Hoofdstuk 8: slaapgedrag
Endogene cycli (bij slapen)
Endogeen carcadiaans ritme per dag
Endogeen circannual ritme per jaar (seizoenen)
De biologische klok
Zeitgeber stimulus die zorgt voor herstel van carcadiaans ritme.
De biologische klok is afhankelijk van de suprachiasmatische nucleus (SCN), een
deel van de hippocampus. Een vertakking van de optische zenuwcel gaat naar de
SCN. Het heeft speciale ganglioncellen met een eigen fotopigment melanopsine,
wat gevoelig is voor de gemiddelde hoeveelheid licht.
Period en timeless zijn genen die eiwitten PER en TIM aanmaken die inactiviteit
en slaap stimuleren
De SCN regelt het carcadiaans ritme door het controleren van activiteit in andere
hersengebieden, bijvoorbeeld in de pijnappelklier (scheidt melatonine af)
Verstoren van bewustzijn
Niet-responsief waak syndroom iemand lijkt wakker (ogen openen en reflexen
werken), maar er is geen bewustzijn/interactie.
Minimale bewuste staat perioden van doelbewuste handelingen en
spraakbegrip
Hersendood 24 uur geen hersenactiviteit
Slaapfasen
Polysomnograaf toont een combinatie van gegevens van een EEG en
oogbewegingen
tijdens verschillende slaapfasen
Stabiele alfagolven karakteriseren ontspanning
Fasen van slaap
- Fase 1: hersenactiviteit is het hoogst
- Fase 2: slaapspoeltjes en k-complexen (hierna verlaagde hartslag)
- Fase 3+4: vormen samen de langzame-golf-slaap (SWS)
- Fase 5: REM-slaap
De fases gaan: 1, 2, 3, 4, 3, 2, REM in ongeveer 90 minuten
De REM-slaap
Hersenactiviteit is hoog, maar spieren zijn ontspannen (paradoxale slaap). De
REM slaap gaat samen met dromen en geheugenverwerking.
,De rol van de hersenen
Reticulaire formatie (middenhersenen)
Beschadiging zorgt voor verminderde opwinding (arousal), de
pontomesencefalon (deel ervan) draagt bij aan corticale opwinding.
Locus Coeruleus (in de pons)
Meestal inactief, stimulatie zorgt voor verhoogde waakzaamheid en een
betere opslag van recente herinneringen.
Hypothalamus
Beïnvloed opwinding via: Histamine (verhoogt waakzaamheid),
orexine/hypocretine (wakker blijven) en acetylcholine in basale
voorhersenen (vrijgelaten in REM en wakkere staat verbetert aandacht).
REM-slaap, geassocieerd met PGO-golven (patroon van hoog-amplitude
elektrische potentialen). Elke golf is gesynchroniseerd met een oogbeweging in
de REM slaap, REM wordt gestimuleerd door afgifte van dopamine.
Tijdens slaap zijn neuronen in de thalamus minder responsief, vermindert
informatie-overdracht naar de cortex (ouders die wakker worden van huilende
baby).
Bewusteloosheid door inhibitie: verhoogde GABA afgifte in de pons en
middenhersenen remt informatieverspreiding.
Slaapwandelen sommige gebieden slapen en andere zijn wakker (fase 3/4).
Problemen met slaap
Insomnia (onvoldoende slaap) kan worden gemeten door hoe iemand zich de
volgende dag voelt.
Slaapapneu moeite met ademen tijdens slaap
Periodieke ledemaat beweging stoornis herhaalde onvrijwillige bewegingen
REM-gedrags stoornis veel bewegen tijdens REM-slaap
Narcolepsie (1 op 1000 mensen)
- Plotselinge of graduele slaapaanvallen gedurende de dag
- Kataplexie: aanvallen van spierverslapping (sterke emoties)
- Slaapverlamming
- Hypnagogische hallucinaties: droomachtige ervaringen die heel echt lijken.
Mensen met narcolepsie missen cellen die orexine aanmaken. Dit komt door een
auto-immuunreactie, deze mensen wisselen van korte periodes slaap en wakker
zijn.
, Redenen van slapen
- Rusten van spieren
- Verminderde metabolisme
- Opbouwen van eiwitten in de hersenen
- Reorganiseren van synapsen
- Versterken van herinneringen
Tijdens slaap is er activiteit in de hippocampus die lijkt op dat van leren. Ook
wordt tijdens slaapspoeltjes informatie overgedragen tussen de thalamus en
cerebrale cortex.
Dromen: biologisch benaderd
Activatie-synthese hypothese dromen ontstaan doordat je hersenen tijdens de
slaap
willekeurige signalen ontvangt en daar verhalen van probeert te maken
(ordenen).
Neurocognitieve model dromen is een soort van denken onder ongebruikelijke
omstandigheden, waarbij spontane hersenactiviteit en recente
herinneringen een rol spelen. Er is weinig sensorische input, waardoor
andere hersengebieden vrij zijn om beelden te genereren zonder
beperkingen.
