100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting - Verdieping in ziekteleer I (E05Z1A)

Puntuación
-
Vendido
1
Páginas
118
Subido en
07-02-2025
Escrito en
2023/2024

Samenvatting op basis van slides. Hiermee behaalde ik een 15/20 in eerste zit.

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
7 de febrero de 2025
Número de páginas
118
Escrito en
2023/2024
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

1. Inleiding
1.1 Het diagnostisch en therapeutisch proces
1.1.1 Het diagnostisch proces
Diagnostisch proces gaat over symptomen en tekens
 symptomen kom je te weten via anamnese = vragen stellen aan patiënt
 tekens kom je te weten via een klinisch onderzoek

 Tesamen geeft die de klinische semiologie (hoeksteen van de geneeskunde)
- Kennis en inzicht verwerven die men heeft verzameld via vraagstelling (anamnese) en observatie (klinisch
onderzoek)
- Leidt tot identificatie van ziekte/gezondheid
- Essentiële eerste stap in het diagnostisch proces en in de arts-patiëntrelatie

Anamnese = wat de patiënt over zijn ziekte en klachten kan vertellen. Heeft aandacht voor een actueel probleem
(klacht, routine-onderzoek, preventief onderzoek)
Voorgeschiedenis, demografische gegevens, familiale anamnese, usus, systeemanamnese

Klinisch onderzoek = onderzoek van de patiënt.
Inspectie, palpatie, percussie, asculatatie

Vitale parameters = parameters die de mens in leven houden, ga je checken bij een urgentie!
Pols, bloeddruk, temperatuur, ademhaling, mentale status

Patiënt karakteristieken = achtergrond van de patiënt proberen te achterhalen.
Geslacht, ras, leeftijd, usus, voorgeschiedenis  vergroten de kans om tot een juiste diagnose te komen

Prevalentie = het aantal gevallen per duizend of per honderdduizend van een ziekte op een specifiek moment
Incidentie = het aantal nieuwe gevallen van een ziekte per jaar
 hoge prevalentie betekent dat veel mensen lijden aan de ziekte.
 bij een ziekte met een chronisch verloop kan er een lage incidentie zijn, maar toch een vrij hoge prevalentie

Casus gerelateerde termen

Pemberton teken = patiënt handen in de lucht laten doen, patiënt kleurt vuurrood in het hoofd en heeft een bleek
romp. Veneuze retour wordt hierbij volledig geblokkeerd

Differentiële diagnostiek = lijst van mogelijke diagnoses met rangorde van waarschijnlijkheid en graad van urgentie
 hieruit vervolgens diagnose stellen
Het houdt rekening met:
- voorkomen in de bevolking (prevalentie en incidentie)
- klinische presentatie: leeftijd, geslacht, symptomen/tekens

Na een diagnose te stellen, gaat men deze verder onderzoeken via een technisch onderzoek om het te kunnen
bevestigen/ontkrachten.

Biochemisch: bloed, urine, andere lichaamsvochten
Macroscopisch: beeldvorming (radiologie, endoscopie, nucleaire geneeskunde)
Microscopisch: cytologie/histologie
Functioneel: gehoor, ECG, visus, IQ test

Een ideale technisch-diagnostische test is
- hoog sensitief
- hoog specifiek

,1.1.2 Het therapeutisch proces
Conservatief = geen interventie ondergaan
- watchful waiting of actieve surveillantie
- actieve medische beslissing
- vergt minstens even veel tijd om uit te leggen aan de patiënt

Niet conservatief = interventie ondergaan
Medicatie, chirurgie, dieet, radiotherapie, revalidatie, psychotherapie…

Clinical desision making doet men op basis van evidence based practice (EBP) en is een samenspel van:
- waarden en verwachtingen van de patiënt
- bewijs uit onderzoek
- kennis, ervaring en vaardigheden

1.2 Evidence based practice
Individuele patiënt met een klinisch probleem  goede zoekvraag stellen  met betrekking tot diagnostiek en
therapie gaat men evidentie zoeken en kritisch beoordelen (je wilt studies met een hoge klinische relevantie en hoge
validiteit)  toepassen op de individuele patiënt, rekening houdend met zijn profiel en verwachtingen

Zoekvraag stellen op basis van PICO:
- Patiënten populatie: welke groep?
- Interventie: welke interventie?
- Comparison: controle-interventie?
- Outcomes: welke gezondheidstoestand als uitkomst?

