Moerlander – Rechtmatigheid voor verkeerscontrole van bepaalde voertuigen, geen verbod
van willekeur want op auto niet op de persoon
Rechtsvraag:
Mag de politie voertuigen selecteren voor controle op basis van hun buitenlandse kenteken, als
onderdeel van een project dat zich specifiek richt op voertuigen uit Midden- en Oost-Europa,
zonder dat dit leidt tot ongeoorloofde discriminatie?
Rechtsregel:
Bij verkeerscontroles mag geen direct of indirect onderscheid worden gemaakt op basis van
nationaliteit of afkomst (ECLI:NL:HR:2017:84). Selectiecriteria die leiden tot een verschil in
behandeling op grond van nationaliteit kunnen in sommige gevallen gerechtvaardigd zijn,
bijvoorbeeld bij maatregelen tegen grensoverschrijdende criminaliteit, mits dit onderscheid
noodzakelijk en proportioneel is. Het hof moet beoordelen of dit in het specifieke geval op de
juiste manier is toegepast.
Smartphone – Technische hulpmiddelen indicatie voor inbreuk persoonlijke leefsfeer,
artikel 8 EVRM
Rechtsvraag:
Onder welke voorwaarden mag een opsporingsambtenaar onderzoek doen aan een
inbeslaggenomen smartphone, en wanneer is hiervoor toestemming van de officier van justitie
of rechter-commissaris vereist?
Rechtsregel:
De wet vereist geen voorafgaande rechterlijke toetsing of tussenkomst van de officier van justitie
voor onderzoek aan inbeslaggenomen elektronische gegevensdragers (zoals smartphones),
zolang de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer beperkt blijft. De bevoegdheid hiervoor is
gebaseerd op art. 94 jo. 95 en 96 Sv.
Wanneer het onderzoek echter zo verstrekkend is dat een compleet beeld van bepaalde
aspecten van het persoonlijk leven van de gebruiker wordt verkregen, vooral bij gebruik van
technische hulpmiddelen voor het uitlezen van alle gegevens, kan het onderzoek onrechtmatig
zijn. In dat geval is tussenkomst van de officier van justitie of de rechter-commissaris vereist.
Bij een zeer ingrijpende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer dient de rechter-commissaris
vooraf toestemming te geven, mede gelet op art. 8 EVRM.
Hasselbaink – Artikel 5 lid 4 EVRM Voorlopige hechtenis en schadevergoeding
Rechtsvraag:
Heeft de voortduring van de voorlopige hechtenis van de eiser tussen 13 juli en 2 september
2016 een schending opgeleverd van artikel 5 lid 3 EVRM (redelijke gronden voor voorlopige
hechtenis) en artikel 5 lid 4 EVRM (spoedige beoordeling van de rechtmatigheid van de
detentie)?
Rechtsregel:
Artikel 5 lid 3 EVRM vereist dat een voortgezette voorlopige hechtenis niet alleen gebaseerd is op
een redelijke verdenking, maar ook op aanvullende, relevante en voldoende redenen. De
rechterlijke motivering mag niet algemeen of abstract zijn en moet specifieke feiten en
individuele omstandigheden bevatten die de detentie rechtvaardigen.
Confidential - External
, Confidential - External
van willekeur want op auto niet op de persoon
Rechtsvraag:
Mag de politie voertuigen selecteren voor controle op basis van hun buitenlandse kenteken, als
onderdeel van een project dat zich specifiek richt op voertuigen uit Midden- en Oost-Europa,
zonder dat dit leidt tot ongeoorloofde discriminatie?
Rechtsregel:
Bij verkeerscontroles mag geen direct of indirect onderscheid worden gemaakt op basis van
nationaliteit of afkomst (ECLI:NL:HR:2017:84). Selectiecriteria die leiden tot een verschil in
behandeling op grond van nationaliteit kunnen in sommige gevallen gerechtvaardigd zijn,
bijvoorbeeld bij maatregelen tegen grensoverschrijdende criminaliteit, mits dit onderscheid
noodzakelijk en proportioneel is. Het hof moet beoordelen of dit in het specifieke geval op de
juiste manier is toegepast.
Smartphone – Technische hulpmiddelen indicatie voor inbreuk persoonlijke leefsfeer,
artikel 8 EVRM
Rechtsvraag:
Onder welke voorwaarden mag een opsporingsambtenaar onderzoek doen aan een
inbeslaggenomen smartphone, en wanneer is hiervoor toestemming van de officier van justitie
of rechter-commissaris vereist?
Rechtsregel:
De wet vereist geen voorafgaande rechterlijke toetsing of tussenkomst van de officier van justitie
voor onderzoek aan inbeslaggenomen elektronische gegevensdragers (zoals smartphones),
zolang de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer beperkt blijft. De bevoegdheid hiervoor is
gebaseerd op art. 94 jo. 95 en 96 Sv.
Wanneer het onderzoek echter zo verstrekkend is dat een compleet beeld van bepaalde
aspecten van het persoonlijk leven van de gebruiker wordt verkregen, vooral bij gebruik van
technische hulpmiddelen voor het uitlezen van alle gegevens, kan het onderzoek onrechtmatig
zijn. In dat geval is tussenkomst van de officier van justitie of de rechter-commissaris vereist.
Bij een zeer ingrijpende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer dient de rechter-commissaris
vooraf toestemming te geven, mede gelet op art. 8 EVRM.
Hasselbaink – Artikel 5 lid 4 EVRM Voorlopige hechtenis en schadevergoeding
Rechtsvraag:
Heeft de voortduring van de voorlopige hechtenis van de eiser tussen 13 juli en 2 september
2016 een schending opgeleverd van artikel 5 lid 3 EVRM (redelijke gronden voor voorlopige
hechtenis) en artikel 5 lid 4 EVRM (spoedige beoordeling van de rechtmatigheid van de
detentie)?
Rechtsregel:
Artikel 5 lid 3 EVRM vereist dat een voortgezette voorlopige hechtenis niet alleen gebaseerd is op
een redelijke verdenking, maar ook op aanvullende, relevante en voldoende redenen. De
rechterlijke motivering mag niet algemeen of abstract zijn en moet specifieke feiten en
individuele omstandigheden bevatten die de detentie rechtvaardigen.
Confidential - External
, Confidential - External