100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Artikelen Sociale Ongelijkheid

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
51
Subido en
21-05-2025
Escrito en
2024/2025

Volledige uitwerkingen van ALLE verplichte literatuur van Sociale Ongelijkheid. De abstract, onderzoeksvraag, hypothesen, theorie, mechanismen, methode, resultaten, conclusie en discussie per artikel en per week uitgewerkt. Ik had een 8,5!

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
21 de mayo de 2025
Número de páginas
51
Escrito en
2024/2025
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Sociale ongelijkheid
Week 1 Inleiding stratificatiesociologie

Artikel 1: Bukodi & Goldthorpe (2013), Decomposing “social origins”: The effects of parents’
class, status, and education on the educational attainment of their children.
Algemeen onderwerp: de relatie tussen sociale afkomst en onderwijsniveau (en de verandering over
tijd). Specifiek onderwerp: het conceptualiseren en meten van sociale afkomst kan bijdragen aan
uiteenlopende bevindingen over de relatie tussen sociale afkomst en opleidingsniveau.

Onderzoeksvragen
1.​ Kan worden aangetoond dat de ouderlijke klasse, status en opleiding afzonderlijke,
onafhankelijke effecten hebben op het opleidingsniveau van individuen?
Als deze vraag positief beantwoord kan worden (aangetoond), dan kunnen er nog twee verdere
(reeksen) vragen worden gesteld:
2.​ In hoeverre blijven deze onafhankelijke effecten van ouderlijke klasse, status en opleiding in de
loop van de tijd constant of vertonen ze vergelijkbare of verschillende richtingen van
verandering?
3.​ Wat zijn de gecombineerde effecten van deze drie afzonderlijke ouderlijke variabelen op het
opleidingsniveau van individuen, wat kan er gezegd worden over hun relatieve belang, zoals we
ze hebben gemeten, en welke veranderingen in deze opzichten zijn in de loop van de tijd
zichtbaar?

Belangrijkste theorieën, eerder onderzoek en afgeleide hypothesen: Welke theorieën en eerder
onderzoek worden gebruikt om hypothesen bij de onderzoeksvraag te formuleren?
★​ De discussie over theorieën is nogal impliciet, maar er worden wel wat argumenten
geformuleerd over hoe sociale afkomst gemeten zou moeten worden. Er zijn geen expliciete
hypothesen (het onderzoek is nogal beschrijvend).
★​ Eerder onderzoek veronderstelt impliciet: "Dat hoe sociale afkomst ook gemeten wordt, het
weinig verschil zal maken bij het bepalen van de mate van, of veranderingen in, geassocieerde
ongelijkheden in onderwijsprestaties.

Argumentatie voor het opnemen van sociale klasse, sociale status en ouderlijke opleiding:
★​ De onderzoekers zouden daarom willen stellen dat de economische middelen van ouders, en
met name zoals ze gebruikt kunnen worden om de opleiding van kinderen te ondersteunen,
goed worden vastgelegd door een dergelijk concept van klasse.
★​ Status in deze zin zou dan kunnen worden opgevat als index van sociaal-culturele middelen van
het gezin in termen van de sociale contacten en netwerken van ouders en hun culturele
voorkeuren en vormen van sociaal-culturele participatie.
★​ Wij zouden ouderlijke educatie beschouwen als het indexeren van wat beschreven zou kunnen
worden als ‘educatieve middelen’: dat wil zeggen, het vermogen van ouders om direct deel te
nemen aan het bevorderen van de educatieve carrière van hun kinderen, bijvoorbeeld door een
ondersteunende leeromgeving thuis te creëren en verder door hun eigen kennis van het
onderwijssysteem te gebruiken om geïnformeerde begeleiding te bieden met betrekking tot de
keuze van scholen, te studeren vakken, cursussen en examens om af te leggen, etc.

