Werkgroep 5: Toewijzingsbepalingen
Waarom is het internationale belastingrecht relevant? Er kan anders
dubbele belastingheffing ontstaan.
Om überhaupt te kunnen komen tot een toewijzingsbepaling dienen we
vast te stellen op welk land wil heffen en op basis waarvan?
Vragen op de mail:
1. Wanneer art 4 AWR?
a. Natuurlijk persoon of een lichaam gevestigd is in Nederland of
woont in een ander land hoef je niet op art 4 AWR in te gaan.
i. Gegeven dat BV/persoon woont in land X of in Nederland
en daarom toets ik niet aan art 4 AWR.
ii. Niet duidelijk waar iemand woont dat behoor je art 4
AWR te toetsen.
iii. Altijd noemen! Is nooit fout, sla dan ook niet de bepaling
uit de desbetreffende heffingswet over!
2. Wanneer is iets een specifieke bepaling?
a. Art 7 lid 7 Verdrag NL-BE
i. Art 7 gaat over ondernemingswinsten
ii. Bewoordingen: andere bepaling ook van toepassing is;
inkomen in dat artikel wordt behandeld.
iii. Bijvoorbeeld art 21: overige inkomsten (dat
inkomstenbestanddeel niet specifiek behandeld) (Art 7
gaat voor op 21)
b. Art 21 als restartikel
3. Toegewezen bronstaat
4. Wanneer gebruik je een verdrag tussen 2 landen en wanneer OESO?
a. Verdrag identiek aan OESO, dan gebruik je het OESO.
b. Niets genoemd in de opgave (en wel 2 specifieke landen! Niet
land X) dan gebruik je het verdrag
c. Geen verdrag Besluit ter voorkoming van dubbele belasting
5. Wanneer gebruik je het OESO commentaar?
a. Voor zover het is behandeld in de WG/Hoco
b. Nuttig en handig voor de praktijk!
c. Niet heel veel voor het tentamen
6. Wanneer gebruik je voorkomingsmethoden?
a. Of en in hoeverre er voorkoming wordt verleend, om dus tot
een rond antwoord te komen.
b. Nederland dient voorkoming te verlenen op basis van het
voorkomingsartikel
Veelgemaakte fout:
, - Vestigingsplaatsfictie voor een onderneming die in NL is gevestigd
o Hier een feitleijke leiding, geen ander land voor feitelijke
leiding hoofdregel is van toepassing (Vestigingsplaatsfictie
enkel relevant: in NL opgericht, maar in ander land feitelijke
leiding)
Materiele of geografische reikwijdte:
- Val je hierbuiten dan val je buiten de toepassing van het artikel
Woonstaat mag altijd heffen!
Vraag 1
Leon woont in land X en werk als advocaat voor een Nederlands
advocatenkantoor in Groningen. Leon gaat drie dagen per week naar
kantoor en werkt twee dagen per week thuis. Tussen land X en NL is een
belastingverdrag van toepassing
Vraag 1 stappenplan: Wil Nederland heffen en zijn er mogelijk nog andere
landen die willen heffen? Op basis waarvan
- Nederland: Art 2.1 lid 1 sub b Wet IB jo 7.2 Wet IB
- Land x: op basis van het bronlandbeginsel ›
Vraag 2 stappenplan:
- Art 1 en art 4 OESO van toepassing?
o Volledig onderworpen aan de belastingheffing van NL/Land X:
JAA,
o Op basis van art 4 lid
o §8.3 OESO commentaar
- Leon is inwoner
Comprehensive liability to tax = volledige onderworpenheid aan
belastingheffing
Toewijzingsbepalingen:
- Art 15 OESO jo 21 OESO
- Op basis van art 15 lid 1 OESO: exclusieve woonstaatheffing
toetsing
o 16, 18 en 19 gaan voor
Waarom is het internationale belastingrecht relevant? Er kan anders
dubbele belastingheffing ontstaan.
Om überhaupt te kunnen komen tot een toewijzingsbepaling dienen we
vast te stellen op welk land wil heffen en op basis waarvan?
Vragen op de mail:
1. Wanneer art 4 AWR?
a. Natuurlijk persoon of een lichaam gevestigd is in Nederland of
woont in een ander land hoef je niet op art 4 AWR in te gaan.
i. Gegeven dat BV/persoon woont in land X of in Nederland
en daarom toets ik niet aan art 4 AWR.
ii. Niet duidelijk waar iemand woont dat behoor je art 4
AWR te toetsen.
iii. Altijd noemen! Is nooit fout, sla dan ook niet de bepaling
uit de desbetreffende heffingswet over!
2. Wanneer is iets een specifieke bepaling?
a. Art 7 lid 7 Verdrag NL-BE
i. Art 7 gaat over ondernemingswinsten
ii. Bewoordingen: andere bepaling ook van toepassing is;
inkomen in dat artikel wordt behandeld.
iii. Bijvoorbeeld art 21: overige inkomsten (dat
inkomstenbestanddeel niet specifiek behandeld) (Art 7
gaat voor op 21)
b. Art 21 als restartikel
3. Toegewezen bronstaat
4. Wanneer gebruik je een verdrag tussen 2 landen en wanneer OESO?
a. Verdrag identiek aan OESO, dan gebruik je het OESO.
b. Niets genoemd in de opgave (en wel 2 specifieke landen! Niet
land X) dan gebruik je het verdrag
c. Geen verdrag Besluit ter voorkoming van dubbele belasting
5. Wanneer gebruik je het OESO commentaar?
a. Voor zover het is behandeld in de WG/Hoco
b. Nuttig en handig voor de praktijk!
c. Niet heel veel voor het tentamen
6. Wanneer gebruik je voorkomingsmethoden?
a. Of en in hoeverre er voorkoming wordt verleend, om dus tot
een rond antwoord te komen.
b. Nederland dient voorkoming te verlenen op basis van het
voorkomingsartikel
Veelgemaakte fout:
, - Vestigingsplaatsfictie voor een onderneming die in NL is gevestigd
o Hier een feitleijke leiding, geen ander land voor feitelijke
leiding hoofdregel is van toepassing (Vestigingsplaatsfictie
enkel relevant: in NL opgericht, maar in ander land feitelijke
leiding)
Materiele of geografische reikwijdte:
- Val je hierbuiten dan val je buiten de toepassing van het artikel
Woonstaat mag altijd heffen!
Vraag 1
Leon woont in land X en werk als advocaat voor een Nederlands
advocatenkantoor in Groningen. Leon gaat drie dagen per week naar
kantoor en werkt twee dagen per week thuis. Tussen land X en NL is een
belastingverdrag van toepassing
Vraag 1 stappenplan: Wil Nederland heffen en zijn er mogelijk nog andere
landen die willen heffen? Op basis waarvan
- Nederland: Art 2.1 lid 1 sub b Wet IB jo 7.2 Wet IB
- Land x: op basis van het bronlandbeginsel ›
Vraag 2 stappenplan:
- Art 1 en art 4 OESO van toepassing?
o Volledig onderworpen aan de belastingheffing van NL/Land X:
JAA,
o Op basis van art 4 lid
o §8.3 OESO commentaar
- Leon is inwoner
Comprehensive liability to tax = volledige onderworpenheid aan
belastingheffing
Toewijzingsbepalingen:
- Art 15 OESO jo 21 OESO
- Op basis van art 15 lid 1 OESO: exclusieve woonstaatheffing
toetsing
o 16, 18 en 19 gaan voor