100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

SAMENVATTING ontwikkeling deel 1 BABYTIJD

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
34
Subido en
28-03-2025
Escrito en
2023/2024

Dit is een samenvatting van de les en het boek van debabytijd in het vak ontwikkelingspsychologie deel 1.

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
Subido en
28 de marzo de 2025
Número de páginas
34
Escrito en
2023/2024
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Hoofstuk 8 : perceptuele, cognitieve en
taalontwikkeling
Baby’s kunnen niet zeggen wat ze zien, horen, kennen, zich herinneren,…
Voor onderzoek naar perceptie, cognitie en taal bij baby’s nood aan niet-verbale
paradigma’s gebaseerd op
 Habituatie
 Preferentieel kijken
 Operante conditionering
 Uitgestelde imitatie

Perceptuele ontwikkeling
 Pasgeborenen reageren op diverse soorten prikkels (tactiel, gustatorisch =
smaak, olfactorisch, auditief, visueel)
 Tast-, reuk- en smaakzin best ontwikkeld bij de geboorte
 Gehoord vrij goed ontwikkeld bij de geboorte maar verbetert nog sterk
tijdens tijdens de eerste levensmaanden
 Gezicht minst ontwikkeld
 Naarmate baby’s beter in staat zijn de omgeving met hun zintuigen waar
te nemen, wordt die begrijpelijker
 Cruciale processen : sensatie en perceptie
 Sensatie = elementaire gewaarwording van een stimulus, zoals
geregistreerd door een zintuig -> registratie van invallend licht door de
receptoren op het netvlies -> zenuwimpulsen sturen ze naar de hersenen
 Perceptie = verwerking en interpretatie van zintuiglijke informatie door
de hersenen, de eigenlijke waarneming (=hoe we dingen waarnemen)
 Bij sensatie reageren de zintuigen dus op stimulatie, terwijl de
stimulatie bij de perceptie wordt geïnterpreteerd
 Er zijn verschillende manieren ontwikkeld om sensatie en perceptie op
verschillende manieren te onderzoeken (zie niet-verbale paradigma’s)
Visuele waarneming
 In de baarmoeder weinig tot geen visuele stimulatie -> veel meer
auditieve stimulatie in de baarmoeder + bij geboorte zijn visuele
structuren in oog en hersenen nog niet volledig gevormd
 Visuele cortex
 Foveale kegeltjes -> lichtgevoelige receptoren = kegeltjes en staafjes
 Kegeltjes staan dicht bij elkaar wanneer we volwassen zijn -> bij
baby’s nog niet -> geen goed visueel zicht
 Daardoor beperkingen in basale visuele capaciteiten
 Desalniettemin kort na de geboorte al voorkeur voor bepaalde stimuli
boven andere
Experiment Robert Fantz
 ‘kijkkamer’ -> langer naar iets kijken = voorkeur
 Stimulus met patroon > effen stimulus
 Krom > recht

1

,  Driedimensionaal > tweedimensionaal
 Correct menselijk gezicht > door elkaar gegooid
 Voorkeuren allicht deels genetische voorgeprogrammeerd, deels
gevolg van vroege ervaringen
Visuele scherpte
 Vermogen om gedetailleerd te zien
 vaak onderzocht via methodes gebaseerd op preferentieel kijken of
registratie hersenresponsen (visual evoked potentials)
 bij pasgeborenen beperkt -> je ziet op een afstand van 20 wat iemand ziet
op een feet van 400
 ronde de 14 week : het binoculaire gezichtsvermogen (=het vermogen
om de beelden van beide ogen te combineren zodat we diepte en
beweging kunnen onderscheiden) ontstaat
 moeite met visuele accommodatie (=het mechanisme om in te zoomen-
> werkt niet zo goed bij pasgeborene) : boller of platter maken van de lens
in functie van de afstand
 beste zicht op +-25 cm veraf = afstand gezicht ouder tijdens voeden
 snelle verbetering tijden eerste zes à negen maanden
 scherpte zoals volwassenen (20/20) in loop van
tweede levensjaar
contrasensitiviteit
 = sensitiviteit voor verschillen in de hoeveelheid
licht tussen aangrenzende regio’s in een patroon
 Functie van spatiale frequenties (aantal licht-
donker overgangen op een bepaalde
oppervlakte)
 Contrasensitiviteit neemt toe doorheen de
babytijd
 Voor jonge baby’s heeft ‘bold’ checkerboard
meer contrast dan ‘complex’ -> voorkeur
 Zodra voldoende contrasensitiviteit voorkeur
voor ‘complex’
Kleurzicht
 Bij geboorte is kleurzicht erg beperkt
 Pasgeborenen zien kleur best als kleurvlak groot en fel is en een duidelijke
tint heeft (bijv. rood)
 Kleurzicht rood -> groen ontwikkelt sneller dan blauw -> geel
 Voorkeur voor primaire, zuivere kleuren boven pasteltinten en
mengvormen
 Rond vier maand kleurzicht ongeveer gelijk aan dat van een volwassene
Dieptezicht
 “visual cliff” experimenten (1960) van ontwikkelingspsychologen
Eleanor Gibson en Richard Walk
 Baby’s 6-14 maand staken klif niet over -> suggereert dieptezicht
 Onduidelijk van wanneer juist ( alleen kruipende baby’s getest)
 Latere studies