,Methode
Data → Budoki en Goldthorpe hebben data van drie Britse cohort studies gebruikt:
1.​ The Medical Research Council Survey of Health and Development (NSHD).
2.​ The National Child Development Study (NCDS).
3.​ The British Cohort Study (BCS).
Deze studies hebben als doel het volgen van de levensloop van kinderen die respectievelijk in 1946,
1958 en 1970 in Groot-Brittannië in één week zijn geboren.
Methode → Binaire logit modellen (regressieanalyse) met drempels tussen twee onderwijsniveaus als
afhankelijke variabele en de verschillende sociale herkomst variabelen als onafhankelijke variabelen,
gescheiden voor mannen en vrouwen.

Indicatoren
Ouderlijke klasse → 7-klassen ‘analytische’ versie van de National Statistics Socio-economic
Classification (NS-SeC).
Ouderlijke status → statusschaal voorgesteld door Chan en Goldthorpe (2004), die is afgeleid van de
beroepsstructuur van hechte vriendschapsrelaties. Als beide ouders een baan hebben en in de schaal
kunnen worden ingedeeld, wordt de ouderlijke status bepaald door de hoogste rang van de twee.
Ouderlijke opleiding → zeven geordende categorieën die rekening houden met het niveau van de
onderwijskwalificaties van beide ouders. (De data was hierbij beperkt).
Kinderopleiding → ‘voltooide’ onderwijsprestaties van individuen: d.w.z. hun hoogste
onderwijskwalificatie op 34-jarige leeftijd in 7 geordende categorieën.

Specifieke resultaten per onderzoeksvraag
1.​ Ouderlijke status en ouderlijke opleiding hebben een significant effect bij elke
kwalificatiedrempel, ouderlijke klasse-effecten, hoewel redelijk regelmatig voor vrouwen, zijn dat
minder voor mannen.
2.​ 1. Ouderlijke klasse-effecten zijn redelijk constant in de tijd voor mannen en vrouwen. 2.
Ouderlijke status-effecten nemen niet af tussen de eerste twee cohorten, maar wel tussen het
tweede en derde cohort. 3. Ouderlijke opleiding neemt af tussen de eerste twee cohorten, maar
neemt weer toe tussen de laatste twee cohorten voor de meeste opleidingsdrempels.
3.​ Ouderlijke opleiding is de belangrijkste indicator van sociale afkomst om onderwijsprestaties te
verklaren

Resultaten
Resultaten 1
★​ Parental class, status, en education hebben alle drie een onafhankelijk effect op het
onderwijsniveau van kinderen.
★​ Het niveau van gezinsinkomen op zichzelf heeft een onafhankelijk positief effect op
onderwijsprestaties van kinderen, boven op de inkomenszekerheid, stabiliteit en vooruitzichten
die bepaald worden door de sociale klasse.

Resultaten 2:
★​ Er zijn een paar effecten van ‘parental class’ die wijzen op enige verzwakking van de
vooroordelen van zonen.
★​ Voor de effecten van ‘parental class’ is er voor zonen vrij consistente daling te zien tussen 1958
en 1970, dus bij elke kwalificatie drempel, die vergelijkbaar is met die van dochters.
★​ Bij het opleidingsniveau van ouders is er voor zonen een zekere verzwakking te zien tussen
1946 en 1958 bij de lagere en gemiddelde kwalificatie drempels. Tussen 1958 en 1970 is een

, versterking van deze effecten te zien bij de gemiddelde en hogere drempels. Voor dochters
nemen de effecten van ‘parental education’ toe tussen 1958 en 1970 bij alle drempels.

