Samenvatting inleiding trainingsleer
donderdag 9 mei 2024 20:13
TERMINOLOGIE
Fitness
- Nl = trainingsprogramma
- Eng = fitheid
Fitheid
= Vermogen om spierarbeid te verrichten
- Doeleinden: physical fitness, performance-related fitness, health-related fitness
FACTOREN DIE SPORTPRESTATIE BEINVLOEDEN
TRAINING = OPGEBOUWD PROGRAMMA
Training
= vaardigheden oefenen adhv vooropgesteld systematisch programma (individueel)
--> prestatieniveau of belastbaarheidsniveau >/=
Oefening
= onderdeel training
Trainingseffect
- Oefeneffect = winst in 1 oefening (door afwisselen inspanning - herstel)
- Trainingseffect = progressieve aanpassing inspanning = optelsom oefeneffecten (door aard, intensiteit & omvang
oefenprikkel)
- Trainen --> fysiologische reacties --> herstelfase: homeostase (energiebronnen aanvullen tot boven beginniveau =
tijdelijk verhoogd prestatieniveau = supercompensatie)
--> op lange termijn hh: stabiel aanpassingseffect = trainingseffect
Zichtbaar na tijd, afhankelijk van geslacht, soort trainingsprogramma, getrainde fysieke basiseigenschap,
individuele trainingsgevoeligheid
Behandelplan
- Onderzoek + vraaggesprek
--> idee BL/BBH & hulpvraag
- Behandeldoelen
- Behandelplan
- Behandeling
Trainingsprogramma
- Trainingsdoelstellingen
○ Algemeen/ specifiek
○ Lange/ korte termijn
- Keuze bewegingsactiviteit
- Trainingsvariabelen
, ○ Variatie in schema --> genoeg prikkels
○ Trainingswetten!
- Opbouw trainingsinhoud
○ Volgorde in opbouw
○ Bv eerst duur, dan intensiteit
- Uitvoeren
- Controle
○ Meten/evalueren van evolutie naar doel
○ Beginniveau & tussentijdse evaluaties
- Bijstellen
○ Regelmatig
○ Obv controles & doelen
Trainingsvariabelen
- Bepaalt zwaarte van inspanning
- Intensiteit
= mate inspanning
- Intensievere inspanning = intensiever ademen = hogere hartslag (tot max) = kortere training
- --> hartslag = maatstaf intensiteit v inspanning
- Aard
= zwaarte activiteit
- Sneller vermoeid bij niet vertrouwde sport
- Verklaring: bepaalde beweging = bepaalde spiergroep trainingseffect en anderen niet
- Duur
- Lagere intensiteit = langere inspanning volhouden --> trainingseffect
- Lopen & zwemmen: 30 min continue
- Fietsen: 60 min continue
(Zonder OPW of CD)
--> trainingseffect & gezondheidsvoordeel
- Niet mogelijk:
Inspanning opbouwen
Pauzes
Tempo variëren
- Frequentie
- Intensiever = langere inspanning = langer herstel
- Te snel volgende training: lichaam niet volledig herstelt --> nieuwe inspanning zwaarte
- Te lang wachten: trainingseffect vorige inspanning weg
Periodisering
= Tijdsindeling trainingsproces met periodieke wijzigingen belastingsdynamiek (totale trainingsstructuur indelen in
kleinere periodes)
- Trainingsopbouw plannen: rustig extensief --> intensief trainen
- Toewerken naar sportwedstrijden --> doel = optimaal prestatievermogen op vooraf bepaald tijdstip (conditiepiek)
- 3 periodes:
- Voorbereidingsperiode
Conditie ontwikkelen
--> verbetering door trage duurtrainingen & trainingen in aeroob-anaeroob zone
--> risico overtraining kleiner
--> meer aandacht aerobe uithoudingsvermogen --> extensieve duurtrainingen
- Wedstrijdperiode
Goeie conditie --> wedstrijdresultaten
- Overgangsperiode (rustperiode)
Actieve recuperatie
- Periode opbouwen
- Macrocyclus
Voorbereidings-, wedstrijd- & overgangsperiode
2-5 maanden
Standaardcyclus
□ Beginniveau: < 5km
□ Progressief toenemend trainingsvolume van 10% per week (teveel = overbelasting)
□ Doel: opbouw trainingskwantiteit (voorbereidingsperiode/ na inactieve periode)
□ Gevaar overbelasting: geen recuperatieperioden