2

,  Gebruik fysiologische parameters
 Dieptezicht mogelijk al vanaf geboorte
 Angst voor diepte later (ervaringen)
 Diepzicht gebaseerd op verschillende soorten cues
 Bewegingscues -> als iemand te dicht bij de ogen komt (vanaf 3 à 4
weken)
 Binoculaire cues -> beelden vanuit de 2 ogen combineren (vanaf 2à3
maand)
 Pictoriale cues -> perspectief tekenen (vanaf 4 à 6 maand)
 Ontwikkeling diepteperceptie gaat samen met motorische ontwikkeling
 Dieptezicht nodig om voorwerpen te kunnen grijpen of om zich zonder
ongevallen te kunnen voortbewegen
 Bij elke nieuwe houding moet baby leren hoe dieptecues te gebruiken
om niet te vallen
 Motorische ontwikkeling bepaalt ook volgord waarin gebruik van
verschillende soorten dieptecues geleerd wordt
Focussen en verschuiven
 Jonge baby’s hebben moeite met visuele focus
 Blik richten op één punt in gezichtsveld
 Heeft te maken met beperkt vermogen tot convergentie (= gezamenlijk
richten van beide ogen naar één punt)
 Tot zes maand af en toe scheel kijken
 Jonge baby’s kunnen blik niet goed verschuiven
 Soms vluchtige oogbewegingen, maar nog niet veel controle over
oogspieren
 Nodig om bewegend object te volgen of omgeving te scannen = nodig
om beweging te begrijpen
 Verbetert naarmate visuele focus beter, maar ook evenwicht en
aandacht spelen een rol
 In de eerste levensweken fixatie op specifieke (vaak contrastrijke) delen
van een patroon + moeite omblik te verschuiven
 Vanaf 2 à 3 maand toegenomen scanningsvaardigheid en
contrasensitiviteit -> grondigere exploratie van patronen + integratie van
delen tot perceptie geheel
 Vanaf 3 maand patroonherkenning zelfs als er geen omtrek is (“subjectief
contour”)
 Vanaf 12 maand herkenning van onvolledige figuren
Perceptie van gezichten
 Kort na de geboorte al voorkeur voor gezicht moeder boven gezicht andere
personen
 Ervaring -> gelaatsperceptie
 Vanaf drie maand voor en betere discriminatie van vrouwelijk dan
mannelijke gezichten (tenzij primaire verzorger man is)
 Tussen 3 maand en 6 maand beter discriminatie van gezichten eigen
etniciteit aan afname mbt andere etniciteiten (tenzij in omgeving met
veel etnische diversiteit)
 Ook afnemende vaardigheid om dierengezichten van elkaar te
onderscheiden

3

,  = perceptuele vernauwing
Auditieve waarneming
 In baarmoeder al auditief vermogen
 Blootstelling aan verschillende soorten geluiden (hartslag,
spijsvertering, stem moeder)
 Vooral lage frequenties
 Zodra na geboorte vruchtwater uit middenoor weggevloeid is kan baby vrij
goed horen
 Zeer hoge en zeer lage frequenties beter dan volwassenen
 Middenfrequenties minder goed
 Vanaf eerste dagen richt baby ogen en hoofd in de richting van een geluid
 Vermogen tot geluidlokalisatie wel nog minder goed dan bij
volwassenen (gebaseerd op tijdsverschil voor bereiken ene vs andere
oor en bij baby afstand kleiner)
 Initieel reflexmatig, verdwijnt even rond zes weken en keert al
doelbewust reactie terug rond drie maand
 Vrij snel na geboorte voorkeur voor bepaald geluiden -> merkt men aan
het zuigpatroon dat anders is bij verschillende stimuli
 Menselijke stem (moeder)
 Taal gesproken in eigen omgeving
 Gelinkt aan eerste ervaringen na geboorte maar ook aan wat prenataal
gehoord is
 Stem moeder
 Voorgelezen stuk tekst
 Muziek vaak beluisterd tijdens zwangerschap
 Jonge baby’s in staat om klanken te onderscheiden als voldoende luid en
voldoende verschillend
 Verschillende toonhoogtes
 Alle klanken in menselijke taal
 Voorkeur spraak boven niet-spraak
 Activatie van zowel auditieve als motorische gebieden in de cerebrale
cortex
 Bij perceptie van spraakgeluiden ook motorische plannen geactiveerd
ter voorbereiding van zelf spreken
 Vanaf 8 maand perceptuele vernauwing tot eigen moedertaal
Klanken
 Baby’s leren focussen op betekenisvolle klankverschillen
 Klemtoonpatronen
 Cultuureigen klanken
 Grotere spraaksegmenten (woorden)
 Baby’s zijn in staat tot ‘statische analyse’ van klankpatronen
 Vanaf 7 maand spraakstroom opdelen in woroden
 ‘stock’ van klankpatronen, die pas later met betekenis geassocieerd zal
worden
 Vaardigheid om snel woorden te herkennen in een spraakstroom is
voorspellend voor latere taalontwikkeling
 Studie bij baby’s van 10 maand oud -> verschillende condities
1. Een woord in isolatie

4
$4.91
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
noadaems

Conoce al vendedor

Seller avatar
noadaems Katholieke Universiteit Leuven
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
0
Miembro desde
1 año
Número de seguidores
0
Documentos
8
Última venta
-

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes