaar.
Oorzaken van vroeggeboorte:
Hogere leeftijd van moeder
Meerlingzwangerschap
Ivf-zwangerschap
Roken van de moeder
Ingreep bij probleemzwangerschappen (artsen grijpen in voor betere overlevingskans van
baby)
1.3.1 Risico’s bij premature baby’s
Premature baby’s lopen een groter risico tot sterven of ernstig ziek worden. De kans op blijvende
beperking is groter. Dit hangt sterk af van het geboortegewicht. Minder dan 2500 gram, is een laag
geboortegewicht. In de laatste 3 maanden van zwangerschap maken de hersenen een grote
ontwikkeling door, deze wordt dan verstoord. Premature baby’s zijn dan erg gevoelig. Voor premature
baby’s rond de 25 weken zijn de risico’s het grootst.
1.3.2 Couveuse
Premature baby’s worden in de couveuse gelegd.
Couveuse: medische voorziening die een zieke en/of vroeg geboren baby volledig omsluit. Hij wordt
hierin verpleegd en nauwlettend geobserveerd.
Belangrijke voordelen van couveuse:
De temperatuur kan geregeld worden. (dit kunnen premature baby’s niet)
Couveuse beperkt kan op infectie.
Ingebouwde rubberhandschoenen (de baby kan behandeld worden zonder gevaar voor
infectie)
Inhoud
Module 2 Ontwikkeling van baby’s en peuters.......................................................................................2
Hoofstuk 1 Prenatale ontwikkeling en geboorte.................................................................................2
Hoofdstuk 2 Ontwikkeling van de baby...............................................................................................4
Hoofdstuk 4 Ontwikkeling van de peuter............................................................................................8
Module 3 Ontwikkeling van kleuters....................................................................................................10
Hoofdstuk 1 Ontwikkeling van de kleuter.........................................................................................10
Module 4 Ontwikkeling van schoolkinderen.....................................................................................12
Hoofdstuk 1 Ontwikkeling van het schoolkind..................................................................................12
Module 5 Ontwikkeling van pubers en adolescenten...........................................................................15
Hoofdstuk 1 Ontwikkeling van de puber...........................................................................................15
, Baby (zuigeling): vanaf geboorte -> 18 maanden/1,5 jaar
Dreumes: 1 jaar -> 2 jaar
Peuter: 18 maanden/1,5 jaar -> 4 jaar
Kleuter: 4 jaar -> 6 jaar
Schoolkind: 6 jaar -> 12 jaar
Puber: 12 jaar -> 17 jaar
Adolescent: 17 jaar -> 25 jaar
Module 2 Ontwikkeling van baby’s en peuters
Hoofstuk 1 Prenatale ontwikkeling en geboorte
1.1 Van conceptie tot geboorte
De ontwikkeling van een mens start meteen na de bevruchting.
Embryo
Na 2 weken is er een embryo. Dit duurt tot 8 weken. De zintuigen en de belangrijkste organen en
spieren, botten en bloedsomloop gevormd. De hersenen en het zenuwstelsel beginnen te
ontwikkelen. 8 weken oude embryo is 2,5 cm lang.
Foetus
8 weken tot de geboorte is er sprake van een foetus. Een foetus ontwikkelt zich snel: groeit enorm in
lengte en gewicht en de lichaamsverhoudingen veranderen. Toename van gewicht is vooral tijdens de
laatste weken van de zwangerschap. De hersenen ontwikkelen zich steeds verder. Tegen het eind van
de zwangerschap kan de foetus horen en reageren, slapen ze en zijn ze wakker. Hij huilt, heeft de hik,
balt zijn vuistjes en sluit zijn oogjes. Hierin ontwikkelt hij zich ook tot jongen of meisje.
1.1.1 Miskraam
Miskraam: als de zwangerschap voor week 20 misloopt.
De meeste miskramen komen door een aanlegstoornis (foetus is niet levensvatbaar). De kans op
miskraam kan vergroot worden door: medicijngebruik, roken, drugs of alcohol van de moeder.
1.1.2 Invloeden op de prenatale ontwikkeling
Prenatale ontwikkeling: ontwikkeling voor de geboorte (tussen bevruchting en geboorte).
Een gezonde leefstijl van de moeder is belangrijk. De placenta moet de schadelijke stoffen
tegenhouden, dit lukt niet altijd helemaal. Inname van grote hoeveelheden cafeïne kan ook schadelijk
zijn. Van de fase van zwangerschap hangt af hoe schadelijk de stoffen zijn.
1.2 De geboorte
Een normale zwangerschap duurt ongeveer 40 weken. Geboorte vind meestal plaats tussen week 37
en 42 weken. Aan het hoofdje van de pasgeborene zijn de sporen van de bevalling vaak te zien. De
geboorte is de grootste verandering die een mens meemaakt (leefomgeving veranderd). De manier
van zuurstof en voeding innemen veranderd ook, hij krijgt dit nu niet meer via de navelstreng.
1.2.1 Apgar-score
Na de geboorte krijgt het kind een rapport, hier gaat het om de Apgar-score.
Apgar-score: het resultaat van onderzoek bij een pasgeborene, er komt een score op vijf onderdelen:
, 1. Huidskleur
2. Ademhaling
3. Hartslag
4. Spierspanning
5. Reactie op prikkels
Op elk onderdeel kan een score van 0, 1 of 2 gehaald worden. Als de score laag is dan heeft het kind
een slechte conditie. Als het kind 0 scoort, dan moet er onmiddellijk worden ingegrepen. Soms wordt
er na 5-10 minuten nog een test gedaan.
1.2.2 Risico’s tijdens de geboorte
Soms verloopt de geboorte niet goed. Een van de grootste risico’s is zuurstofgebrek tijdens de
geboorte, met als gevolg hersenletsel. Hersenletsel kan tot lichamelijke en/of verstandelijke
beperkingen leiden. Als kinderen te vroeg worden geboren lopen ze ook extra risico tijdens en na de
geboorte.
1.3 Vroeggeboorte
Vroeggeboorte: bevalling voor de 37e week. Dit is een premature baby.
Extreem premature baby: bevalling voor de 28e week.
Miskraam: als er een einde komt voor de 22e week van een zwangerschap, de baby is dan niet
levensvatbaar.
Oorzaken van vroeggeboorte:
Hogere leeftijd van moeder
Meerlingzwangerschap
Ivf-zwangerschap
Roken van de moeder
Ingreep bij probleemzwangerschappen (artsen grijpen in voor betere overlevingskans van
baby)
1.3.1 Risico’s bij premature baby’s
Premature baby’s lopen een groter risico tot sterven of ernstig ziek worden. De kans op blijvende
beperking is groter. Dit hangt sterk af van het geboortegewicht. Minder dan 2500 gram, is een laag
geboortegewicht. In de laatste 3 maanden van zwangerschap maken de hersenen een grote
ontwikkeling door, deze wordt dan verstoord. Premature baby’s zijn dan erg gevoelig. Voor premature
baby’s rond de 25 weken zijn de risico’s het grootst.
1.3.2 Couveuse
Premature baby’s worden in de couveuse gelegd.
Couveuse: medische voorziening die een zieke en/of vroeg geboren baby volledig omsluit. Hij wordt
hierin verpleegd en nauwlettend geobserveerd.
Belangrijke voordelen van couveuse:
De temperatuur kan geregeld worden. (dit kunnen premature baby’s niet)
Couveuse beperkt kan op infectie.
Ingebouwde rubberhandschoenen (de baby kan behandeld worden zonder gevaar voor
infectie)