Klaar met de handeling: bed op de laagste stand, of de patiënt dit laten doen. Vragen of je
nog wat kan doen voor de patiënt. Vragen of de patiënt goed ligt. Handen desinfecteren.
Casus 1
Stagiair op de cardiologie
Variant 1: bloeddruk en rode wond verzorgen.
Let op! de bloeddruk meten op de arm waar GEEN wond zit
Bloeddruk
- Patiënt vertellen wat je gaat doen en dat de patiënt niet mag praten.
- Hartslag voelen met twee vingers
- Bij geen voelbare hartslag nog 30 erbij
- Na het oppompen rustig leeg laten lopen
- Bij een hoorbare hartslag, systolische druk, onthouden
- Door leeg laten lopen
- Wanneer de hartslag niet meer hoorbaar is, heb je de diastolische druk
- Bloeddruk aan de patiënt vertellen en aan de docenten
Rode wond
- Patiënt identificeren en vertellen wat je gaat doen
- Spullen pakken: 5 steriele gazen, fysiologisch zout, onderlegger matje, 10X10 steriel
gaasje, leukopor tape.
- Handen desinfecteren
- Tape losmaken
- Handschoenen aan
- Verband eraf halen
- Veroordelen op kleur geur en hoeveelheid vocht
- Handschoenen uit
- Beoordelen op TIME: tissue, infection, moisture, edge
- Fysiologisch zout op de 5 steriele gazen doen
- Wond schoonmaken van binnen naar buiten dus schoon-vies.
- Handschoenen uit
- Handschoenen aan
- Steriel verband op de wond.
- Handschoenen uit mag – makkelijker voor de tape
- Leukopor afscheuren en de wond vast maken.
Variant 2 injectiespuit klaarmaken
Spuit klaar maken
- Ik zal zo de morfine infecteren bij u. ik zal eerst de spullen pakken en kijken of alles in
orde is.
- Vragen waar de patiënt de spuit wilt
- Spullen pakken
- Oranje spuit pakken, opzuignaald, opzet naald, naalden bakje
, - Regel van 5 uitleggen aan de docent: goede patiënt, juiste hoeveelheid, goede
datum, juiste medicijn, juiste injectieplaats.
- Handschoenen aan
- Juiste hoeveelheid opzuigen in een ruimere spuit
- Dit laten zien aan de docent
- De opzuignaald eraf halen- in het naalden container
- Injectienaald op de spuit zetten.
- Dopje erop houden
- Naar de patiënt lopen
- Uitleggen waar je hem gaat zetten
- Spuit met de huidplooi techniek
- Injectie in de huid- huidplooi loslaten
- 3 sec in de huid laten zitten en dan eruit halen
Orgaansystemen casus 1: (2 benoemen)
Het cardiovasculaire systeem is bij deze casus betrokken. Een kransslagader op
het hart is verstopt geraakt door een trombus. Hierdoor kreeg een deel van het hart
geen zuurstof en voedingsstoffen meer. Waardoor het hart uiteindelijk stopte met
pompen en meneer een hartstilstand kreeg.
Zuurstofbalans myocard: het hart vervoerd bloed en daarin zit zuurstof . Wanneer
er niet voldoende zuurstof rond wordt gepompt krijgt het hart niet genoeg zuurstof en
krijg je ischemie of te wel zuurstof tekort. Meneer heeft een hartinfarct doorgemaakt
en is daarbij ook gereanimeerd vanwege een circulatie stilstand.
Bloed: Door een huiddefect wordt het complementsysteem geactiveerd. De
wondgenezing bestaat uit de reactiefase, regeneratiefase en rijpingsfase. In de
reactiefase bereidt het wondbed zich voor op voor genezing. Tijdens de reactiefase
vindt de bloedingsfase en ontstekingsfase plaats.
In het begin brengt het stollingsproces. Er treedt vaatvernauwing op, waardoor een
stolsel vormt met fribinedraden en trombocyten. Wanneer de bloeding gestelpt is,
worden de dode cellen en micro-organismen opgeruimd. Hierbij treden veel eiwitten
en vocht uit de bloedvaten waardoor er een zwelling kan ontstaan. Deze vrijgekomen
stoffen prikkelen de pijnzenuwen waardoor er roodheid, zwelling, warmte en pijn
ontstaat.
In de regeneratiefase wordt de verloren lederhuid vervangen door nieuw weefsel en wordt de
wond gesloten. De aanmaak van nieuwe bloedvaatjes wordt gestimuleerd, omdat er meer
vraag is naar zuurstof bij herstel. Het nieuwe weefsel heet granulatieweefsel.
Rijpingsfase: wanneer de bedekkende opperhuid direct na het sluiten van de wond weer de
volle dikte bereikt, is nog goed te zien dat het onderliggende weefsel rood, dik en stug is. Het
wondoppervlak wordt kleiner en het litteken sterker. Dit proces kan 6 maand tot 2 jaar duren,
afhankelijk van de grootte.
PESSEN
- P: onzeker over eigen lichaam. E: hartinfarct. S: bang dat het nog een keer gebeurt,
geschrokken
- P: risico op verminderde circulatie. E: hartinfarct. S: hartstilstand, pijn op de borst.
