Toepassing onderzoeksmethode & statistiek
4 februari 2025: Werkgroep 1
Methoden van dataverzameling + analyse
1. Kwalitatief
2. Correlationeel (veel gebruikt bij sociologisch onderzoek)
3. Experimenteel (niet veel sociologisch onderzoek)
Dataverzameling
Kwalitatief
- Interviews
- Focus groep
- Bestaande data (tekst/video/foto/…)
Correlationeel
- Survey (weten wat mensen vinden/ervaren, etc. met name interessant)
- Registratiedata (basisadministratie, belastinggegevens)
- Bestaande data
Experimenteel
- Experiment
Data analyse
Kwalitatieve analyse
- Inductief coderen
- Deductief coderen
Kwantitatieve analyse (eerste 3 voor paper!!)
- Beschrijvende statistiek
- Correlatie
- Regressie
- T-toets
- Anova
Kwalitatief
Inductief (grounded theory)
Data → coderen → patronen → theorie
Deductief (abductie)
Theorie → dataverzameling → coderen (voor paper)
Correlationeel en experimenteel
Altijd deductief! Theorie → hypothese → toets.
Kwantitatieve methoden → beschrijvende statistiek
Bv: wat is het gemiddelde inkomen in Nederland? Wat is de minimale en maximale lengte
van studenten in deze werkgroep? Wat is het gemiddelde cijfer voor de TOE toets en
hoeveel variatie is er tussen studenten in het cijfer? Hier begin je altijd mee, om een beeld te
krijgen/weergeven hoe de data eruit ziet. Vaak gerapporteerd: mean, sd, min, max
Correlatie
, Samenhang tussen twee variabelen. Er zijn meerdere soorten, afhankelijk van meetniveau.
Regressie: in hoeverre verklaren/voorspellen één of meerdere onafhankelijke variabelen de
afhankelijke variabele? Belangrijk! Methode die veel sociologen gebruiken en ook in de
opleiding veel terug zal komen.
T-toets (vaker bij psychologie): is er een significant verschil in gemiddelden tussen twee
groepen?
Chisquare-toets (chi-kwadraat): verband tussen twee variabelen (van nominaal of ordinaal
meetniveau) op basis van frequenties en/of proporties.
ANOVA Is er een significant verschil in gemiddelden tussen twee of meer groepen? → lijkt
op t-toets, maar met meer dan twee groepen. Kan echt alles aan, enorm veel groepen. Je
wilt kijken of er een significant verschil is tussen de gemiddelden van die groepen. Dit wordt
behandeld in hoorcolleges en kennistoets, niet in vaardighedentoets.
Er bestaan zoveel verschillende toetsen omdat er natuurlijk veel verschillende vragen zijn,
maar ook omdat niet elke variabele met eenzelfde toets kan worden gemeten.
11 februari 2025: Werkgroep 2
Meetniveau’s (kom herhaling)
1. Nominaal → categoriaal
2. Ordinaal → categoriaal
3. Interval → numeriek
4. Ratio → numeriek
Categoriaal
Nominaal: gender, studie, lievelingskleur. Geen rangorde.
Ordinaal: kledingmaat (s, m, l), SES (laag, middel, hoog), frequenties (vaak-nooit), opinie
(mee eens-mee oneens). Wel een rangorde.
→ Belangrijk voor analyses: categoriaal heet ook wel factor in RStudio.
Numeriek
Interval: temperatuur (celsius), jaartallen, jaarinkomen. Geen absoluut nulpunt.
Ratio: aantal kinderen, aantal fouten in een toets, netto inkomen in euro’s, lengte, gewicht.
Er is een absoluut nulpunt, wat niet onzinnig is. Nul
betekent de afwezigheid van iets.
Nominaal: verschillend. Ordinaal: richting verschil.
Interval: richting + grootte verschil. Ratio: richting +
grootte verschil + absoluut en niet arbitrair nulpunt.
→ Alle toetsen met verschil in gemiddelde kunnen
alleen bij interval/ratio variabelen!
Onderzoekspaper: hoe en wat?
