• Verbintenissenrecht
Hoofdstuk 1:
Wat is een verbintenis?
Je kunt het omschrijven als: iets wat volgens het recht je verplicht is te doen of laten. Deze
verplichting noemen we een prestatie. We spreken alleen van verbintenissen als de prestaties ‘geld
waard zijn’ --> de prestatie moet op geld waardeerbaar zijn. Het is namelijk onderdeel van het
vermogensrecht.
Er zijn altijd minimaal 2 partijen betrokken, de ene heeft recht op iets en de andere heeft daarvoor
de verplichting.
Ontstaan van een verbintenis:
1. Uit de wet
2. Uit een overeenkomst
Uit een overeenkomst:
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding, de wil van de 2 partijen moet
overeenkomen. Er moet dus sprake zijn van een wilsovereenstemming.
Bij de meeste overeenkomsten ontstaan 2 verbintenissen. Als een verbintenis is voldaan, noemen
we dit het te niet gaan van de verbintenis. Hij houdt op met bestaan.
De prestatie is het object van de verbintenis en de 2 partijen zijn rechtssubjecten: dragers van
rechten en plichten. De partij die recht heeft op hetgeen noemen we de schuldeiser(crediteur),
degene die het moet nakomen noemen we de schuldenaar(debiteur). Je kan bij het sluiten ook
beide worden.
Als de verbintenis niet of niet goed wordt nagekomen noemen we dit een wanprestatie. Het
verbintenissenrecht regelt wat er gebeurt bij een tekortkoming in de nakoming.
De meest voorkomende doen-prestaties zijn:
1. Betaling van een geldsom
2. Levering van een goed
3. Het verrichten van een dienst
Het kan ook een combinatie zijn van deze vormen.
Je kan ook als prestatie hebben om iets na te laten bijvoorbeeld een concurrentiebeding. Dan laat je
na om naar de concurrent te gaan zodra de overeenkomst over is.
Uit de wet:
Ook een belangrijke bron van verbintenissen is de onrechtmatige daad.
Voorbeeld: je rijdt met je fiets per ongeluk tegen een auto aan. Er ontstaat een kras en jij bent
verplicht die te vergoeden. De verbintenis is dus de vergoeding voor de kras. Er ontstaat een
wettelijke aansprakelijkheid.
, Voor deze aansprakelijkheid die voorkomt uit een rechtmatige daad kan je een WA-verzekering
afsluiten: verzekering tegen Wettelijke Aansprakelijkheid. Soms ben je hier wettelijk ook voor
verplicht, zoals bij een motorvoertuig (auto etc.) Deze overeenkomst is weer het sluiten van een
overeenkomst.
Deze verzekering dekt jou niet als de daad opzettelijk was. Maar verbintenisrechtelijk is er geen
verschil tussen of er opzet is of geen opzet.
Rechtsvoorwaarden
- Onrechtmatigheid
- Toerekening aan de dader
- Schade
- Causaal verband
- Relativiteit (verdieping op pirvaatrecht)
Conclusie
Het grootste verschil tussen uit de wet en een overeenkomst is dat bij de wet er sprake is van een
gebeurtenis, maar bij de overeenkomst is er sprake van wilsovereenstemming.
Andere verbintenissen uit de wet: rechtmatige daad
• Onverschuldigde betaling, iemand stort bijvoorbeeld per ongeluk geld op jouw rekening. Je
bent dan verplicht om dit terug te storten. De wet bepaald dat het terugbetalen een
verbintenis is voor jou.
• Ongerechtvaardigde verrijking, terwijl dat het geld op jouw bank staat heb je rente
ontvangen. De wet bepaald dat je ook de rente moet terugbetalen, omdat het niet terecht
op jouw rekening is gekomen. Zonder de onverschuldigde betaling zou deze rente er niet op
zijn gekomen.
• Zaakwaarneming, stel jij bent weg van huis en je raam gaat kapot door een tak. De buurman
ziet dit en is toevallig glazenzetter waardoor hij jouw raam maakt. Jij bent verplicht om de
buurman hiervoor te betalen, ondanks dat jij dit misschien niet wilde.
Net als bij de onrechtmatigde daad maakt bij de rechtmatige daad de wil niet uit.
Hoofdstuk 2: Rechtsfeiten
Rechtsfeitenschema
Obligatoire overeenkomsten
Art. 6:213 bepaalt dat een overeenkomst een meerzijdige rechtshandeling is, waarbij 1 of meer
partijen verbintenissen aangaan met elkaar. Overeenkomsten waaruit verbintenissen voortvloeien
noemen we verbintenis scheppende overeenkomsten of obligatoire overeenkomsten. Obligatoir
betekend namelijk verbintenis.
Wederkerige en niet-wederkerige overeenkomsten
Een overeenkomst waarbij beide partijen een verplichting opnemen noemen we een wederkerige
overeenkomst. Maar soms is er maar 1 partij met een verplichting zoals bij een schenking, dit
noemen we een niet-wederkerige overeenkomst. Dit wordt ook wel een eenzijdige overeenkomst
genoemd. Een aanvaarding is altijd noodzakelijk!
