Naam:
Rekenhoek bij de kleuters:
Als je aan een buitenstaander zou vragen; wordt er bij de kleuters echt gerekend?
Dan zullen ongetwijfeld veel mensen met ‘nee’ antwoorden. Veel mensen verstaan
onder rekenen, het gebruik maken van bewerkingen etc. Ze staan er niet bij stil
dat de kinderen, voor gr.3, al een hele ontwikkeling hebben doorgemaakt op
rekenkundig gebied.
In gr.1/2 maken de kinderen echt kennis met rekenen. Ze leren tellen,
rekenkundige begrippen etc. Het rekenkundige leerproces in gr.1/2 is essentieel
voor een goede overgang naar gr.3. Kinderen moeten uiteraard eerst kunnen
tellen, voordat ze bewerkingen(+,-) toepassen. In gr.1/2 is er dus vooral sprake van
‘voorbereidend rekenen’.
De manier waarop rekenactiviteiten worden aangeboden bij de kleuters is erg
belangrijk. Kinderen leren het beste als rekenactiviteiten worden aangeboden in
betekenisvolle contexten omdat de betrokkenheid dan het grootste is.
Thema’s zoals supermarkt of sinterklaas zijn hier uitstekende voorbeelden van.
Deze thema’s passen in de belevingswereld van kinderen. Als je een context kiest,
is het ook belangrijk dat deze mogelijkheden biedt qua. rekenactiviteiten.
Ook kun je onderscheid maken tussen mechanisch en realistisch rekenen.
Goed mechanisch rekenen is een voorwaarde om in realistische situaties te kunnen
rekenen. Mechanisch rekenen is bijv. het vergelijken van 2 getallen, dus zonder
een context. Realistisch rekenen is eigenlijk praktisch rekenen met een context.
Kinderen moeten dus eerst getalbesef hebben voordat ze realistisch kunnen gaan
rekenen.
Ik zelf vind realistisch rekenen belangrijk, omdat door middel van contexten het
dan betekenis vol is voor kinderen. Het mechanisch rekenen vind ik wel een stuk
belangrijker. Kinderen hebben er later veel meer aan als ze ‘sommen’ kunnen
oplossen. Ik vind dat er minder aandacht moet worden besteed aan
verhaalsommen (realistisch rekenen).
Het meest ideaal is, als alle rekenactiviteiten worden aangeboden in een
rekenhoek. Voor de kleuters is dit erg duidelijk. ‘Als ik kies voor de rekenhoek, mag
ik gaan rekenen’.
Vanuit de PABO moest ik ook een rekenhoek ontwerpen bij de kleuters. Je ontwerpt
natuurlijk niet zomaar een rekenhoek. Er zijn een aantal punten waar je op moet
letten:
Thema: door een goed thema te kiezen, heb je een betekenisvolle context te
pakken. Ik heb gekozen voor Sinterklaas. Sinterklaas is een beladen begrip,
dus de kinderen zijn betrokken. Sinterklaas biedt verder ook veel
aanknopingspunten qua. rekenactiviteiten.
Doelen: met het aanbieden van rekenactiviteiten, in een rekenhoek, wil je
de kinderen iets leren. Op www.tule.slo.nl staan alle kerndoelen, leerlijnen
m.b.t. het rekenonderwijs voor gr.1/2. Het is handig om hier gebruik van te
maken. Ook kijk je natuurlijk naar de kerndoelen van het rekenonderwijs
(rekenen-wiskunde in de praktijk ‘onderbouw’: hfd.1+8)
Activiteiten: wat voor activiteiten breng je in? Ik heb gekozen voor een mix
van open en gesloten activiteiten. Bij de open activiteiten lag het materiaal
klaar en mochten de kinderen zelf weten, hoe ze gingen rekenen etc. Bij de
gesloten activiteiten stond de opdracht al vast. (onderwijs aan het jonge
kind.. een vak apart: vrije,begeleide,geleide activiteiten)
Rekenhoek bij de kleuters:
Als je aan een buitenstaander zou vragen; wordt er bij de kleuters echt gerekend?