1. Inleiding
2. Theorie en hypothese
3. Data en methode
4. Resultaten
4 februari 2025: Werkgroep 1
Methoden van dataverzameling + analyse
1. Kwalitatief
2. Correlationeel (veel gebruikt bij sociologisch onderzoek)
3. Experimenteel (niet veel sociologisch onderzoek)
Dataverzameling
Kwalitatief
- Interviews
- Focus groep
- Bestaande data (tekst/video/foto/…)
Correlationeel
- Survey (weten wat mensen vinden/ervaren, etc. met name interessant)
- Registratiedata (basisadministratie, belastinggegevens)
- Bestaande data
Experimenteel
- Experiment
Data analyse
Kwalitatieve analyse
- Inductief coderen
- Deductief coderen
Kwantitatieve analyse (eerste 3 voor paper!!)
- Beschrijvende statistiek
- Correlatie
- Regressie
- T-toets
- Anova
Kwalitatief
Inductief (grounded theory)
Data → coderen → patronen → theorie
Deductief (abductie)
Theorie → dataverzameling → coderen (voor paper)
Correlationeel en experimenteel
Altijd deductief! Theorie → hypothese → toets.
Kwantitatieve methoden → beschrijvende statistiek
Bv: wat is het gemiddelde inkomen in Nederland? Wat is de minimale en maximale lengte
van studenten in deze werkgroep? Wat is het gemiddelde cijfer voor de TOE toets en
hoeveel variatie is er tussen studenten in het cijfer? Hier begin je altijd mee, om een beeld te
krijgen/weergeven hoe de data eruit ziet. Vaak gerapporteerd: mean, sd, min, max
Correlatie
, Samenhang tussen twee variabelen. Er zijn meerdere soorten, afhankelijk van meetniveau.
Regressie: in hoeverre verklaren/voorspellen één of meerdere onafhankelijke variabelen de
afhankelijke variabele? Belangrijk! Methode die veel sociologen gebruiken en ook in de
opleiding veel terug zal komen.
T-toets (vaker bij psychologie): is er een significant verschil in gemiddelden tussen twee
groepen?
Chisquare-toets (chi-kwadraat): verband tussen twee variabelen (van nominaal of ordinaal
meetniveau) op basis van frequenties en/of proporties.
ANOVA Is er een significant verschil in gemiddelden tussen twee of meer groepen? → lijkt
op t-toets, maar met meer dan twee groepen. Kan echt alles aan, enorm veel groepen. Je
wilt kijken of er een significant verschil is tussen de gemiddelden van die groepen. Dit wordt
behandeld in hoorcolleges en kennistoets, niet in vaardighedentoets.
Er bestaan zoveel verschillende toetsen omdat er natuurlijk veel verschillende vragen zijn,
maar ook omdat niet elke variabele met eenzelfde toets kan worden gemeten.
11 februari 2025: Werkgroep 2
Meetniveau’s (kom herhaling)
1. Nominaal → categoriaal
2. Ordinaal → categoriaal
3. Interval → numeriek
4. Ratio → numeriek
Categoriaal
Nominaal: gender, studie, lievelingskleur. Geen rangorde.
Ordinaal: kledingmaat (s, m, l), SES (laag, middel, hoog), frequenties (vaak-nooit), opinie
(mee eens-mee oneens). Wel een rangorde.
→ Belangrijk voor analyses: categoriaal heet ook wel factor in RStudio.
Numeriek
Interval: temperatuur (celsius), jaartallen, jaarinkomen. Geen absoluut nulpunt.
Ratio: aantal kinderen, aantal fouten in een toets, netto inkomen in euro’s, lengte, gewicht.
Er is een absoluut nulpunt, wat niet onzinnig is. Nul
betekent de afwezigheid van iets.
Nominaal: verschillend. Ordinaal: richting verschil.
Interval: richting + grootte verschil. Ratio: richting +
grootte verschil + absoluut en niet arbitrair nulpunt.
→ Alle toetsen met verschil in gemiddelde kunnen
alleen bij interval/ratio variabelen!
Onderzoekspaper: hoe en wat?
1. Inleiding
2. Theorie en hypothese
3. Data en methode
4. Resultaten