- P: wond op de bovenarm. E: val tijdens de hartinfarct. S: warm, pijn, rood
nog wat kan doen voor de patiënt. Vragen of de patiënt goed ligt. Handen desinfecteren.
Casus 1
Stagiair op de cardiologie
Variant 1: bloeddruk en rode wond verzorgen.
Let op! de bloeddruk meten op de arm waar GEEN wond zit
Bloeddruk
- Patiënt vertellen wat je gaat doen en dat de patiënt niet mag praten.
- Hartslag voelen met twee vingers
- Bij geen voelbare hartslag nog 30 erbij
- Na het oppompen rustig leeg laten lopen
- Bij een hoorbare hartslag, systolische druk, onthouden
- Door leeg laten lopen
- Wanneer de hartslag niet meer hoorbaar is, heb je de diastolische druk
- Bloeddruk aan de patiënt vertellen en aan de docenten
Rode wond
- Patiënt identificeren en vertellen wat je gaat doen
- Spullen pakken: 5 steriele gazen, fysiologisch zout, onderlegger matje, 10X10 steriel
gaasje, leukopor tape.
- Handen desinfecteren
- Tape losmaken
- Handschoenen aan
- Verband eraf halen
- Veroordelen op kleur geur en hoeveelheid vocht
- Handschoenen uit
- Beoordelen op TIME: tissue, infection, moisture, edge
- Fysiologisch zout op de 5 steriele gazen doen
- Wond schoonmaken van binnen naar buiten dus schoon-vies.
- Handschoenen uit
- Handschoenen aan
- Steriel verband op de wond.
- Handschoenen uit mag – makkelijker voor de tape
- Leukopor afscheuren en de wond vast maken.
Variant 2 injectiespuit klaarmaken
Spuit klaar maken
- Ik zal zo de morfine infecteren bij u. ik zal eerst de spullen pakken en kijken of alles in
orde is.
- Vragen waar de patiënt de spuit wilt
- Spullen pakken
- Oranje spuit pakken, opzuignaald, opzet naald, naalden bakje
, - Regel van 5 uitleggen aan de docent: goede patiënt, juiste hoeveelheid, goede
datum, juiste medicijn, juiste injectieplaats.
- Handschoenen aan
- Juiste hoeveelheid opzuigen in een ruimere spuit
- Dit laten zien aan de docent
- De opzuignaald eraf halen- in het naalden container
- Injectienaald op de spuit zetten.
- Dopje erop houden
- Naar de patiënt lopen
- Uitleggen waar je hem gaat zetten
- Spuit met de huidplooi techniek
- Injectie in de huid- huidplooi loslaten
- 3 sec in de huid laten zitten en dan eruit halen
Orgaansystemen casus 1: (2 benoemen)
Het cardiovasculaire systeem is bij deze casus betrokken. Een kransslagader op
het hart is verstopt geraakt door een trombus. Hierdoor kreeg een deel van het hart
geen zuurstof en voedingsstoffen meer. Waardoor het hart uiteindelijk stopte met
pompen en meneer een hartstilstand kreeg.
Zuurstofbalans myocard: het hart vervoerd bloed en daarin zit zuurstof . Wanneer
er niet voldoende zuurstof rond wordt gepompt krijgt het hart niet genoeg zuurstof en
krijg je ischemie of te wel zuurstof tekort. Meneer heeft een hartinfarct doorgemaakt
en is daarbij ook gereanimeerd vanwege een circulatie stilstand.
Bloed: Door een huiddefect wordt het complementsysteem geactiveerd. De
wondgenezing bestaat uit de reactiefase, regeneratiefase en rijpingsfase. In de
reactiefase bereidt het wondbed zich voor op voor genezing. Tijdens de reactiefase
vindt de bloedingsfase en ontstekingsfase plaats.
In het begin brengt het stollingsproces. Er treedt vaatvernauwing op, waardoor een
stolsel vormt met fribinedraden en trombocyten. Wanneer de bloeding gestelpt is,
worden de dode cellen en micro-organismen opgeruimd. Hierbij treden veel eiwitten
en vocht uit de bloedvaten waardoor er een zwelling kan ontstaan. Deze vrijgekomen
stoffen prikkelen de pijnzenuwen waardoor er roodheid, zwelling, warmte en pijn
ontstaat.
In de regeneratiefase wordt de verloren lederhuid vervangen door nieuw weefsel en wordt de
wond gesloten. De aanmaak van nieuwe bloedvaatjes wordt gestimuleerd, omdat er meer
vraag is naar zuurstof bij herstel. Het nieuwe weefsel heet granulatieweefsel.
Rijpingsfase: wanneer de bedekkende opperhuid direct na het sluiten van de wond weer de
volle dikte bereikt, is nog goed te zien dat het onderliggende weefsel rood, dik en stug is. Het
wondoppervlak wordt kleiner en het litteken sterker. Dit proces kan 6 maand tot 2 jaar duren,
afhankelijk van de grootte.
PESSEN
- P: onzeker over eigen lichaam. E: hartinfarct. S: bang dat het nog een keer gebeurt,
geschrokken
- P: risico op verminderde circulatie. E: hartinfarct. S: hartstilstand, pijn op de borst.
- P: wond op de bovenarm. E: val tijdens de hartinfarct. S: warm, pijn, rood