donderdag 9 mei 2024 20:13
TERMINOLOGIE
Fitness
- Nl = trainingsprogramma
- Eng = fitheid
Fitheid
= Vermogen om spierarbeid te verrichten
- Doeleinden: physical fitness, performance-related fitness, health-related fitness
FACTOREN DIE SPORTPRESTATIE BEINVLOEDEN
TRAINING = OPGEBOUWD PROGRAMMA
Training
= vaardigheden oefenen adhv vooropgesteld systematisch programma (individueel)
--> prestatieniveau of belastbaarheidsniveau >/=
Oefening
= onderdeel training
Trainingseffect
- Oefeneffect = winst in 1 oefening (door afwisselen inspanning - herstel)
- Trainingseffect = progressieve aanpassing inspanning = optelsom oefeneffecten (door aard, intensiteit & omvang
oefenprikkel)
- Trainen --> fysiologische reacties --> herstelfase: homeostase (energiebronnen aanvullen tot boven beginniveau =
tijdelijk verhoogd prestatieniveau = supercompensatie)
--> op lange termijn hh: stabiel aanpassingseffect = trainingseffect
Zichtbaar na tijd, afhankelijk van geslacht, soort trainingsprogramma, getrainde fysieke basiseigenschap,
individuele trainingsgevoeligheid
Behandelplan
- Onderzoek + vraaggesprek
--> idee BL/BBH & hulpvraag
- Behandeldoelen
- Behandelplan
- Behandeling
Trainingsprogramma
- Trainingsdoelstellingen
○ Algemeen/ specifiek
○ Lange/ korte termijn
- Keuze bewegingsactiviteit
- Trainingsvariabelen
, ○ Variatie in schema --> genoeg prikkels
○ Trainingswetten!
- Opbouw trainingsinhoud
○ Volgorde in opbouw
○ Bv eerst duur, dan intensiteit
- Uitvoeren
- Controle
○ Meten/evalueren van evolutie naar doel
○ Beginniveau & tussentijdse evaluaties
- Bijstellen
○ Regelmatig
○ Obv controles & doelen
Trainingsvariabelen
- Bepaalt zwaarte van inspanning
- Intensiteit
= mate inspanning
- Intensievere inspanning = intensiever ademen = hogere hartslag (tot max) = kortere training
- --> hartslag = maatstaf intensiteit v inspanning
- Aard
= zwaarte activiteit
- Sneller vermoeid bij niet vertrouwde sport
- Verklaring: bepaalde beweging = bepaalde spiergroep trainingseffect en anderen niet
- Duur
- Lagere intensiteit = langere inspanning volhouden --> trainingseffect
- Lopen & zwemmen: 30 min continue
- Fietsen: 60 min continue
(Zonder OPW of CD)
--> trainingseffect & gezondheidsvoordeel
- Niet mogelijk:
Inspanning opbouwen
Pauzes
Tempo variëren
- Frequentie
- Intensiever = langere inspanning = langer herstel
- Te snel volgende training: lichaam niet volledig herstelt --> nieuwe inspanning zwaarte
- Te lang wachten: trainingseffect vorige inspanning weg
Periodisering
= Tijdsindeling trainingsproces met periodieke wijzigingen belastingsdynamiek (totale trainingsstructuur indelen in
kleinere periodes)
- Trainingsopbouw plannen: rustig extensief --> intensief trainen
- Toewerken naar sportwedstrijden --> doel = optimaal prestatievermogen op vooraf bepaald tijdstip (conditiepiek)
- 3 periodes:
- Voorbereidingsperiode
Conditie ontwikkelen
--> verbetering door trage duurtrainingen & trainingen in aeroob-anaeroob zone
--> risico overtraining kleiner
--> meer aandacht aerobe uithoudingsvermogen --> extensieve duurtrainingen
- Wedstrijdperiode
Goeie conditie --> wedstrijdresultaten
- Overgangsperiode (rustperiode)
Actieve recuperatie
- Periode opbouwen
- Macrocyclus
Voorbereidings-, wedstrijd- & overgangsperiode
2-5 maanden
Standaardcyclus
□ Beginniveau: < 5km
□ Progressief toenemend trainingsvolume van 10% per week (teveel = overbelasting)
□ Doel: opbouw trainingskwantiteit (voorbereidingsperiode/ na inactieve periode)
□ Gevaar overbelasting: geen recuperatieperioden