Lesnotities Onderzoeksmethodologie - alle nodige info voor groepswerk

Inhoud
Turtle Head, Leg 1 & Leg 2.................................................................................. 2
Correlation & Causation...................................................................................... 7
Turtle Leg 3, Leg 4 & Tail..................................................................................... 8
Academic sources & literature review...............................................................13
Academisch schrijven........................................................................................ 15
Feedbacksessie - 11 maart 2025.......................................................................18
Kwantitatieve onderzoeksmethoden.................................................................19
Vragenlijsten opmaken (kwantitatief onderzoek)..............................................22
Interviews afleggen (kwalitatief onderzoek)......................................................26
Feedbacksessie – 1 april 2025...........................................................................30

,Turtle Head, Leg 1 & Leg 2
- Je gaat een onderzoeksvoorstel uitschrijven maar je moet het niet
effectief uitvoeren (dus het mag “onmogelijk” uit te voeren zijn door
ons)
- Gastles over academisch schrijven is heel belangrijk voor groepswerk
- Onderzoek moet wetenschappelijk relevant zijn voor bedrijven,
individuen,… (het moet min of meer binnen economie passen maar dat is
het enige)
- Bij onderzoeksvraag begin je breed en ga je dan vernauwen
(trechterformule toepassen)
- Je moet een egel zijn bij academisch onderzoek want je moet 1 specifiek
element onderzoeken (dus focus aanbrengen en niet veel dingen tegelijk
willen onderzoeken)
- De impact van dit onderzoek zal ook klein zijn, maar je moet dus beseffen
dat je niet einstein zal zijn
- Bias/foutenbronnen zo klein mogelijk maken, maar op 0 zetten is bijna
onmogelijk, door uit te leggen (maar niet uit te voeren) wat je gaat doen,
hoe je je data gaat verzamelen, hoe je je data gaat analyseren en hoe da
je het gaat rapporteren

- Eerste fase (design = wat je gaat doen) is wa wij gaan moeten doen in
groepswerk en hier moet je bias echt proberen vermijden




- We gebruiken metafoor van een schildpad omdat we een hoofd, 4
poten, een staart, én een schild nodig hebben want onderzoeksdesign gaat
niet zo rap (je gaat opnieuw moeten bekijken, maar op een moment moet
je zeggen dat het genoeg is met zoeken)  hoofd van de schildpad bepaalt
de richting van het continuum (die zie je weerspiegelt in RQ) & om design
vorm te geven moet je 5C’s van eerste poot beantwoorden

- 2 belangrijke concepten bij groepswerk (6ECTS moet telkens in het midden
zitten zodat we een stukje van dit en een stukje van dat hebben):

,  Ontologie: wat is onze sociale werkelijkheid?
Objectivisme: sociale werkelijkheid is een objectief iets, bv iedereen in les heeft
een mening over dat vak
Constructionisme: sociale werkelijkheid is iets (doorlopend) geconstrueerd, je
kan nooit terug naar de situatie ervoor want je bouwt op (dus het heeft geen zin
om aan iets objectiefs te denken)
 Epistemologie: hoe kunnen we dit te weten komen als wetenschapper?
Positivisme: als we tevredenheid met opleiding willen weten, dan moet ik dit zo
goed mogelijk gaan meten (meten = weten) en uzelf er niet tussen moeien 
karl popper met nulhypothese proberen verwerpen (je kan nooit bewijzen dat iets
waar is, maar je kan alleen het omgekeerde verwerpen)
Interpretivisme: je gaat cijfers interpreteren want “wat ben je met alleen
cijfers” en je gaat dus niet meten maar bv babbelen met mensen (interview, en
ook bredere context bekijken)


- Voor dit groepswerk gaan we beperkte theorie gebruiken, maar dit is heel
belangrijk voor bij thesis




Deductief onderzoek: er is een theorie en we gebruiken deze en we gaan zien
of dit ook zo is bij studenten tussen 18 en 24 jaar op UA (bijvoorbeeld) dus je
gaat hypotheses, die je uit theorie, haalt testen in een bepaalde setting en deze
dan verwerpen of aanvaarden (door te analyseren)
Inductief onderzoek: begin met interviewen, observeren,… om dan hieruit
patronen of categorieen te halen en een theorie/verklaringsmodel op te bouwen


- Methodologisch continuum :




Kwantitatief onderzoek: meten is weten (statistische analyse, databases,
vragenlijsten van score op 10, interviews, observaties)  sommige zullen survey

, questionaires moeten gebruiken en andere zullen bestaande databases kunnen
gebruiken


- Als je objectivisme gaat gebruiken, ga je ook positivisme, deductief
onderzoek en kwantitatief onderzoek hanteren (idem voor rechtse kant) 
de mensen die in het midden zitten zullen ook telkens een stukje van beide
extremen gebruiken (mixed method research (6ECTS!!) <-> mono
method research)


- We doen onderzoek in west europes of vlaamse context  hier zitten
waarden achter (ook bij jezelf), die bias/foutenbronnen kunnen creeren en
die ervoor zorgen dat je sympatie of antipatie voor bepaalde mensen hebt
 bewust zijn van verschillend waardenkader!

- Onderwerp definieert nog ni waar je je zal bevinden op continuum want
1 onderwerp kan je ook op verschillende manieren bestuderen dus je moet
eerst zelf bepalen waar je gaat zitten met je onderzoek

- Je moet probleemstelling wetenschappelijk gaan vertalen naar
onderzoeksvraag  onderzoeksvraag is meestal beperkt stukje van
onderzoeksvraag (egel ipv vos)

- Hoe onderzoeksvraag kiezen? Het moet aansluiten bij wat vandaag de
dag leeft of het kan een puzzel zijn (iets dat we nog niet weten, bv wat zal
AI als effect hebben op vertaal bureaus, je gaat nooit hele puzzel kunnen
leggen maar wel een stukje)  als je in bestaande literatuurwerken “future
research” vindt, dan zijn dit heel interessante ankerpunten voor ons

- Hoe ziet een onderzoeksvraag eruit? Kort, grammaticaal correct, open
ended (zoda je iets hebt om daarna nog te onderzoeken) & beter om
“wat/hoe/…” te gebruiken (dan “in welke mate”) want die zijn meer open
 “in welke mate” is positivistisch en “wat/hoe/…” is interpretivistisch