TAALBESCHOUWING: SEMIOTIEK EN TAALTEKENS
Inleiding
verschillende functies van taal (Roman Jakobson):
- emotieve of expressieve functie: hoe staat de zender tegenover de boodschap? (objectief of
subjectief)
- referentiële functie: domineert in taaluitingen die gericht zijn op de context / welke band is er met de
realiteit?
- conatieve of appelatieve functie: hoe wil de zender dat de ontvanger tegenover de boodschap staat?
- fatische functie: hoe wordt het contact tot stand gebracht?
- metalinguale functie: wat is de taal, het dialect, de code die gebruikt wordt?
- poëtische functie: wat is het verband met de structuur vd boodschap en de boodschap zelf?
Semiotiek of tekenleer
semiotiek = studie van taaltekens / tekenleer
- onderzoekt de waarde v/e teken
- onderzoekt relatie tussen het teken en datgene waarnaar het verwijst
Soorten tekens
grondlegger van semiotiek = Charles Peirce
een teken verwijst steeds naar een referent, ze verwijzen naar of refereren aan de werkelijkheid
- iconische tekens: gelijkenis of gemeenschappelijk kenmerk tussen het teken en het betekende /
referent vb: foto’s, schilderijen…
- indexicale tekens: directe verbinding waar het naar verwijst, object dat overgebracht moet worden
met het icoon; berusten op continuïteit of contiguïteit (= metonymie)
- symbolische tekens = arbitrair: sociale, cultuurgebonden afspraak of conventie
Taal als symbolisch tekensysteem
Ferdinand De Saussure beargumenteerde ook dat taalteken verwijst naar referent
een taalteken / woord bestaat uit:
- materiële vorm of betekenisdrager (=signifiant of betekenaar)
- een ideële vorm of concept (= signifié of betekenis)
signifiant = betekenisdrager + signifié = concept = teken
b o o m + stronk met takken en blaadjes = boom
onomatopeeën zijn niet helemaal symbolisch
vb: miauwen, balken
Inleiding
verschillende functies van taal (Roman Jakobson):
- emotieve of expressieve functie: hoe staat de zender tegenover de boodschap? (objectief of
subjectief)
- referentiële functie: domineert in taaluitingen die gericht zijn op de context / welke band is er met de
realiteit?
- conatieve of appelatieve functie: hoe wil de zender dat de ontvanger tegenover de boodschap staat?
- fatische functie: hoe wordt het contact tot stand gebracht?
- metalinguale functie: wat is de taal, het dialect, de code die gebruikt wordt?
- poëtische functie: wat is het verband met de structuur vd boodschap en de boodschap zelf?
Semiotiek of tekenleer
semiotiek = studie van taaltekens / tekenleer
- onderzoekt de waarde v/e teken
- onderzoekt relatie tussen het teken en datgene waarnaar het verwijst
Soorten tekens
grondlegger van semiotiek = Charles Peirce
een teken verwijst steeds naar een referent, ze verwijzen naar of refereren aan de werkelijkheid
- iconische tekens: gelijkenis of gemeenschappelijk kenmerk tussen het teken en het betekende /
referent vb: foto’s, schilderijen…
- indexicale tekens: directe verbinding waar het naar verwijst, object dat overgebracht moet worden
met het icoon; berusten op continuïteit of contiguïteit (= metonymie)
- symbolische tekens = arbitrair: sociale, cultuurgebonden afspraak of conventie
Taal als symbolisch tekensysteem
Ferdinand De Saussure beargumenteerde ook dat taalteken verwijst naar referent
een taalteken / woord bestaat uit:
- materiële vorm of betekenisdrager (=signifiant of betekenaar)
- een ideële vorm of concept (= signifié of betekenis)
signifiant = betekenisdrager + signifié = concept = teken
b o o m + stronk met takken en blaadjes = boom
onomatopeeën zijn niet helemaal symbolisch
vb: miauwen, balken