SAMENVATTING PERSONEEL & ORGANISATIE
1
,1 DE VERANDERENDE WERELD VAN MANAGEMENT
Verandering is de enige constante
Management beleid obv “think different”
EXAMEN: link verschillende benaderingen
EXAMEN: 15 multiple choice met 4 antwoordalternatieven, waarvan op basis van de leerstof telkens
slechts 1 correct is, en giscorrectie en 3 open vragen.
• Soorten vragen
• Kennisvragen: definities van begrippen uit de hoorcolleges kunnen geven, modellen
die we gezien hebben in de hoorcolleges kunnen uitleggen
• Inzichtsvragen:
• Verbandvragen: verbanden kunnen leggen tussen verschillende onderdelen
van de cursus
• Toepassingsgerichte vragen: toepassen van kennis en van wat je gezien hebt
in de hoorcolleges in een specifieke situatie
1.1 STRUCTUUR VAN DE LES
1. De veranderende wereld: allerlei fenomenen die met exponentiële groei te maken hebben.
Alles gaat zo snel dat we amper nog kunnen volgen.
2. Historisch perspectief
a. De klassieke benadering
b. De kwantitatieve aanpak
c. De gedragsbenadering
d. De hedendaagse benaderingen
e. Management 2.0
1.1.1 VAN KODAK NAAR INSTAGRAM
• 1975 = medewerkers van Kodak vinden de digitale camera uit, topmanagement erkent dit niet
als de toekomst van de fotografie
→ op dit moment was analoge camera nog het best en ze lieten na te focussen op digitale
fotografie
• 1996 = Kodak - 140 000 werknemers - 28 miljard dollar omzet
• 2012 = Kodak gaat failliet op moment dat digitale camera bovenhand nam
• 2013 = Instagram – 13 werknemers - 1 miljard dollar omzet
Nokia: zij stonden het verste wat betreft de ontwikkeling van de smartphone. Op 9 januari 2007 werd
de eerste iPhone gepresenteerd, toen wist Nokia dat ze de markt kwijt waren.
Als we vandaag begrijpen wat er gebeurt, kunnen we beter naar de toekomst kijken.
2
,2 Historisch perspectief
De omslag van agrarisch naar industrieel, de stoommachine revolutie van landbouw naar industriële
productieprocessen.
De meeste van de ‘moderne’ managementtheorieën en technieken zijn ontstaan in de periode tussen
het eind van de 19de en eind WO1.
We beginnen in het tijdperk van de industriële revolutie door de stoommachine. Er is heel veel
gebeurd door de inbreng van de stoommachine. Van de landbouw naar de industriële omgeving
overgegaan. Dit werd dus gekenmerkt door machinale uitvindingen.
Philips: de uitvinding van de gloeilamp. Ford: in grote massa’s auto’s produceren.
2.1 VERSCHILLENDE BENADERINGEN
Een grote fabriek was een heel nieuw gegeven en dus was het een startpunt als het domein van
management als wetenschap.
Management is vanaf hier een onderzoek domein geworden - wortels van management als
wetenschap.
3
, 2.1.1 KLASSIEKE BENADERING (1STE BENADERING)
→ uitganspunt: de mens als rationeel-economisch wezen, weinig plaats voor emotie en de mens als
sociaal wezen. De mens wordt bekeken als een machine. Er is geen plaats voor irrationaliteit.
→ medewerkers richting geven en sturen.
→ productiviteit en winstmaximalisatie
geen plaats voor emoties etc.
Als er in slaagt werknemers hun gedrag te sturen in een positieve richting kan je de productiviteit
verhogen en meer winst creëren.
Vier managementprincipes van Frederick Taylor (Taylorisme) (=scientific mangement)
1. Gebruik wetenschappelijke methoden om de efficiëntste manier van werk te bepalen
→ hoeveel tijd heb je nodig om taak te vervullen: tracht dit te verbeteren, hoeveel tijd iemand
nodig had om iets te produceren en hoe iets sneller kon.
2. Selecteer de beste ‘man’, en train en ondersteun ‘hem’ om het werk efficiënt te verrichten
→ Hij had het gevoel dat er om het eender wie wordt aangeworven en we er dus nu wel over
moeten nadenken. Hij zei dus dat we voor de beste gingen kiezen dat het zo efficiënt wordt
uitgevoerd door die persoon.
3. Werk (als manager) samen met de arbeiders zodat de prestaties gecontroleerd kunnen
worden
→ Hij zag dat managers en arbeiders vaak in conflict gingen met elkaar. Als iedereen het eens
is over het werk dat moet worden uitgevoerd, dan moeten ze samenwerken. Uitvoeren en dus
controleren. De controlerende taak werd dan uitgevoerd door de manager.
4. Verdeel het werk over arbeiders (uitvoeren) en manager (coördineren en controleren)
→ scheiding tussen denken (manager) en doen (arbeiders). Het werk ook effectief gaan
verdelen. Plannen en beheersen van de managers.
Je moet medewerkers richting geven en sturen. Dan zal de productiviteit en de winst van zelfsprekend
een gevolg zijn. Geen plaats voor emoties en de mens als een sociaal wezen. De mens is dus een
rationeel wezen en dus op zoek naar winstmaximalisatie voor zichzelf.
De wijze waarop taken en werk verdeeld worden is hij zelf gaan bespreken.
2.1.1.1 ILLUSTRATIE
→ waardoor werknemers dus niet altijd in conflict met elkaar waren
Taylorisme was in die tijd heel vernieuwend.
4
1
,1 DE VERANDERENDE WERELD VAN MANAGEMENT
Verandering is de enige constante
Management beleid obv “think different”
EXAMEN: link verschillende benaderingen
EXAMEN: 15 multiple choice met 4 antwoordalternatieven, waarvan op basis van de leerstof telkens
slechts 1 correct is, en giscorrectie en 3 open vragen.
• Soorten vragen
• Kennisvragen: definities van begrippen uit de hoorcolleges kunnen geven, modellen
die we gezien hebben in de hoorcolleges kunnen uitleggen
• Inzichtsvragen:
• Verbandvragen: verbanden kunnen leggen tussen verschillende onderdelen
van de cursus
• Toepassingsgerichte vragen: toepassen van kennis en van wat je gezien hebt
in de hoorcolleges in een specifieke situatie
1.1 STRUCTUUR VAN DE LES
1. De veranderende wereld: allerlei fenomenen die met exponentiële groei te maken hebben.
Alles gaat zo snel dat we amper nog kunnen volgen.
2. Historisch perspectief
a. De klassieke benadering
b. De kwantitatieve aanpak
c. De gedragsbenadering
d. De hedendaagse benaderingen
e. Management 2.0
1.1.1 VAN KODAK NAAR INSTAGRAM
• 1975 = medewerkers van Kodak vinden de digitale camera uit, topmanagement erkent dit niet
als de toekomst van de fotografie
→ op dit moment was analoge camera nog het best en ze lieten na te focussen op digitale
fotografie
• 1996 = Kodak - 140 000 werknemers - 28 miljard dollar omzet
• 2012 = Kodak gaat failliet op moment dat digitale camera bovenhand nam
• 2013 = Instagram – 13 werknemers - 1 miljard dollar omzet
Nokia: zij stonden het verste wat betreft de ontwikkeling van de smartphone. Op 9 januari 2007 werd
de eerste iPhone gepresenteerd, toen wist Nokia dat ze de markt kwijt waren.
Als we vandaag begrijpen wat er gebeurt, kunnen we beter naar de toekomst kijken.
2
,2 Historisch perspectief
De omslag van agrarisch naar industrieel, de stoommachine revolutie van landbouw naar industriële
productieprocessen.
De meeste van de ‘moderne’ managementtheorieën en technieken zijn ontstaan in de periode tussen
het eind van de 19de en eind WO1.
We beginnen in het tijdperk van de industriële revolutie door de stoommachine. Er is heel veel
gebeurd door de inbreng van de stoommachine. Van de landbouw naar de industriële omgeving
overgegaan. Dit werd dus gekenmerkt door machinale uitvindingen.
Philips: de uitvinding van de gloeilamp. Ford: in grote massa’s auto’s produceren.
2.1 VERSCHILLENDE BENADERINGEN
Een grote fabriek was een heel nieuw gegeven en dus was het een startpunt als het domein van
management als wetenschap.
Management is vanaf hier een onderzoek domein geworden - wortels van management als
wetenschap.
3
, 2.1.1 KLASSIEKE BENADERING (1STE BENADERING)
→ uitganspunt: de mens als rationeel-economisch wezen, weinig plaats voor emotie en de mens als
sociaal wezen. De mens wordt bekeken als een machine. Er is geen plaats voor irrationaliteit.
→ medewerkers richting geven en sturen.
→ productiviteit en winstmaximalisatie
geen plaats voor emoties etc.
Als er in slaagt werknemers hun gedrag te sturen in een positieve richting kan je de productiviteit
verhogen en meer winst creëren.
Vier managementprincipes van Frederick Taylor (Taylorisme) (=scientific mangement)
1. Gebruik wetenschappelijke methoden om de efficiëntste manier van werk te bepalen
→ hoeveel tijd heb je nodig om taak te vervullen: tracht dit te verbeteren, hoeveel tijd iemand
nodig had om iets te produceren en hoe iets sneller kon.
2. Selecteer de beste ‘man’, en train en ondersteun ‘hem’ om het werk efficiënt te verrichten
→ Hij had het gevoel dat er om het eender wie wordt aangeworven en we er dus nu wel over
moeten nadenken. Hij zei dus dat we voor de beste gingen kiezen dat het zo efficiënt wordt
uitgevoerd door die persoon.
3. Werk (als manager) samen met de arbeiders zodat de prestaties gecontroleerd kunnen
worden
→ Hij zag dat managers en arbeiders vaak in conflict gingen met elkaar. Als iedereen het eens
is over het werk dat moet worden uitgevoerd, dan moeten ze samenwerken. Uitvoeren en dus
controleren. De controlerende taak werd dan uitgevoerd door de manager.
4. Verdeel het werk over arbeiders (uitvoeren) en manager (coördineren en controleren)
→ scheiding tussen denken (manager) en doen (arbeiders). Het werk ook effectief gaan
verdelen. Plannen en beheersen van de managers.
Je moet medewerkers richting geven en sturen. Dan zal de productiviteit en de winst van zelfsprekend
een gevolg zijn. Geen plaats voor emoties en de mens als een sociaal wezen. De mens is dus een
rationeel wezen en dus op zoek naar winstmaximalisatie voor zichzelf.
De wijze waarop taken en werk verdeeld worden is hij zelf gaan bespreken.
2.1.1.1 ILLUSTRATIE
→ waardoor werknemers dus niet altijd in conflict met elkaar waren
Taylorisme was in die tijd heel vernieuwend.
4