Resultaten 3 (complexe vraag die maar beperkt behandeld kan worden):
★​ Het is waarschijnlijker dat kinderen een hogere kwalificatie behalen dan hun ouders ipv niet. Dit
geeft een indicatie van hoe sociale afkomst geassocieerd wordt met ongelijkheden.
★​ De effecten van bevoordeelde ouders die relatief benadeeld zijn in hun klasse, status of
opleiding is inconsistent. Relatief lage ouderlijke status heeft weinig invloed op de
onderwijskansen van zonen en dochters, terwijl het effect van een relatief lage klasse schadelijk
is voor dochters, maar nauwelijks voor zonen. Een relatief lage ouderlijke opleiding heeft de
meest negatieve effecten op de onderwijskansen van kinderen, met name in 1970.
★​ In 1970 hebben kinderen met ten minste één ouder met minstens een enkele secundaire
kwalificaties aanzienlijk betere kansen om een hogere secundaire of tertiaire kwalificatie te
behalen (rond de 30%).
★​ Het is duidelijk dat er grotere ongelijkheden zijn bij een combinatie van de drie aspecten dan
wanneer sociale afkomst op een beperktere manier wordt behandeld, bijvoorbeeld simpelweg in
termen van ouderlijke klasse. De extreme ongelijkheden in kwestie lijken hardnekkig te zijn,
hoewel het aantal van de meest kansarme ouders afneemt. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat,
wanneer de drie componenten van sociale afkomst worden geconceptualiseerd en gemeten,
het ouderlijk onderwijs het grootste en toenemende relatieve belang is.

Belangrijkste resultaten samengevat
★​ Ouderlijke invloed op onderwijsprestaties: Zowel de sociale klasse, status, als het
opleidingsniveau van ouders hebben onafhankelijk invloed op de onderwijsprestaties van
kinderen. Als slechts één aspect, bijvoorbeeld ouderlijke klasse, wordt bekeken, zullen de
effecten ervan overschat worden, terwijl het negeren van andere componenten (zoals status en
opleiding) leidt tot onderschatting van de invloed van sociale afkomst op onderwijs verschillen.
Het gezinsinkomen heeft ook een positief effect op de onderwijsprestaties van kinderen, los van
de sociale klasse.
★​ Veranderingen over tijd → Ouderlijke klasse: Er is een afname in de effecten van ouderlijke
klasse op zowel zonen als dochters tussen de cohorten van 1958 en 1970, vooral bij lagere
kwalificatie-drempels. → Ouderlijk onderwijs: De invloed van ouderlijk onderwijs op zonen
verslechterde tussen 1946-1958, maar versterkte daarna tussen 1958-1970. Voor dochters
namen de effecten van ouderlijk onderwijs juist toe tussen 1958 en 1970.
★​ Kansen op hogere kwalificaties: Kinderen hebben meestal meer kans om een hogere
kwalificatie te behalen dan hun ouders, wat wijst op een algemene samenhang tussen sociale
afkomst en ongelijkheid. → Zonen en dochters uit de hoogste sociale klassen hebben een veel
hogere kans op een hogere kwalificatie (60-80%) dan kinderen uit de laagste sociale klassen
(Type 4), die minder dan 20% kans hebben. → Er is weinig verbetering in de onderwijskansen
voor mannen en vrouwen over de tijd, vooral voor vrouwen, waarbij de ongelijkheden relatief
stabiel blijven.
★​ Ouderlijke status en opleidingsniveau: invloed van relatief benadeelde ouders is inconsistent:
❖​ Lage ouderlijke status heeft weinig invloed op de onderwijskansen van kinderen.
❖​ Lage ouderlijke klasse heeft een negatief effect op dochters, maar nauwelijks op zonen.
❖​ Lage ouderlijke opleiding heeft de meeste negatieve effecten, vooral in 1970, waar deze
kinderen het slechtst presteren.

, ★​ Ouders met een hogere opleiding: Kinderen van ouders die in sommige opzichten benadeeld
zijn maar relatief bevoordeeld worden in klasse, status of opleiding, hebben vanaf 1970
aanzienlijk betere kansen op een hogere kwalificatie.
★​ Ongelijkheden en trends: Het gecombineerde effect van ouderlijke klasse, status en opleiding
leidt tot grotere ongelijkheden in onderwijskansen dan wanneer sociale afkomst enkel in termen
van klasse wordt geanalyseerd. → Extreme ongelijkheden blijven hardnekkig bestaan, ondanks
een afname van de kansarme ouders. → Ouderlijk onderwijs blijkt het grootste en toenemende
relatieve belang te hebben in de onderwijskansen van kinderen.
Samengevat benadrukt de studie de complexiteit van sociale afkomst en het belang van het
combineren van ouderlijke klasse, status en opleiding bij het verklaren van onderwijskansen. Ouderlijk
onderwijs heeft de grootste invloed op de onderwijskansen en de ongelijkheden die daarmee blijven
samenhangen, hoewel ze in sommige gevallen afnemen.

