Vraag 1
Gegeven:
Vermogenstoestand op 31/12 van de organisatie ‘Bananas' (in euro):
kapitaal: 30 000
overgedragen winst: 414 000
gebouw: 400 000
lening op 20 jaar bij BNP Paribas: totaalbedrag was 400 000 euro maar daarvan is al 60
000 afgelost: er staat dus nog 340 000 euro ‘open’, en daarvan moet het komend
jaar 20 000 worden afgelost; de rest wordt later terugbetaald.
lening op 6 maand bij BNP Paribas: 10 000
voorraden: 24 000
schulden bij leveranciers: 26 000
terrein in eigendom: 60 000
vorderingen op klanten: 18 000
machinepark: 160 000
wagenpark: 80 000
kasbons in bezit: 20 000
zichtrekening bij de BNP Paribas: 56 000
Kas: 2 000
Gevraagd:
Stel de balans op op basis van bovenstaande gegevens. Wat is correct?
● Het balanstotaal bedraagt 840 000 euro.
● Het balanstotaal bedraagt 820 000 euro.
● De materiële vaste activa bedragen samen 700 000 euro.
● de kortetermijnschulden bedragen allemaal samen 56 000 euro
Vraag 2
Gegeven: balans hieronder
Gevraagd: wat is correct met betrekking tot deze balans? (de bedragen staan in EURO)
, 27/30
● De schulden op korte termijn bedragen 39 500 euro.
● De schulden op lange termijn bedragen 30 000 euro.
● Deze organisatie heeft zeker al winst gemaakt in het verleden (het voorbije jaar
inbegrepen).
● Deze organisatie heeft enkel bankschulden.
Vraag 3
Welke uitspraken zijn correct?
● Niet elke kost brengt op datzelfde moment eveneens een uitgave met zich mee,
maar een uitgave is wel altijd tegelijkertijd ook een kost.
● Een aangegane banklening door een organisatie gaat gepaard met een ontvangst
van geld, maar is geen opbrengst voor die organisatie.
● 'Jaarrekening' is een synoniem voor 'resultatenrekening'.
● Een vzw keert doorgaans geen winst uit; de winst wordt dan - bij de afsluiting van de
boekhoudperiode - bij het eigen vermogen gevoegd.
Vraag 4