Endogene cycli (bij slapen)
Endogeen carcadiaans ritme per dag
Endogeen circannual ritme per jaar (seizoenen)
De biologische klok
Zeitgeber stimulus die zorgt voor herstel van carcadiaans ritme.
De biologische klok is afhankelijk van de suprachiasmatische nucleus (SCN), een
deel van de hippocampus. Een vertakking van de optische zenuwcel gaat naar de
SCN. Het heeft speciale ganglioncellen met een eigen fotopigment melanopsine,
wat gevoelig is voor de gemiddelde hoeveelheid licht.
Period en timeless zijn genen die eiwitten PER en TIM aanmaken die inactiviteit
en slaap stimuleren
De SCN regelt het carcadiaans ritme door het controleren van activiteit in andere
hersengebieden, bijvoorbeeld in de pijnappelklier (scheidt melatonine af)
Verstoren van bewustzijn
Niet-responsief waak syndroom iemand lijkt wakker (ogen openen en reflexen
werken), maar er is geen bewustzijn/interactie.
Minimale bewuste staat perioden van doelbewuste handelingen en
spraakbegrip
Hersendood 24 uur geen hersenactiviteit
Slaapfasen
Polysomnograaf toont een combinatie van gegevens van een EEG en
oogbewegingen
tijdens verschillende slaapfasen
Stabiele alfagolven karakteriseren ontspanning
Fasen van slaap
- Fase 1: hersenactiviteit is het hoogst
- Fase 2: slaapspoeltjes en k-complexen (hierna verlaagde hartslag)
- Fase 3+4: vormen samen de langzame-golf-slaap (SWS)
- Fase 5: REM-slaap
De fases gaan: 1, 2, 3, 4, 3, 2, REM in ongeveer 90 minuten
De REM-slaap
Hersenactiviteit is hoog, maar spieren zijn ontspannen (paradoxale slaap). De
REM slaap gaat samen met dromen en geheugenverwerking.
,De rol van de hersenen
Reticulaire formatie (middenhersenen)
Beschadiging zorgt voor verminderde opwinding (arousal), de
pontomesencefalon (deel ervan) draagt bij aan corticale opwinding.
Locus Coeruleus (in de pons)
Meestal inactief, stimulatie zorgt voor verhoogde waakzaamheid en een
betere opslag van recente herinneringen.
Hypothalamus
Beïnvloed opwinding via: Histamine (verhoogt waakzaamheid),
orexine/hypocretine (wakker blijven) en acetylcholine in basale
voorhersenen (vrijgelaten in REM en wakkere staat verbetert aandacht).
REM-slaap, geassocieerd met PGO-golven (patroon van hoog-amplitude
elektrische potentialen). Elke golf is gesynchroniseerd met een oogbeweging in
de REM slaap, REM wordt gestimuleerd door afgifte van dopamine.
Tijdens slaap zijn neuronen in de thalamus minder responsief, vermindert
informatie-overdracht naar de cortex (ouders die wakker worden van huilende
baby).
Bewusteloosheid door inhibitie: verhoogde GABA afgifte in de pons en
middenhersenen remt informatieverspreiding.
Slaapwandelen sommige gebieden slapen en andere zijn wakker (fase 3/4).
Problemen met slaap
Insomnia (onvoldoende slaap) kan worden gemeten door hoe iemand zich de
volgende dag voelt.
Slaapapneu moeite met ademen tijdens slaap
Periodieke ledemaat beweging stoornis herhaalde onvrijwillige bewegingen
REM-gedrags stoornis veel bewegen tijdens REM-slaap
Narcolepsie (1 op 1000 mensen)
- Plotselinge of graduele slaapaanvallen gedurende de dag
- Kataplexie: aanvallen van spierverslapping (sterke emoties)
- Slaapverlamming
- Hypnagogische hallucinaties: droomachtige ervaringen die heel echt lijken.
Mensen met narcolepsie missen cellen die orexine aanmaken. Dit komt door een
auto-immuunreactie, deze mensen wisselen van korte periodes slaap en wakker
zijn.
, Redenen van slapen
- Rusten van spieren
- Verminderde metabolisme
- Opbouwen van eiwitten in de hersenen
- Reorganiseren van synapsen
- Versterken van herinneringen
Tijdens slaap is er activiteit in de hippocampus die lijkt op dat van leren. Ook
wordt tijdens slaapspoeltjes informatie overgedragen tussen de thalamus en
cerebrale cortex.
Dromen: biologisch benaderd
Activatie-synthese hypothese dromen ontstaan doordat je hersenen tijdens de
slaap
willekeurige signalen ontvangt en daar verhalen van probeert te maken
(ordenen).
Neurocognitieve model dromen is een soort van denken onder ongebruikelijke
omstandigheden, waarbij spontane hersenactiviteit en recente
herinneringen een rol spelen. Er is weinig sensorische input, waardoor
andere hersengebieden vrij zijn om beelden te genereren zonder
beperkingen.