Begrippen/personen:
Reformatie: Stromingen binnen het christendom in de 16 de eeuw die zich hervormden en hun rug keerden naar de Katholieke kerk.
De reformatie was een 16e-eeuwse religieuze beweging waarbij kritiek werd geuit op de Rooms-Katholieke Kerk. Belangrijke leiders als Luth
de Bijbel. Dit leidde tot de oprichting van protestantse kerken die zich afscheidden van het katholicisme.
Protestantisme: Een van de drie hoofdtakken van het christendom, ontstaan uit de reformatie.
Katholicisme: De Rooms-Katholieke Kerk, de grootste christelijke kerk wereldwijd.
Lutherisme: Een protestantse stroming, genoemd naar Maarten Luther, een van de belangrijkste leiders van de reformatie.
Calvinisme: Een protestantse stroming, genoemd naar de theoloog Johannes Calvijn.
Zij gingen niet akkoord met de beeldenverering.
Beeldenstorm: Een periode waarbij de calvisiten de beelden en kerken in de regio van Nederlanden vernielden in 1566.
Aflaat: Het aflaten systeem was een praktijk binnen de Rooms-Katholieke Kerk waarbij mensen konden betalen om hun zonden kwijt te rake
Concilie van Trente: Een belangrijke kerkvergadering van de Rooms-Katholieke Kerk in de 16e eeuw, die reageerde op de reformatie.
Waarom de Katholieke Kerk machtig was: Aan het einde van de middeleeuwen was de Katholieke Kerk zeer invloedrijk en had ve
Er was ook weinig ruimte voor afwijkende meningen.
Kritiek op de Katholieke Kerk: Er groeide ook de kritiek dat de Katholieke Kerk te rijk was en dat deze materiele omgang met gelo
Calvinisme en beeldenstorm: Het calvinisme was een belangrijke protestantse stroming, en de beeldenstorm was een periode waa
Lutheranisme en Maarten Luther: Maarten Luther was een sleutelfiguur in de reformatie en het lutheranisme is een van de belan
Kernpunten van het protestantisme: