Thema 1: Introductie in de psychodiagnostiek
1.1 Situering van de psychodiagnostiek
1.1.1 Wat is psychodiagnostiek
Griekse etymologie
- Psychè = ziel
- Dia = uiteen
- Gnosis = kennis
Basisassumpties:
- Basis van differentiële psychologie, mensen zijn verschillend
- Mensen hebben herkenbare (psychologische) trekken of eigenschappen die potentieel
belangrijk zijn én waarin mensen individueel verschillen
Gaat om trekken die breder zijn dan enkel het psychologische
Kunnen gekwantificeerd worden = op continuüm zetten
Meest basale vorm: je hebt de eigenschap of niet, score van 0 of 1
Zekere mate van stabiliteit
Want als het heel wisselvallig is heeft meten geen zin
Belangrijke link met effectief gedrag
Want waarom zouden we het anders meten?
Gangbare definities van psychodiagnostiek:
- Systematisch beslissingsproces waarin verschillende theoretische en empirische
onderzoekslijnen samengebracht worden” - De Bruyn (1988)
Proces = meer dan enkel het afnemen van de test
Je hebt een hulpvraag, hypothese, verklaringen, onderzoek, observaties,
gesprekken, reflectering om je hypothese te bevestigen of weerleggen
Systematisch = je vertrekt vanuit bepaalde regels en volgt een bepaalde procedure
We koppelen empirie en theorie aan diagnostiek, want we willen onze hypothese
toetsen
Hiervoor heb je achtergrondkennis nodig uit de literatuur en observaties
- Individuele verschillen tussen mensen vaststellen om deze kennis toe te passen op het enkele
individu, de persoon ten dienste van zijn of haar belang in persoonlijk of maatschappelijk
opzicht” - De Zeeuw (1983)
Individuele verschillen tussen mensen is te kort door de bocht, het kan ook over
greoepen en organisaties gaan
Vb diagnostiek in maatschappelijk kader: juridische context, een rechter legt
diagnostiek op om na te gaan of iemand recht heeft op een voorwaardelijke
invrijheidsstelling
- “Op wetenschappelijk verantwoorde wijze verzamelen van informatie omtrent de persoon en
zijn omgeving met het oog op het nemen van beslissingen” - Van Aarle (1990)
Niet in het wilde weg obv intuïtie, maar op wetenschappelijke wijze
- “Proces van hulp bieden aan personen met hun vragen en problemen
(informatieverzameling, begrijpen van de informatie, integreren van de informatie tot een
oordeel en advies, interventie om het probleem op te lossen)” - Walsh & Betz (2001)
Meeste mensen denken dat een test enkel dient om een diagnose te stellen, maar
we gebruiken het ook om hulp te bieden
1
, - “Wetenschappelijke discipline die methoden ontwikkelt en toepast om relevante kenmerken
van personen, groepen, situaties, instituties en zelfs voorwerpen vast te stellen, die
vervolgens in een oordeel geïntegreerd moeten worden” - Jager & Petermann (1999)
- European Federation of Psychologists' Associations (EFPA) - Board of Assessment:
The Board agreed a definition of assessment as “a systematic method or procedure for
ascertaining the psychological characteristics of an individual or group of individuals, or the
performance of an individual or group of individuals”.
The Board emphasizes that it intends a broad view of ‘psychological characteristics’
EFPA = koepen van alle nationale verenigingen van psychologen, ze geven richtlijnen
over de diagnostiek
Assessment = psychodiagnostiek in het engels
Psychologische kenmerken wordt heel breed opgevat, het bevat ook vaardigheden
en prestaties
De test
- Definitie = ?
