Samenvatting pathologieën alle regio's
Inhoud
Schouderklachten.................................................................................................................................2
Rode Vlaggen...................................................................................................................................2
Stabiliteit - Glenohumerale (sub)luxatie..........................................................................................2
Impingement - bursitis......................................................................................................................3
Rotator cuff tendinitis/tendinose......................................................................................................5
Rotator cuff ruptuur..........................................................................................................................9
Labrum Ruptuur.............................................................................................................................12
Biceps Pathologie (Ruptuur & Tendinitis).....................................................................................18
Frozen shoulder..............................................................................................................................20
Arthritis...........................................................................................................................................21
GIRD (Glenohumeral Internal Rotation Deficit)...........................................................................22
Nekklachten........................................................................................................................................23
Rode Vlaggen.................................................................................................................................23
Whiplash.........................................................................................................................................23
Knieklachten.......................................................................................................................................26
Rode Vlaggen.................................................................................................................................26
Voorste kruisband (Trauma)...........................................................................................................26
Achterste kruisband (Trauma)........................................................................................................30
Collaterale banden (Trauma)..........................................................................................................30
Menisci (Trauma)...........................................................................................................................31
Arthrose (Overbelasting)................................................................................................................32
Patello-femoraal Pijn Syndroom (Overbelasting)..........................................................................34
Iliotibial Band (Frictie) Syndroom (ITBS) / Runner Knee (Overbelasting)..................................37
Osgood Schlatter (Overbelasting)..................................................................................................37
Jumpersknee...................................................................................................................................39
Enkelklachten.....................................................................................................................................41
Rode Vlaggen.................................................................................................................................41
Acuut - Inversietrauma...................................................................................................................41
Chronisch – Instabiliteit.................................................................................................................45
Achillespeestendinose....................................................................................................................50
,Schouderklachten
Rode Vlaggen
ja nee
1 (recent) trauma?
2 al langer bestaande (onverklaarde koorts)?
3 recent onverklaard gewichtsverlies ( > 5 kg / maand)
4 langdurig gebruik corticosteroïden
5 constante pijn die niet afneemt in rust of bij verandering van positie
6 kanker in de voorgeschiedenis
7 algemeen onwelbevinden
8 nachtelijke pijn
9 uitgebreide neurologische tekenen en symptomen
Stabiliteit - Glenohumerale (sub)luxatie
Pathologie
Men spreekt van instabiliteit van een gewricht op het moment dat er sprake is van een vergrote
beweeglijkheid van de deelnemende botstukken ten opzichte van elkaar. De meest uitgesproken
vorm van instabiliteit is de luxatie, terwijl de translaties tijdens bewegen minder opvallend zijn.
Toch kunnen beide vormen voor een uitgebreid
klachtenpatroon zorgen.
Men maakt onderscheid tussen de volgende vormen van luxatie:
1. Luxatio humeri
2. Recidief luxatio humeri
3. Subluxatie humeri
4. Translatiebewegingen
5. Habituele luxatio humeri
6. Vrijwillige luxatio humeri
7. Permanente luxatio humeri met pseudogewrichtsvorming
Een van de belangrijkste varianten bij een luxatio humeri is de richting waarin de
humeruskop de kom verlaat. Men onderscheidt de anterior-, posterior-, superior- en inferior
luxatie. In een aantal gevallen kan de humeruskop in meerdere richtingen luxeren hetgeen
de multidirectionele instabiliteit wordt genoemd.
Complicaties
De traumatische (sub)luxatie van de schouder moet beschouwd worden als een groot trauma
waarbij de humeruskop op zijn weg naar buiten achtereenvolgens verschillende structuren
kan beschadigen.
Bij 46 van de 106 door ons onderzochte patiënten (43,4%) was een complicatie te
achterhalen. Het betrof hier zowel letsels van het labrum glenoïdalis, scheuren van het
gewrichtskapsel, afscheuringen van het caput longum van de bicepspees, rupturen van de
rotatorenmanchet, fracturen van humeruskop en cavitas glenoïdalis als neurogene laesies.
De volgende complicaties worden na een luxaties beschreven
1. Letsels van het glenohumerale gewrichtskapsel en labrum glenoïdalis
2. Fracturen van caput humeri en cavitas glenoïdalis
3. Rupturen van de rotatorenmanchet
,4. Rupturen van het caput longum van de M. bicepspees
5. Painful arc bij glenohumerale instabiliteit
6. Vasculaire stoornissen
7. Neurogene letsels
Fysiotherapeutische behandeling (globaal)
In dit artikel wordt onderscheid gemaakt tussen de conservatieve behandeling van de luxatio
humeri en de conservatieve behandeling van de chronische instabiliteitsklachten.
Bij de ontwikkeling van het behandelprogramma, van deze vormen van instabiliteit, is
gebruik gemaakt van gegevens die gevonden zijn bij röntgencinematografisch onderzoek.
De behandeling na een luxatio humeri wordt onderverdeeld in vier fasen:
1. immobiliseringsfase
2. reactiveringsfase
3. mobiliseringsfase
4. trainingsfase
(http://www.nsastenvers.nl/05Glenohumeraleinstabiliteit.pdf))
Behandeling van schouderklachten zal bestaan uit:
• stimuleren van de doorbloeding
• verminderen van pijn
• verbeteren van de spierkracht
• verbeteren van de mobiliteit
• Dit kan gebeuren met behulp van:
oefentherapie mobilisatie spierkrachttraining ultra geluid elektrotherapie
massage diepe dwarse fricties
(http://www.fysio-actief.eu/informatie/schouderklachten.pdf)
Impingement - bursitis
Pathologie
Een schouder bursitis is een ontstoken schouder bursa. Er zijn verschillende bursae in de
schouder, deze met vocht gevulde zakjes verminderen frictie op plaatsen in je schouder. De
subacromiale bursa is van de bursae het vaakst ontstoken. (http://physioworks.com.au/injuries-
conditions-1/bursitis_shoulder)
De verschillende bursae van de schouder (http://www.fysiodevries.nl/PDF/Bursitis.pdf):
, • 7, linker: Bursa subtendinea van m. subscapularis
• 6: Bursa subdeltoidea
• 5: Bursa subacromialis
• 7, rechter: Bursa subcoracoidea
• 3: Onderhuidse Bursa
Bij een bursitis wordt onderscheid gemaakt tussen een acuut of chronisch verloop van het
ontstaan.
Acute bursitis subdeltoidea/subacromialis
Oorzaak: Door een ongeval (b.v. val op de schouder) of door een eenmalige fikse overbelasting
van de slijmbeurs, kan de slijmbeurs acuut ontsteken.
Pijn: Hierbij ontstaat in één of enkele dagen veel pijn, warmte en zwelling (soms niet zichtbaar)
van de slijmbeurs. Het gebied rond de slijmbeurs is zeer pijnlijk en bewegen is bijna niet mogelijk.
Handelingen:
Zijwaarts heffen van de arm zal niet lukken vanwege vermoeiende verlammende pijn
Eindstandige beperking bij plaatsen van arm achter de rug
Eindstandige beperking bij exorotatie met de arm langs het lichaam
Herstel: literatuur beschrijft een spontaan herstel binnen 3 tot 8 weken.
Om het herstel te bevorderen is het uiteraard belangrijk om het gebied/gewricht rust te geven. Dit
betekent niet dat het gewricht stil gehouden wordt. Lichte veelvuldige bewegingen zonder pijn zijn
juist erg belangrijk om het herstel te bevorderen.
Daarnaast kan de arts besluiten om een injectie te geven met pijnstillende en/of
ontstekingsremmende vloeistof (dit geeft directe pijnvermindering en bewegingsvrijheid).
De fysiotherapeut is meestal niet betrokken bij het herstel na een acute slijmbeursontsteking.
(http://www.fysioaantwad.nl/website/fysioaantwad.nsf/cms/Aandoeningen-Slijmbeursontsteking &
http://www.fysiodevries.nl/PDF/Bursitis.pdf)
Chronische bursitis subdeltoidea/subacromialis
Oorzaak: De oorzaken van het ontstaan van een chronische ontsteking zijn eigenlijk altijd een
langdurige lichte overbelasting van de slijmbeurs, door veelvuldige en/of verhoogde druk en/of
schuifkrachten op de slijmbeurs. Dit kan bijvoorbeeld door eenzijdige belastingen gedurende werk
of in sport. In veel gevallen ontstaat er langzaam een verkeerde spierspanningsbalans, waardoor
de druk op de slijmbeurs groter is geworden. Daarnaast kan een langzaam opgebouwd verkeerd
bewegingspatroon zorgen voor meer belasting op de slijmbeurs. De fysiotherapeut zal moeten
bekijken wat de mogelijk achterliggende oorzaak van het ontstaan is.
