100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting werkgroepopdrachten consti week 4

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
7
Subido en
15-04-2025
Escrito en
2024/2025

uitwerking werkgroepopdrachten. uitwerking arresten. samenvatting voorgeschreven stof.

Institución
Grado









Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
15 de abril de 2025
Número de páginas
7
Escrito en
2024/2025
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Hoofdstuk 6

Krachtens de constitutie is Nederland een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Dit houdt in dat het land
andere overheidsverbanden dan het centrale verband kent, die hun eigen ambten met eigen
bevoegdheden en hun eigen onderdanen kennen, en die in de uitoefening van hun bevoegdheden
nevengeschikt zijn aan het centrale overheidsverband. Constituering, attributie en regulering middels
de Grondwet sluit niet uit dat binnen de gedecentraliseerde verbanden delegatie van geattribueerde
bevoegdheden plaatsvindt. Kenmerkend voor verdeling van bevoegdheden is dat niet één ambt de
uiteindelijke beslissingsbevoegdheid heeft. De centrale ambten bezitten geen algemene
bevelsbevoegdheid over de gedecentraliseerde ambten. Tussen de gedecentraliseerde
overheidsverbanden en hun ambten bestaat er ook geen hiërarchische relatie. Er bestaat een zekere
vorm van toezicht door de centrale ambten. De gebruikelijke vorm van preventief toezicht is de
goedkeuring. Het repressieve toezicht bestaat uit de bevoegdheid tot vernietiging wegens strijd met
het recht of het algemene belang. Daarnaast kent men de rechterlijke controle en de eventuele
mogelijkheid tot ingrijpen bij verwaarlozing van autonoom uitgeoefende taken.



Hoofdstuk 9

De Grondwet noemt als eerste ambt de regering. Het gaat hier dan om het samenstel van de Koning
en de ministers. In deze zin zijn alle koninklijke besluiten regeringsbesluiten. Binnen de regering zijn
te onderscheid de Koning, de ministers, de staatssecretarissen, de ministerraad en de minister-
president. Ministers worden ontslagen en benoemd bij koninklijk besluit. Een formatie start met de
fase van kabinetsformatie. Dit hoeft niet noodzakelijk te leiden tot de vorming van een nieuw kabinet,
maar kan ook een reconstructie inhouden. Tot voor kort vervulde de koning in deze een belangrijke
rol. Deze verdwijnt echter steeds verder naar de achtergrond. Ex. artikel 11 RvOTK beraadslaagt na
verkiezingen de nieuw verkozen kamer over de verkiezingsuitslag met als doel een of meer
informateurs aan te wijzen en hun opdracht vast te stellen. Wanneer de opdracht is afgerond of
teruggegeven, dan wijst de kamer zo nodig nieuwe informateurs aan. In de praktijk start een
informatie nagenoeg steeds met een informateur. Een informateur gaat slechts de mogelijkheden tot
kabinetsvorming na. Een formateur daarentegen moet een kabinet vormen. Gebruikelijk is de
formatie van een meerderheidskabinet. De formateur is meestal de toekomstig minister-president.
Een kabinet wordt gevormd op grondslag van een regeerakkoord. Is eenmaal een regeerakkoord tot
stand gekomen, dan moeten de posten van de ministers worden verdeeld en de toekomstige
bewindslieden worden aangezocht. Wanneer dit slaagt, vindt de constituerende vergadering plaats.
Hier geven alle betrokken partijen akkoord en verslag aan de koning. Vanaf de benoeming zijn de
ministers bevoegd namens hun ambt te handelen. De Grondwet geeft geen regelingen omtrent het
aantal ministers. Hoeveel ministeries er zullen zijn, hangt af van diverse factoren: de omvang van de
overheidstaak, de behoefte aan integratie of juist specialisatie, de wens tot benadrukking van
bepaalde beleidsterreinen. Bij één minister kunnen meerdere staatssecretarissen worden benoemd.
De ministerraad berust op een koninklijk besluit. De ministerraad bestaat uit de ministers en de
minister-president. Een minister of staatssecretaris vangt zijn ambt meteen na zijn benoeming aan.