Niet zo makkelijk
Neemt centrale rol in het proces, maar diagnostiek omvat nog
meer
Doel is breder dan enkel een diagnose stellen, ze willen inzicht,
verklaringen, hulp geven, etc
Op vele manieren gebruikt
Vaak circulair gedefiniërd: het wordt gebruikt om iets te testen
- Binnen gedragswetenschappen toch 6 centrale elementen/kenmerken (Hogan, 2015)
Soort proces of materiaal dat
Kan interview zijn, observatie, etc
Informatie oplevert over
Een steekproef van
Gedrag en cognitieve processen
Op systematische, gestandaardiseerde wijze
Resulterend in één of andere kwantifcatie (in cijfers omzetten)
- Anastasi (1988): “A psychological test is the measurement of a sample of behavior obtained
under standardized conditions and that has established rules for scoring or interpreting this
sample”
- Drenth en Sijtsma (2005): Een psychologische test is “een systematisch onderzoek van gedrag
met behulp van speciaal geselecteerde vragen of opgaven, met de bedoeling inzicht te
krijgen in een psychologisch kenmerk van de betrokkene in vergelijking met anderen”
Systematisch = altijd op dezelfde manier en onder dezelfde omstandigheden
afnemen, dan maakt het niet uit wie de test heeft afgenomen
Een steekproef/sample van gedrag of cognities of speciaal geselecteerde opgaven
Je kan namelijk niet alles meten, want dat zijn veel te veel testen, dus we
trekken een steekproef van de items die relevant zijn voor het concept dat we
na willen gaan
Doel van de test: inzicht krijgen, diagnose classificeren, verklaren, hulp bieden,
voorspellingen maken
We gaan vergelijkingen maken met anderen
Een score op een test zegt niet heel veel op zichzelf, we moeten de score
vergelijken met anderen hun score om na te gaan wat hun classificatie is
Absoluut criterium = vergelijking met absolute grens
Criterium meten = maakt niet uit hoeveel je scoort tov anderen
vb een examen
2
,1.1.2 Rol in het werkveld
Testen zijn relevant in het onderwijs (vorderingstesten etc), klinische psychologie (centra geestelijke
gezondsheidszorg), in HR-context
We gaan het vooral hebben over intelligentie en persoonlijkheid
Voorbeelden
- Klinische psycholoog: werkt met cliënten met angst, ze neemt testen af zoals vragenlijsten
rond ph en de rorschach test
- School: leerlingen met zwakke prestatie, vragenlijst rond motivatie, WISC
- HR: testen over vaardigheden om werknemers op de juiste plek te zetten
Impact van diagnostiek
- Verschillende consequenties, subtiel tot ernstig
- Voorbeelden:
Begaafd meisje dat onderschat wordt door haar leerkracht mag na een
psychodiagnostisch proces naar een klas waar ze meer uitgedaagd wordt
Jongenman die politieagent wilt worden wordt niet aangenomen ondanks zijn goede
sollicitatie, omdat de phtest aangaf dat hij impulsief was en slecht omkan met
autoriteit
1.1.3 Classificatie van testen
Verschillende indelingen!
1.1.3.1 Indeling volgens instructie en afname
Individuele test vs groepstest
- Individuele
Voordelen:
Antwoorden eenvoudig registreren, makkelijker te observeren
Veel kwalitatieve gegevens verzamelen
Meer diepgang
Makkelijker na te gaan als iemand iets niet snapt, niet mee is
- Groep
Surveilleren, kijken of iedereen mee is
Voordelen:
Snel heel veel data
Tijdsbesparing en kostenbesparing
Nadelen:
Participanten kunnen beïnvloed worden door de andere participanten
Snelheidstest vs niveautest
- Snelheidstest
Peilt naar snelheid waarmee de onderzochte kan werken
Maat = aantal opgaven dat onderzochte kan voltooien binnen bepaalde tijd
Vaak testen met een eenvoudige opgave
Alle testen zijn gelijkend qua moeilijkheid, er is geen oplopende graad
Vb substitutietest: je moet zo snel mogelijk zoveel mogelijk cijfers met tekens
combineren
3
, - Niveautest
Peilt naar het prestatieniveau dat de onderzochte behaalt
Maat = aantal correct opgeloste opgaven
Je kan een bonus krijgen als je ook erg snel bent, maar dat is hier niet de essentie
Soms tijdlimiet
Oplopende moeilijkheidsgraad, hoe verder je geraakt hoe moeilijker de test wordt
1.1.3.2 Indeling volgens aard van de vragen
Cultuurvrij of niet
- Mate waarin de test ingaat op informatie die vanuit de cultuur te kennen is of niet
- Opgave met taal = niet cultuurvrij
- Vb Ravens matrices = non-verbaal, redeneren = quasi cultuurvrij
Het is niet omdat een test geen taal bevat dat het perse cultuurvrij is, maar het is
sowieso meer vrij van cultuur dan testen met taal
De meeste testen zijn altijd licht verbonden aan cultuur, want niet alle culturen gaan
dezelfde testen op dezelfde manier direct begrijpen
Deze is wel meer cultuurvrij dan de WISC
- Een echte cultuurvrije test komt zelden voor, want de meeste testen gebruiken taal of
bevatten iets van cultuur
- Als je verschillen tussen groepen na wilt gaan, gebruik je best geen verbale testen
Directe vs indirecte test
- Indirect
Vb Rorschach inktvlekkentest = projectieve methode
We gaan op indirecte wijze iemand zijn ph bepalen
- Direct = je gaat duidelijk aangeven wat je aan het meten bent
Vb meerkeuzevragenlijsten (wat vind je leuk, etc)
- Topic eenzaamheid
Gevoelig onderwerp, dus direct onderzoeken is lastig, dit onderzoek je beter
indirect/subtieler
Direct: ben je eenzaam vs indirect: heb je minder vrienden dan je zou willen
Vrije antwoorden vs keuzeantwoorden
- Test met vrije antwoorden
Test waarbij de onderzochte zelf het antwoord moet bedenken en formuleren
Open vragen
Ongecodeerde vragen
Voordeel: veel meer ruimte om onverwachte dingen aan bod te laten komen en kan
veel interessanter zijn
- Test met keuze-antwoorden
Test waarbij de onderzochte verzocht wordt een keuze te maken uit vooraf door de
testconstructeur geformuleerde antwoordmogelijkheden
Gesloten vragen
Geprecodeerde vragen
Voordeel: veel sneller, efficiënter om te verwerken, meer objectief en betrouwbaar
1.1.3.3 Indeling vanuit onderzoek naar individuele verschillen
4