Studies gebeuren altijd adhv een steekproef
- hiermee kan geen absolute zekerheid worden bekomen
- hoe groter de steekproef, hoe beter
- manier waarop de steekproef gebeurd is belangrijk. De definities en kenmerken van de basispopulatie zijn hierbij
belangrijk

Terminologie van studies
p < 0.05  nulhypothese verwerpen en resultaat aanzien als statistisch significant.

Type 1 fout = vals positief of vals significant resultaat (we denken dat er een verband is, MAAR eigenlijk is de
nulhypothese waar)

Type 2 fout = vals negatief of vals niet-significant resultaat (we denken dat er geen verband is, MAAR er is eigenlijk
wel een verband)

Power  kans op een type 2 fout minimaliseren

Resultaat uitdrukken als een puntschatting en 95% betrouwbaarheidsinterval omdat je werkt met een steekproef,
deze geeft slechts een schatting van het daadwerkelijke resultaat in de populatie.
 betrouwbaarheidsinterval = interval rond de puntschatting waarbinnen zich met een zekere waarschijnlijkheid het
daadwerkelijke resultaat van de populatie bevindt = maat voor nauwkeurigheid waarmee de studie het effect heeft
gemeten

Types van studies
RCT = randomised controlled trial
= experimentele klinische studie die tot doel heeft om de werkzaamheid en veiligheid van een interventie te testen
 onderzoekspopulatie op aselecte wijze verdelen in een interventiegroep en controlegroep

Randomisatie = iedere persoon die aan de studie deelneemt heeft evenveel kans om in een van de verschillende
onderzoeksgroepen terecht te komen

,Eindpunt = wat je gaat onderzoeken bij mensen
- hard klinisch eindpunt: mortaliteit, aantal recidief MI
- surrogaat eindpunt: bloeddruk, cholesterolwaarde

Blindering = proces waarbij informatie over de interventie verborgen wordt gehouden voor de personen die erdoor
beïnvloed kunnen worden
(blindering kan op alle niveaus: personeel, deelnemers, data-analisten…)
- zorgt dat patiënten op vergelijkbare wijze worden behandeld
- zorgt dat patiënten zich objectiever kunnen beoordelen
- zorgt dat de uitkomst van de patiënten op dezelfde wijze beoordeeld wordt

Typische tabel met uitkomsten bij RCT

Risico groep A = a/a+b = 2/50=4% Risico groep B = c/c+d
= 10/50=20%

Relatief Risico (RR) = risk gr A / risk gr B = 4%/20%=0.2
Relatieve risicoreductie (RRR) = 1 – RR = 0.8

Absolute risico reductie (ARR) = risk gr B – risk gr A =
20%-4%=16%

Number needed to treat (NTT) = 1/ARR x100 = 6  6 obese personen behandelen met metformine om 1 geval te
voorkomen  klinisch relevant

+ gouden standaard om het effect van een behandeling te kunnen evalueren en een oorzakelijk verband aan te tonen
+ interne validiteit
- externe validiteit (is het resultaat van deze studie toepasbaar in de algemene populatie?
- ethische beperkingen
- kostprijs
- beantwoordt geen vragen over de natuurlijke evolutie van een aandoening

Case control studie

= groepen van individuen vergelijken om te bepalen of er een verband bestaat tussen een bepaalde blootstelling of
risicofactor en het optreden van een bepaalde uitkomst