Belangrijkste conclusies
★​ De resultaten die gepresenteerd worden laten zien dat ouderlijke klasse, ouderlijke status en
ouderlijke opleiding niet als wezenlijk uitwisselbare indexen van sociale afkomst kunnen worden
beschouwd. Gevonden is dat elk een significant onafhankelijk effect heeft op de
onderwijsprestaties van kinderen.
★​ Als ouderlijke klasse dus als enige indicator van sociale afkomst wordt beschouwd, zoals nu
een vrij gangbare praktijk lijkt, betekent dit waarschijnlijk dat klasse-effecten worden overschat,
in die zin dat ze verschillende, maar geassocieerde, sociale afkomst-effecten zullen oppikken,
terwijl sociale afkomst-effecten in totaal zullen worden onderschat.
★​ De resultaten geven ook aan dat de effecten van ouderlijke klasse, status en opleiding niet
kunnen worden verondersteld vergelijkbare patronen van persistentie of verandering in de loop
van de tijd te vertonen.
★​ Er zijn duidelijke aanwijzingen dat, zoals we hier de drie componenten van sociale afkomst
conceptualiseren en meten, ouderlijke opleiding het grootste en toenemende relatieve belang is.

Context: Hoe sluit dit artikel aan bij belangrijke kwesties en bevindingen van anderen in dit veld?
Eerder onderzoek vond uiteenlopende resultaten met betrekking tot de relatie tussen sociale afkomst
en opleidingsniveau. Dit artikel laat zien dat deze uiteenlopende bevindingen het gevolg kunnen zijn
van verschillende metingen van sociale afkomst.

Artikel 2: Anouk Kootstra (2020). Essay: Een jas die past.
“Naked taste". Nergens manifesteert smaak, en daarmee klasse, zich zo duidelijk als in eten. Bij
muziek, cultuur en kunst is dat anders, maar eten doe je de hele dag door. Ook kleding is een duidelijk
aanwezige klasse-indicator: met één blik heb je een idee van wie je voor je hebt. Zonder kleding
bestaat klasse minder, je weet niet meteen wat voor werk iemand heeft bv. Klasse zit in alles en als het
je ooit geraakt heeft, raak je het niet zomaar kwijt. Hoe kunnen de levens, keuzes, wensen en
interesses zo verschillend zijn, terwijl normen en waarden grotendeels overeenkomen? →
nature-nurture debat. Sociaalwetenschappers zien klassen als: sociaaleconomische status = salaris +
opleiding. De werkelijkheid is veel subtieler en moeilijker te vatten. Bourdieu (Distinction) beschrijft
verschillende soorten kapitaal: inkomen en bezit → economisch kapitaal; opleiding, culturele kennis en
kunde → cultureel kapitaal; netwerk: wie je kent en wat zij mogelijk voor je kunnen betekenen →
sociaal kapitaal. Deel van cultureel kapitaal is ‘habitus’: “feel for the game” (soort intuïtie). Onze habitus
zorgt ervoor dat we weten hoe we ons ergens moeten gedragen, zowel lichamelijke uitingen als de
achterliggende mentale aspecten. Iedere situatie vereist een andere habitus. Als die past bij de situatie,
ken je de ongeschreven regels, weet je wat er van je verwacht wordt en voel je je thuis. Sociale
$9.06
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
lottesamwel

Conoce al vendedor

Seller avatar
lottesamwel Universiteit Utrecht
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
2
Miembro desde
6 meses
Número de seguidores
0
Documentos
14
Última venta
1 mes hace

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes