Wereldoriëntatie – basiskennis
PLANTEN
1. De belangrijkste kenmerken van planten kunnen noemen
• Meercellige organismen
• Iedere cel heeft een celkern met daarin ingesloten de chromosomen (erfelijk
materiaal)
• Maken zelf hun voedsel aan via fotosynthese
• Bladgroenkorrels: zorgen voor de groene kleur
• Autotroof: maken hun eigen voedsel aan
• Beschikken over een celwand
• Beschikken over celorganellen in het celplasma
• Vacuole = één groot of meerdere kleine vloeistofblaasje(s)
• Groene plastiden = bladgroenkorrels
2. Het verschil tussen heterotroof en autotroof kunnen verwoorden
Heterotroof
Een organisme dat zijn celmateriaal opbouwt uit voedingsstoFen die het betrekt
uit organisch materiaal, materiaal afkomstig van andere organismen.
De mens is bijvoorbeeld heterotroof: neemt voedsel in voor suiker etc.
Autotroof
Organismen die zelf in hun voedsel voorzien.
Laure Merckx 1
, 3. Begrippen consumenten, reducenten en producenten kunnen verklaren
Producenten: planten
Consumenten: dieren
Reducenten: bacteriën, schimmels en kleine bodemdiertjes
Laure Merckx 2
, 4. Een afstammingsschema van planten kunnen aanvullen
Laure Merckx 3
, 5. De belangrijkste groepen (5) van planten kunnen geven
1. Algen/wieren
2. Mossen
3. Wolfsklauwen
4. Varens
5. Zaadplanten
Laure Merckx 4
PLANTEN
1. De belangrijkste kenmerken van planten kunnen noemen
• Meercellige organismen
• Iedere cel heeft een celkern met daarin ingesloten de chromosomen (erfelijk
materiaal)
• Maken zelf hun voedsel aan via fotosynthese
• Bladgroenkorrels: zorgen voor de groene kleur
• Autotroof: maken hun eigen voedsel aan
• Beschikken over een celwand
• Beschikken over celorganellen in het celplasma
• Vacuole = één groot of meerdere kleine vloeistofblaasje(s)
• Groene plastiden = bladgroenkorrels
2. Het verschil tussen heterotroof en autotroof kunnen verwoorden
Heterotroof
Een organisme dat zijn celmateriaal opbouwt uit voedingsstoFen die het betrekt
uit organisch materiaal, materiaal afkomstig van andere organismen.
De mens is bijvoorbeeld heterotroof: neemt voedsel in voor suiker etc.
Autotroof
Organismen die zelf in hun voedsel voorzien.
Laure Merckx 1
, 3. Begrippen consumenten, reducenten en producenten kunnen verklaren
Producenten: planten
Consumenten: dieren
Reducenten: bacteriën, schimmels en kleine bodemdiertjes
Laure Merckx 2
, 4. Een afstammingsschema van planten kunnen aanvullen
Laure Merckx 3
, 5. De belangrijkste groepen (5) van planten kunnen geven
1. Algen/wieren
2. Mossen
3. Wolfsklauwen
4. Varens
5. Zaadplanten
Laure Merckx 4