Retrospectief onderzoeken = terug in de tijd kijken

Typische uitkomst die je bekomt

Odds Ziek = a/b = 10/40=0.25

Odds Gezond = c/d = 2/48=0.042

Odds ratio = ad/bc = 0.25/0.042 = 6 x hogere kans op longkanker bij roken

+ snel, goedkoop
+ berekenen van odds ratio’s
- precieze selectie van gevallen en controles is noodzakelijk
- controles moeten uit een gelijkaardige populatie komen
- dataverzamelaars moeten op dezelfde wijze data verzamelen bij gevallen als bij controles
- data is retrospectief (wat kam er eerst?)
- hoogstens associatie, geen causaal verband
- geen oordeel over de toekomst

Cohort studie

= mensen met een gemeenschappelijke eigenschap volgen over een periode en de verhouding tot ontwikkeling van
ziekte volgen

, Typische uitkomstentabel

Risico op ziekte met positieve RF=10/50 = 0,2 = 20% Risico op
ziekte met negatieve RF = 2/50 = 0,04 = 4%

Relatief risico=0.2/0.04 = 5 x hoger risico op longkanker bij roken

+ tijdsrelatie tussen risicofactor en uitkomst is duidelijk
+ men kan incidentie en relatieve risico’s berekenen
- tijdrovend, duur
- vaak toch verschillen in basiskenmerken van controles
- niet geschikt voor zeldzame ziekten

Bias in observationele studies (case control en cohort studies)
- moeilijk om exact vergelijkbare groepen te selecteren
- uitkomst moet op dezelfde manier gemeten worden bij gevallen en controles
- patiënten verdwijnen uit verdere follow up
- er kan niet gecorrigeerd worden voor alle mogelijke variabelen die de uitkomst beïnvloeden

Samenvattende studies

Systematic reviews = studies opgezocht en geanalyseerd op een gestandaardiseerde en objectieve maneir

Meta-analyse = kwantitatieve evaluatie van meerdere studies die men gaat poolen, typisch van RCTs. Studies zijn
verwant aan elkaar, maar werden onafhankelijk van elkaar uitgevoerd en worden dan gepoold.

+ poolen leidt tot grotere sample en dus kan een hogere precisie van een behandelingseffect bekomen worden met
minder bias
+ consistentie van verschillende studies kan beoordeeld worden
+ redenen voor inconsistenties kunnen geëvalueerd worden  hypothese voor nieuwe studies
- selectie bias: negatieve studies, artikels in niet-Engelse tijdschriften, artikels uit kleinere tijdschriften
- heterogeniteit: voorwaarde voor het poolen van studies is het gebruik van homogene groepen

Diagnostische studie

= bruikbaarheid, nauwkeurigheid en effectiviteit van een test te evalueren

= wat is de waarde van een nieuwe test of meting? Vergelijken met huidige gouden standaard

Meten van:
- sensitiviteit = vermogen van een test om alle
personen met de ziekte te identificeren
- specificiteit = vermogen van een test om personen die
niet lijden aan de ziekte uit te sluiten
- positieve predictieve waarde = kans op aanwezigheid
van een ziekte bij een positieve test
- negatieve predictieve waarde = kans op afwezigheid
van een ziekte bij een negatieve test




Hoe kan je evidence based practice toepassen op een patiënt?
- Is de risk/benefit verhouding positief voor mijn patiënt?
- Zijn deze effecten voor mijn patiënt belangrijk?
- Gaat mijn patiënt deze therapie kunnen betalen?
- Gaat hij therapietrouw (compliant) zijn?
 uiteindelijk blijft het belangrijk om samen met de patiënt tot een besluit te komen over de therapie
$11.12
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
eva26

Conoce al vendedor

Seller avatar
eva26 Katholieke Universiteit Leuven
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
7
Miembro desde
4 año
Número de seguidores
1
Documentos
16
Última venta
2 meses hace

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes