Voorbereiding AZ-FO-5
Inhoud
Leertaak 1: Basisbegrippen beademen en Non-Invasief beademen Leertaak 2: Verpleegkundige
interventies bij een non-invasieve beademde zorgvrager......................................................................2
NIV algemeen & standaard instellingen NIV.......................................................................................2
Vijf verschillende longvolumina benoemen: TLC, RV, VC, TV en FRC..................................................2
Begrippen bij het inzetten van de NIV: TV, I:E, PEEP, PS/ASB, Ramp, FiO2.........................................2
(Verpleegkundige) Interventies rondom de NIV, het systemisch evalueren en bijstellen van de NIV 3
Verpleegkundige observatie- en bewakingsmogelijkheden rondom de NIV......................................3
Het belang van goede begeleiding van zorgvrager met NIV beademing en diens familie.
Communicatie-hulpmiddelen, begeleidingsaspecten en familie participatie hierbij..........................4
Het belang van juiste lichaamshouding, goede mondverzorging en adequate medicatietoediening.4
Indicaties en contra-indicaties voor het toepassen van de NIV..........................................................5
Leertaak 3: Inzicht in thoraxfoto’s & auscultatie....................................................................................6
Waarop wordt een X-thorax beoordeeld? Welke afwijkingen kunnen worden gezien op een X-
thorax?...............................................................................................................................................6
Indicaties voor ausculteren & welke geluiden kan je horen?.............................................................6
Hoe moet je ausculteren?..................................................................................................................7
, Leertaak 1: Basisbegrippen beademen en Non-Invasief beademen
Leertaak 2: Verpleegkundige interventies bij een non-invasieve
beademde zorgvrager
NIV algemeen & standaard instellingen NIV
Doel NIV: ondersteuning van de ademhaling bij patiënten met een (dreigende) respiratoire
insufficiëntie zonder endotracheale intubatie, met als doel het verbeteren van de oxygenatie en/of
het verlagen van het pCO2 en/of het verminderen van de ademarbeid. Door de positieve druk die er
achter blijft in de longen, kan er meer gaswisseling plaatsvinden waardoor de patiënt het O2 beter op
kan nemen en het CO2 beter af kan blazen.
NIV is een verzamelnaam voor twee technieken; CPAP en niet-invasieve Pressure Support.
NPPV: Non-invasive positive pressure ventilation
Standaard NIV-instellingen: 8 PEEP / 5 PS / 100% FiO2
Aantal graden bevochtiging: 30, 32 graden
Voordelen NIV t.o.v. invasieve beademing: minder risico op een VAP, eten/drinken/communiceren
gaat gemakkelijker en er is minder sedatie nodig.
Vijf verschillende longvolumina benoemen: TLC, RV, VC, TV en FRC
TLC Total Lung Capacity (totale longcapaciteit)
De maximale hoeveelheid lucht die de longen kunnen bevatten na een maximale
inademing. Gemiddeld is dit ongeveer 6 liter bij volwassenen
RV Residual Volume
De lucht die altijd in de longen achterblijft na een maximale uitademing. Dit voorkomt
collaps van de alveoli en zorgt voor constante gasuitwisseling. Gemiddeld is dit ongeveer
1,2 liter bij een volwassenen
VC Volume control of Vital Capacity
De maximale hoeveelheid lucht die een persoon actief kan in- en uitademen
TV Tidal Volume (teugvolume)
Het volume lucht dat bij elke ademteug in de longen wordt gebracht of daaruit wordt
verwijderd. Dit wordt ingesteld op basis van het ideale lichaamsgewicht van de patiënt,
vaak rond de 6-8 ml per kg lichaamsgewicht.
FRC Functionele residu capaciteit
De lucht die in de longen achterblijft na een normale uitademing (dus niet geforceerd).
Zorgt voor een constante zuurstofvoorziening tussen ademhalingen
Begrippen bij het inzetten van de NIV: TV, I:E, PEEP, PS/ASB, Ramp, FiO2
TV Tidal Volume (getijdenvolume)
Het volume lucht dat bij elke ademteug in de longen wordt gebracht of daaruit wordt
verwijderd. Dit wordt ingesteld op basis van het ideale lichaamsgewicht van de patiënt,
vaak rond de 6-8 ml per kg lichaamsgewicht.