Inhoud
Schouderklachten.................................................................................................................................2
Rode Vlaggen...................................................................................................................................2
Stabiliteit - Glenohumerale (sub)luxatie..........................................................................................2
Impingement - bursitis......................................................................................................................3
Rotator cuff tendinitis/tendinose......................................................................................................5
Rotator cuff ruptuur..........................................................................................................................9
Labrum Ruptuur.............................................................................................................................12
Biceps Pathologie (Ruptuur & Tendinitis).....................................................................................18
Frozen shoulder..............................................................................................................................20
Arthritis...........................................................................................................................................21
GIRD (Glenohumeral Internal Rotation Deficit)...........................................................................22
Nekklachten........................................................................................................................................23
Rode Vlaggen.................................................................................................................................23
Whiplash.........................................................................................................................................23
Knieklachten.......................................................................................................................................26
Rode Vlaggen.................................................................................................................................26
Voorste kruisband (Trauma)...........................................................................................................26
Achterste kruisband (Trauma)........................................................................................................30
Collaterale banden (Trauma)..........................................................................................................30
Menisci (Trauma)...........................................................................................................................31
Arthrose (Overbelasting)................................................................................................................32
Patello-femoraal Pijn Syndroom (Overbelasting)..........................................................................34
Iliotibial Band (Frictie) Syndroom (ITBS) / Runner Knee (Overbelasting)..................................37
Osgood Schlatter (Overbelasting)..................................................................................................37
Jumpersknee...................................................................................................................................39
Enkelklachten.....................................................................................................................................41
Rode Vlaggen.................................................................................................................................41
Acuut - Inversietrauma...................................................................................................................41
Chronisch – Instabiliteit.................................................................................................................45
Achillespeestendinose....................................................................................................................50
,Schouderklachten
Rode Vlaggen
ja nee
1 (recent) trauma?
2 al langer bestaande (onverklaarde koorts)?
3 recent onverklaard gewichtsverlies ( > 5 kg / maand)
4 langdurig gebruik corticosteroïden
5 constante pijn die niet afneemt in rust of bij verandering van positie
6 kanker in de voorgeschiedenis
7 algemeen onwelbevinden
8 nachtelijke pijn
9 uitgebreide neurologische tekenen en symptomen
Stabiliteit - Glenohumerale (sub)luxatie
Pathologie
Men spreekt van instabiliteit van een gewricht op het moment dat er sprake is van een vergrote
beweeglijkheid van de deelnemende botstukken ten opzichte van elkaar. De meest uitgesproken
vorm van instabiliteit is de luxatie, terwijl de translaties tijdens bewegen minder opvallend zijn.
Toch kunnen beide vormen voor een uitgebreid
klachtenpatroon zorgen.
Men maakt onderscheid tussen de volgende vormen van luxatie:
1. Luxatio humeri
2. Recidief luxatio humeri
3. Subluxatie humeri
4. Translatiebewegingen
5. Habituele luxatio humeri
6. Vrijwillige luxatio humeri
7. Permanente luxatio humeri met pseudogewrichtsvorming
Een van de belangrijkste varianten bij een luxatio humeri is de richting waarin de
humeruskop de kom verlaat. Men onderscheidt de anterior-, posterior-, superior- en inferior
luxatie. In een aantal gevallen kan de humeruskop in meerdere richtingen luxeren hetgeen
de multidirectionele instabiliteit wordt genoemd.
Complicaties
De traumatische (sub)luxatie van de schouder moet beschouwd worden als een groot trauma
waarbij de humeruskop op zijn weg naar buiten achtereenvolgens verschillende structuren
kan beschadigen.
Bij 46 van de 106 door ons onderzochte patiënten (43,4%) was een complicatie te
achterhalen. Het betrof hier zowel letsels van het labrum glenoïdalis, scheuren van het
gewrichtskapsel, afscheuringen van het caput longum van de bicepspees, rupturen van de
rotatorenmanchet, fracturen van humeruskop en cavitas glenoïdalis als neurogene laesies.
De volgende complicaties worden na een luxaties beschreven
1. Letsels van het glenohumerale gewrichtskapsel en labrum glenoïdalis
2. Fracturen van caput humeri en cavitas glenoïdalis
3. Rupturen van de rotatorenmanchet
,4. Rupturen van het caput longum van de M. bicepspees
5. Painful arc bij glenohumerale instabiliteit
6. Vasculaire stoornissen
7. Neurogene letsels
Fysiotherapeutische behandeling (globaal)
In dit artikel wordt onderscheid gemaakt tussen de conservatieve behandeling van de luxatio
humeri en de conservatieve behandeling van de chronische instabiliteitsklachten.