Hoofdstuk 1:
Wat is een verbintenis?
Je kunt het omschrijven als: iets wat volgens het recht je verplicht is te doen of laten. Deze
verplichting noemen we een prestatie. We spreken alleen van verbintenissen als de prestaties ‘geld
waard zijn’ --> de prestatie moet op geld waardeerbaar zijn. Het is namelijk onderdeel van het
vermogensrecht.
Er zijn altijd minimaal 2 partijen betrokken, de ene heeft recht op iets en de andere heeft daarvoor
de verplichting.
Ontstaan van een verbintenis:
1. Uit de wet
2. Uit een overeenkomst
Uit een overeenkomst:
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding, de wil van de 2 partijen moet
overeenkomen. Er moet dus sprake zijn van een wilsovereenstemming.
Bij de meeste overeenkomsten ontstaan 2 verbintenissen. Als een verbintenis is voldaan, noemen
we dit het te niet gaan van de verbintenis. Hij houdt op met bestaan.
De prestatie is het object van de verbintenis en de 2 partijen zijn rechtssubjecten: dragers van
rechten en plichten. De partij die recht heeft op hetgeen noemen we de schuldeiser(crediteur),
degene die het moet nakomen noemen we de schuldenaar(debiteur). Je kan bij het sluiten ook
beide worden.
Als de verbintenis niet of niet goed wordt nagekomen noemen we dit een wanprestatie. Het
verbintenissenrecht regelt wat er gebeurt bij een tekortkoming in de nakoming.
De meest voorkomende doen-prestaties zijn:
1. Betaling van een geldsom
2. Levering van een goed
3. Het verrichten van een dienst
Het kan ook een combinatie zijn van deze vormen.
Je kan ook als prestatie hebben om iets na te laten bijvoorbeeld een concurrentiebeding. Dan laat je
na om naar de concurrent te gaan zodra de overeenkomst over is.
Uit de wet:
Ook een belangrijke bron van verbintenissen is de onrechtmatige daad.
Voorbeeld: je rijdt met je fiets per ongeluk tegen een auto aan. Er ontstaat een kras en jij bent
verplicht die te vergoeden. De verbintenis is dus de vergoeding voor de kras. Er ontstaat een
wettelijke aansprakelijkheid.
, Voor deze aansprakelijkheid die voorkomt uit een rechtmatige daad kan je een WA-verzekering
afsluiten: verzekering tegen Wettelijke Aansprakelijkheid. Soms ben je hier wettelijk ook voor
verplicht, zoals bij een motorvoertuig (auto etc.) Deze overeenkomst is weer het sluiten van een
overeenkomst.
Deze verzekering dekt jou niet als de daad opzettelijk was. Maar verbintenisrechtelijk is er geen
verschil tussen of er opzet is of geen opzet.
Rechtsvoorwaarden
- Onrechtmatigheid
- Toerekening aan de dader
- Schade
- Causaal verband
- Relativiteit (verdieping op pirvaatrecht)
Conclusie
Het grootste verschil tussen uit de wet en een overeenkomst is dat bij de wet er sprake is van een
gebeurtenis, maar bij de overeenkomst is er sprake van wilsovereenstemming.
Andere verbintenissen uit de wet: rechtmatige daad
• Onverschuldigde betaling, iemand stort bijvoorbeeld per ongeluk geld op jouw rekening. Je
bent dan verplicht om dit terug te storten. De wet bepaald dat het terugbetalen een
verbintenis is voor jou.
• Ongerechtvaardigde verrijking, terwijl dat het geld op jouw bank staat heb je rente
ontvangen. De wet bepaald dat je ook de rente moet terugbetalen, omdat het niet terecht
op jouw rekening is gekomen. Zonder de onverschuldigde betaling zou deze rente er niet op
zijn gekomen.
• Zaakwaarneming, stel jij bent weg van huis en je raam gaat kapot door een tak. De buurman
ziet dit en is toevallig glazenzetter waardoor hij jouw raam maakt. Jij bent verplicht om de
buurman hiervoor te betalen, ondanks dat jij dit misschien niet wilde.
Net als bij de onrechtmatigde daad maakt bij de rechtmatige daad de wil niet uit.
Hoofdstuk 2: Rechtsfeiten
Rechtsfeitenschema
Obligatoire overeenkomsten
Art. 6:213 bepaalt dat een overeenkomst een meerzijdige rechtshandeling is, waarbij 1 of meer
partijen verbintenissen aangaan met elkaar. Overeenkomsten waaruit verbintenissen voortvloeien
noemen we verbintenis scheppende overeenkomsten of obligatoire overeenkomsten. Obligatoir
betekend namelijk verbintenis.
Wederkerige en niet-wederkerige overeenkomsten
Een overeenkomst waarbij beide partijen een verplichting opnemen noemen we een wederkerige
overeenkomst. Maar soms is er maar 1 partij met een verplichting zoals bij een schenking, dit
noemen we een niet-wederkerige overeenkomst. Dit wordt ook wel een eenzijdige overeenkomst
genoemd. Een aanvaarding is altijd noodzakelijk!