I:E Inspiratie-expiratie verhouding
PEEP Positive End Expiratory Pressure
De positieve druk in de longen aan het einde van de uitademing, die een collaps van de
alveoli voorkomt. Het verbetert de zuurstofopname door de FRC te verhogen. Een te hoge
PEEP kan de bloeddruk verlagen en longschade veroorzaken
Inhoud
Leertaak 1: Basisbegrippen beademen en Non-Invasief beademen Leertaak 2: Verpleegkundige
interventies bij een non-invasieve beademde zorgvrager......................................................................2
NIV algemeen & standaard instellingen NIV.......................................................................................2
Vijf verschillende longvolumina benoemen: TLC, RV, VC, TV en FRC..................................................2
Begrippen bij het inzetten van de NIV: TV, I:E, PEEP, PS/ASB, Ramp, FiO2.........................................2
(Verpleegkundige) Interventies rondom de NIV, het systemisch evalueren en bijstellen van de NIV 3
Verpleegkundige observatie- en bewakingsmogelijkheden rondom de NIV......................................3
Het belang van goede begeleiding van zorgvrager met NIV beademing en diens familie.
Communicatie-hulpmiddelen, begeleidingsaspecten en familie participatie hierbij..........................4
Het belang van juiste lichaamshouding, goede mondverzorging en adequate medicatietoediening.4
Indicaties en contra-indicaties voor het toepassen van de NIV..........................................................5
Leertaak 3: Inzicht in thoraxfoto’s & auscultatie....................................................................................6
Waarop wordt een X-thorax beoordeeld? Welke afwijkingen kunnen worden gezien op een X-
thorax?...............................................................................................................................................6
Indicaties voor ausculteren & welke geluiden kan je horen?.............................................................6
Hoe moet je ausculteren?..................................................................................................................7
, Leertaak 1: Basisbegrippen beademen en Non-Invasief beademen
Leertaak 2: Verpleegkundige interventies bij een non-invasieve
beademde zorgvrager
NIV algemeen & standaard instellingen NIV
Doel NIV: ondersteuning van de ademhaling bij patiënten met een (dreigende) respiratoire
insufficiëntie zonder endotracheale intubatie, met als doel het verbeteren van de oxygenatie en/of
het verlagen van het pCO2 en/of het verminderen van de ademarbeid. Door de positieve druk die er
achter blijft in de longen, kan er meer gaswisseling plaatsvinden waardoor de patiënt het O2 beter op
kan nemen en het CO2 beter af kan blazen.
NIV is een verzamelnaam voor twee technieken; CPAP en niet-invasieve Pressure Support.
NPPV: Non-invasive positive pressure ventilation
Standaard NIV-instellingen: 8 PEEP / 5 PS / 100% FiO2
Aantal graden bevochtiging: 30, 32 graden
Voordelen NIV t.o.v. invasieve beademing: minder risico op een VAP, eten/drinken/communiceren
gaat gemakkelijker en er is minder sedatie nodig.
Vijf verschillende longvolumina benoemen: TLC, RV, VC, TV en FRC
TLC Total Lung Capacity (totale longcapaciteit)
De maximale hoeveelheid lucht die de longen kunnen bevatten na een maximale
inademing. Gemiddeld is dit ongeveer 6 liter bij volwassenen
RV Residual Volume
De lucht die altijd in de longen achterblijft na een maximale uitademing. Dit voorkomt
collaps van de alveoli en zorgt voor constante gasuitwisseling. Gemiddeld is dit ongeveer
1,2 liter bij een volwassenen
VC Volume control of Vital Capacity
De maximale hoeveelheid lucht die een persoon actief kan in- en uitademen
TV Tidal Volume (teugvolume)
Het volume lucht dat bij elke ademteug in de longen wordt gebracht of daaruit wordt
verwijderd. Dit wordt ingesteld op basis van het ideale lichaamsgewicht van de patiënt,
vaak rond de 6-8 ml per kg lichaamsgewicht.
FRC Functionele residu capaciteit
De lucht die in de longen achterblijft na een normale uitademing (dus niet geforceerd).
Zorgt voor een constante zuurstofvoorziening tussen ademhalingen
Begrippen bij het inzetten van de NIV: TV, I:E, PEEP, PS/ASB, Ramp, FiO2
TV Tidal Volume (getijdenvolume)
Het volume lucht dat bij elke ademteug in de longen wordt gebracht of daaruit wordt
verwijderd. Dit wordt ingesteld op basis van het ideale lichaamsgewicht van de patiënt,
vaak rond de 6-8 ml per kg lichaamsgewicht.
I:E Inspiratie-expiratie verhouding
PEEP Positive End Expiratory Pressure
De positieve druk in de longen aan het einde van de uitademing, die een collaps van de
alveoli voorkomt. Het verbetert de zuurstofopname door de FRC te verhogen. Een te hoge
PEEP kan de bloeddruk verlagen en longschade veroorzaken