De Staten-Generaal kent een aantal bevoegdheden welke deze in samenwerking met een ander ambt
dient uit te oefenen. De belangrijkste is die tot medevaststelling van wetten ex. artikel 81 Gw. Onder
de samenwerkingsbevoegdheden zijn ook te rekenen bevoegdheden tot het nemen van besluiten ter

, voorbereiding van een ander besluit. Daarnaast kent de Staten-Generaal een aantal zelfstandige
bevoegdheden. Zie hiervoor onder andere artikel 30 Gw, artikel 58 Gw, artikel 61 Gw, artikel 76 Gw,
artikel 70 Gw, artikel 72 Gw, artikel 78a Gw en artikel 91 Gw. Het recht van enquête in het bijzonder.
Het betreft niet slechts bewindslieden en hun ambtenaren, maar het kan ten aanzien van iedereen
worden uitgeoefend. Een alternatief voor de enquête is het parlementair onderzoek. In dergelijke
gevallen doet een commissie uit de Kamer zelf een onderzoek naar een bepaalde kwestie. De
voorzitter van de Tweede Kamer leidt de werkzaamheden van de Kamer en het Presidium. De
commissies bezitten slechts bevoegdheden van voorbereidende en onderzoeksaard. De stem van
ieder Kamerlid weegt even zwaar. De leden stemmen zonder last. Op grond van het Regelement van
Orde van de Tweede Kamer bezitten Kamerleden nog een aantal individuele bevoegdheden.



Hoofdstuk 10

Toezicht en handhaving van de machtenscheiding en de checks and balances berust bij de centrale
politieke ambten, de regering en de Staten-Generaal. Dit noemt men het parlementair stelsel.
Volgens de vertrouwensregel moeten een of meer, desnoods alle ministers of staatssecretarissen,
behoudens kamerontbinding, ontslag aan de Koning aanbieden, als de Tweede Kamer in meerderheid
blijk heeft gegeven onvoldoende vertrouwen in hem of het kabinet te stellen. Het gaat hier om een
ongeschreven regel binnen het staatsrecht. Een minister of kabinet mag niet tegen de wil van de
meerderheid van de Kamer aan het bewind blijven. Is een kabinet demissionair, dan is het opzeggen
van het vertrouwen erin zonder zin. De vertrouwensregel bevat geen aanduiding omtrent de gevallen
waarin, de redenen waarom en de wijze waarop het vertrouwen in een bewindsman of een geheel
kabinet mag worden opgezegd. De vertrouwensregel heeft een regulerende functie. Het
ontbindingsrecht van de regering is een middel om een verstoorde verhouding tussen de regering en
de volksvertegenwoordiging te doen herstellen. De ontbindingsplicht bestaat daarbij in gelegenheid
van grondwetsherzieningen. Het ontbindingsrecht wordt veelal uitgeoefend om de formatie van een
nieuw kabinet mogelijk te maken. Wanneer men spreekt van ministeriële verantwoordelijkheid wordt
er onderscheid gemaakt tussen vier typen. Voor strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid
geldt dat wanneer een minister in zijn functie een strafbaar feit pleegt, hij kan verwijzen naar het
bevel van de Koning. Betreffende de politieke ministeriële verantwoordelijkheid geldt dat ministers
verantwoordelijk zijn aan een of meer ambten. De ministers geven de kamers elk afzonderlijk en in
verenigde vergadering mondeling of schriftelijk de door een of meer leden verlangde inlichtingen.
Geweigerd kunnen worden inlichtingen waarvan het verlenen strijdig is met het belang van de staat.
Of er sprake is van het belang van de staat, beslist de aangesproken bewindsman. De minister is
verantwoordelijk voor zijn eigen doen en laten en dat van de Koning. De minister is verantwoordelijk
voor de uitoefening van zijn regelgevende bevoegdheden. De minister is verantwoordelijk voor alles
dat er binnen zijn ministerie plaatsvindt. De minister is verantwoordelijk voor staatssecretarissen en
diens handelingen. Daarbij onderscheidt men stelselverantwoordelijkheid. Deze bredere opvatting
van de ministeriële verantwoordelijkheid gaat uit van het idee dat de ministers een publieke taak
behartigen en dat zij verantwoording moeten afleggen voor het voldoende behartigen daarvan.

Idealiter is de wet de uitdrukking van democratische besluitvorming waaraan bestuur, rechter en
onderdaan onderworpen zijn. De besluiten die de Grondwet als wet aanmerkt, noemt men wet in
formele zin. Deze mogen niet in strijd zijn met de Grondwet. Artikel 81 – 88 Gw regelen de
wetsprocedure. Wetten worden door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk vastgesteld. De
$3.63
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
tessadvos
3.0
(2)

Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
tessadvos Universiteit Utrecht
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
2
Miembro desde
2 año
Número de seguidores
1
Documentos
59
Última venta
3 meses hace

3.0

2 reseñas

5
0
4
0
3
2
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes