Samenvatting tandmorfologie
2.1 Tandnummers
We delen de mond op in 4 kwadranten: 1, 2, 3 en 4
Rechts en links is hier in functie van de patiënt
Bij een melktandgebit spreken we van de kwadranten 5, 6, 7 en 8
Bij een wisselgebit komen de verschillende kwadranten door elkaar voor.
Zo kan het eerste kwadrant bestaan uit de elementen 11, 12, 53, 54, 55, 56
2.2 Soorten tanden
Anterieure elementen of fronttanden
Snijtanden (centrale en laterale)
Hoektanden
Esthetiek en afbijten
Posterieure elementen
Premolaren (eerste en tweede)
Molaren (eerste, tweede en derde)
Kauwzone
Bovenkaak = maxilla
Onderkaak = mandibula
2.4 Oriëntatie
“Aan de buitenkant”
Bucaal = naar de wang toe
Labiaal = naar de lip toe (wordt eigenlijk niet gebruikt)
“Aan de binnenkant”
Linguaal = naar de tong toe (tanden in de mandibula/onderkaak)
Palataal = naar het palatum (=verhemelte) toe (tanden in de
maxilla/bovenkaak)
Op 1 tand
Occlusaal = naar het kauwvlak toe (bij molaren)
Incisaal = naar de snijrand toe (bij frontelementen)
1
, Apicaal = naar de wortelpunt (=apex) toe
Cervicaal = naar de tandhals (=cervix) toe (=richting het tandvlees)
Binnen een kwadrant
Mesiaal = naar het middenvlak toe
Distaal = weg van het middenvlak
Proximaal (vlak) = naar het zijvlak
Tussen verschillende kwadranten
Contralateraal = Hetzelfde element aan de andere zijde van dezelfde
kaakhelft
o Bv: 25 en 15, 32 en 42
Antagonist = De tand uit de andere kaakhelft die contact maakt met de
betreffende tand
o Bv: 31 en 32 zijn een antagonist van 21
3. Overzicht van de individuele tanden
Algemeen:
wortel buigt zo goed als altijd af naar distaal
snijrand altijd in verlengde van de wortel bouwkunde
3.1 De maxillaire centrale snijtand
Kegelvormige wortel
Mesiale incisale hoek eerder recht
Distale incisale hoek meer afgerond
Mesiale contactpunt met tand er naast veel
meer incisaal
Buccaal vlak is bol
Palatale zijde
o Sterk uitgesproken cingulum (thv cervicale deel vd kroon), gaat over
in 2 marginale kammen
voor extra stevigheid (hier vooral voor afbijten van voedsel)
Bevat vooral dentine grotere buigsterkte om de laterale
krachten te kunnen dragen
Door cingulum loopt fissuur van de fossa lingualis
weerstand tegen de trekkrachten
3.2 De mandibulaire centrale snijtand
Meer rechte hoeken
Afwijking van hoekpunt naar distaal
Meer krachten buccaal versteviging nodig
Buccaal vlak eerder vlak
Nauwelijks marginale kammen
3.3 De maxillaire laterale snijtand
Vergelijk met centrale snijtand
o Langere wortel
2
2.1 Tandnummers
We delen de mond op in 4 kwadranten: 1, 2, 3 en 4
Rechts en links is hier in functie van de patiënt
Bij een melktandgebit spreken we van de kwadranten 5, 6, 7 en 8
Bij een wisselgebit komen de verschillende kwadranten door elkaar voor.
Zo kan het eerste kwadrant bestaan uit de elementen 11, 12, 53, 54, 55, 56
2.2 Soorten tanden
Anterieure elementen of fronttanden
Snijtanden (centrale en laterale)
Hoektanden
Esthetiek en afbijten
Posterieure elementen
Premolaren (eerste en tweede)
Molaren (eerste, tweede en derde)
Kauwzone
Bovenkaak = maxilla
Onderkaak = mandibula
2.4 Oriëntatie
“Aan de buitenkant”
Bucaal = naar de wang toe
Labiaal = naar de lip toe (wordt eigenlijk niet gebruikt)
“Aan de binnenkant”
Linguaal = naar de tong toe (tanden in de mandibula/onderkaak)
Palataal = naar het palatum (=verhemelte) toe (tanden in de
maxilla/bovenkaak)
Op 1 tand
Occlusaal = naar het kauwvlak toe (bij molaren)
Incisaal = naar de snijrand toe (bij frontelementen)
1
, Apicaal = naar de wortelpunt (=apex) toe
Cervicaal = naar de tandhals (=cervix) toe (=richting het tandvlees)
Binnen een kwadrant
Mesiaal = naar het middenvlak toe
Distaal = weg van het middenvlak
Proximaal (vlak) = naar het zijvlak
Tussen verschillende kwadranten
Contralateraal = Hetzelfde element aan de andere zijde van dezelfde
kaakhelft
o Bv: 25 en 15, 32 en 42
Antagonist = De tand uit de andere kaakhelft die contact maakt met de
betreffende tand
o Bv: 31 en 32 zijn een antagonist van 21
3. Overzicht van de individuele tanden
Algemeen:
wortel buigt zo goed als altijd af naar distaal
snijrand altijd in verlengde van de wortel bouwkunde
3.1 De maxillaire centrale snijtand
Kegelvormige wortel
Mesiale incisale hoek eerder recht
Distale incisale hoek meer afgerond
Mesiale contactpunt met tand er naast veel
meer incisaal
Buccaal vlak is bol
Palatale zijde
o Sterk uitgesproken cingulum (thv cervicale deel vd kroon), gaat over
in 2 marginale kammen
voor extra stevigheid (hier vooral voor afbijten van voedsel)
Bevat vooral dentine grotere buigsterkte om de laterale
krachten te kunnen dragen
Door cingulum loopt fissuur van de fossa lingualis
weerstand tegen de trekkrachten
3.2 De mandibulaire centrale snijtand
Meer rechte hoeken
Afwijking van hoekpunt naar distaal
Meer krachten buccaal versteviging nodig
Buccaal vlak eerder vlak
Nauwelijks marginale kammen
3.3 De maxillaire laterale snijtand
Vergelijk met centrale snijtand
o Langere wortel
2