Bij de ontwikkeling van het behandelprogramma, van deze vormen van instabiliteit, is
gebruik gemaakt van gegevens die gevonden zijn bij röntgencinematografisch onderzoek.
De behandeling na een luxatio humeri wordt onderverdeeld in vier fasen:
1. immobiliseringsfase
2. reactiveringsfase
3. mobiliseringsfase
4. trainingsfase
(http://www.nsastenvers.nl/05Glenohumeraleinstabiliteit.pdf))
Behandeling van schouderklachten zal bestaan uit:
• stimuleren van de doorbloeding
• verminderen van pijn
• verbeteren van de spierkracht
• verbeteren van de mobiliteit
• Dit kan gebeuren met behulp van:
oefentherapie mobilisatie spierkrachttraining ultra geluid elektrotherapie
massage diepe dwarse fricties
(http://www.fysio-actief.eu/informatie/schouderklachten.pdf)
Impingement - bursitis
Pathologie
Een schouder bursitis is een ontstoken schouder bursa. Er zijn verschillende bursae in de
schouder, deze met vocht gevulde zakjes verminderen frictie op plaatsen in je schouder. De
subacromiale bursa is van de bursae het vaakst ontstoken. (http://physioworks.com.au/injuries-
conditions-1/bursitis_shoulder)
De verschillende bursae van de schouder (http://www.fysiodevries.nl/PDF/Bursitis.pdf):
, • 7, linker: Bursa subtendinea van m. subscapularis
• 6: Bursa subdeltoidea
• 5: Bursa subacromialis
• 7, rechter: Bursa subcoracoidea
• 3: Onderhuidse Bursa
Bij een bursitis wordt onderscheid gemaakt tussen een acuut of chronisch verloop van het
ontstaan.
Acute bursitis subdeltoidea/subacromialis
Oorzaak: Door een ongeval (b.v. val op de schouder) of door een eenmalige fikse overbelasting
van de slijmbeurs, kan de slijmbeurs acuut ontsteken.
Pijn: Hierbij ontstaat in één of enkele dagen veel pijn, warmte en zwelling (soms niet zichtbaar)
van de slijmbeurs. Het gebied rond de slijmbeurs is zeer pijnlijk en bewegen is bijna niet mogelijk.
Handelingen:
Zijwaarts heffen van de arm zal niet lukken vanwege vermoeiende verlammende pijn
Eindstandige beperking bij plaatsen van arm achter de rug
Eindstandige beperking bij exorotatie met de arm langs het lichaam
Herstel: literatuur beschrijft een spontaan herstel binnen 3 tot 8 weken.
Om het herstel te bevorderen is het uiteraard belangrijk om het gebied/gewricht rust te geven. Dit
betekent niet dat het gewricht stil gehouden wordt. Lichte veelvuldige bewegingen zonder pijn zijn
juist erg belangrijk om het herstel te bevorderen.
Daarnaast kan de arts besluiten om een injectie te geven met pijnstillende en/of
ontstekingsremmende vloeistof (dit geeft directe pijnvermindering en bewegingsvrijheid).
De fysiotherapeut is meestal niet betrokken bij het herstel na een acute slijmbeursontsteking.
(http://www.fysioaantwad.nl/website/fysioaantwad.nsf/cms/Aandoeningen-Slijmbeursontsteking &
http://www.fysiodevries.nl/PDF/Bursitis.pdf)
Chronische bursitis subdeltoidea/subacromialis
Oorzaak: De oorzaken van het ontstaan van een chronische ontsteking zijn eigenlijk altijd een
langdurige lichte overbelasting van de slijmbeurs, door veelvuldige en/of verhoogde druk en/of
schuifkrachten op de slijmbeurs. Dit kan bijvoorbeeld door eenzijdige belastingen gedurende werk
of in sport. In veel gevallen ontstaat er langzaam een verkeerde spierspanningsbalans, waardoor
de druk op de slijmbeurs groter is geworden. Daarnaast kan een langzaam opgebouwd verkeerd
bewegingspatroon zorgen voor meer belasting op de slijmbeurs. De fysiotherapeut zal moeten
bekijken wat de mogelijk achterliggende oorzaak van het ontstaan is.