Dan zullen ongetwijfeld veel mensen met ‘nee’ antwoorden. Veel mensen verstaan
onder rekenen, het gebruik maken van bewerkingen etc. Ze staan er niet bij stil
dat de kinderen, voor gr.3, al een hele ontwikkeling hebben doorgemaakt op
rekenkundig gebied.
In gr.1/2 maken de kinderen echt kennis met rekenen. Ze leren tellen,
rekenkundige begrippen etc. Het rekenkundige leerproces in gr.1/2 is essentieel
voor een goede overgang naar gr.3. Kinderen moeten uiteraard eerst kunnen
tellen, voordat ze bewerkingen(+,-) toepassen. In gr.1/2 is er dus vooral sprake van
‘voorbereidend rekenen’.
De manier waarop rekenactiviteiten worden aangeboden bij de kleuters is erg
belangrijk. Kinderen leren het beste als rekenactiviteiten worden aangeboden in
betekenisvolle contexten omdat de betrokkenheid dan het grootste is.
Thema’s zoals supermarkt of sinterklaas zijn hier uitstekende voorbeelden van.
Deze thema’s passen in de belevingswereld van kinderen. Als je een context kiest,
is het ook belangrijk dat deze mogelijkheden biedt qua. rekenactiviteiten.
Ook kun je onderscheid maken tussen mechanisch en realistisch rekenen.
Goed mechanisch rekenen is een voorwaarde om in realistische situaties te kunnen
rekenen. Mechanisch rekenen is bijv. het vergelijken van 2 getallen, dus zonder
een context. Realistisch rekenen is eigenlijk praktisch rekenen met een context.
Kinderen moeten dus eerst getalbesef hebben voordat ze realistisch kunnen gaan
rekenen.
Ik zelf vind realistisch rekenen belangrijk, omdat door middel van contexten het
dan betekenis vol is voor kinderen. Het mechanisch rekenen vind ik wel een stuk
belangrijker. Kinderen hebben er later veel meer aan als ze ‘sommen’ kunnen
oplossen. Ik vind dat er minder aandacht moet worden besteed aan
verhaalsommen (realistisch rekenen).
Het meest ideaal is, als alle rekenactiviteiten worden aangeboden in een
rekenhoek. Voor de kleuters is dit erg duidelijk. ‘Als ik kies voor de rekenhoek, mag
ik gaan rekenen’.
Vanuit de PABO moest ik ook een rekenhoek ontwerpen bij de kleuters. Je ontwerpt
natuurlijk niet zomaar een rekenhoek. Er zijn een aantal punten waar je op moet
letten:
Thema: door een goed thema te kiezen, heb je een betekenisvolle context te
pakken. Ik heb gekozen voor Sinterklaas. Sinterklaas is een beladen begrip,
dus de kinderen zijn betrokken. Sinterklaas biedt verder ook veel
aanknopingspunten qua. rekenactiviteiten.
Doelen: met het aanbieden van rekenactiviteiten, in een rekenhoek, wil je
de kinderen iets leren. Op www.tule.slo.nl staan alle kerndoelen, leerlijnen
m.b.t. het rekenonderwijs voor gr.1/2. Het is handig om hier gebruik van te
maken. Ook kijk je natuurlijk naar de kerndoelen van het rekenonderwijs
(rekenen-wiskunde in de praktijk ‘onderbouw’: hfd.1+8)
Activiteiten: wat voor activiteiten breng je in? Ik heb gekozen voor een mix
van open en gesloten activiteiten. Bij de open activiteiten lag het materiaal
klaar en mochten de kinderen zelf weten, hoe ze gingen rekenen etc. Bij de
gesloten activiteiten stond de opdracht al vast. (onderwijs aan het jonge
kind.. een vak apart: vrije,begeleide,geleide activiteiten)
