Les 1: 2022-09-22
01) Projectmanagement
Projectmanagement is een manier om je werk aan te pakken.
3 manieren om je werk uit te voeren:
1. Improvisatie -> Snel + Plots
Nadeel: Onzekere uitkomst, chaotische werkwijze
Voordeel: Vrijheid, ruimte voor creativiteit
2. Routineus -> Vaak + herhaaldelijk
Nadeel: Nauwelijks vrijheid/creativiteit
Voordeel: Op eerdere oplossing terugvallen
3. Projectmatig -> Iets doen voor de 1ste keer
Nadeel: Niet onmiddellijk duidelijk, veel frictie -> bedrijf & klant
Voordelen: Betere controle - Betere communicatie - Tevreden klanten – Betere
resultaten
Wat is een project?
Project is een tijdelijke samenwerking van verschillende mensen – verschillende
vakgebieden om binnen een bepaalde tijd een doel te bereiken/werk voltooien
binnen een bepaald budget.
Iron Triangle (triple constrainr)
3 elementen waar je bij elk project rekening moet houden.
Scope: Wat moet er gedaan worden? (Scope is niet gelijk aan enkel het resultaat
van het project: het omvat ook alle vergaderingen en voorbereidingen om daartoe te
komen.)
Tijd: Hoeveel tijd krijgen we?
Budget: Hoeveel mensen/middelen krijgen we?
JE KAN MAAR 2 ELEMENTEN ECHT KIEZEN!
1
,Scope Creep
Klant vraagt meer uitbreidingen/extra werk tijdens de uitvoering. Kostprijs stijgt
en/of tijdsduur.
02) Waterval
Start ergens, moet verschillende fases
6 klassieke fases
INITATIEF – DEFINITIE – ONTWERP – VOORBEREIDING – REALISATIE -NAZORG
Voordelen: Gestructureerd (fase elke dag afsluiten.)
Gedocumenteerd (alles op papier.)
Voorspelbaar (klant kijgt wat afgesproken is.)
Gepland (iedereen weet wat van hem verwacht wordt.)
PWP SLIDE 28 (22/9)
Les 2: 2022-09-29
03) Tijdverspillers
Uitstelgedrag (studentensyndroom): je geeft geen prioriteit aan je hoofdtaken en
doet alles tegen de deadline, waardoor de mentale stress + druk toeneemt.
Wet van parkinson: Hoe meer tijd je hebt, hoe langer de taak duurt, daardoor blijft
je project vaak niet binnen tijd + budget. In een werksituatie word je niet beloond
als je eerder klaar bent, je wordt dan belast met extra werk/verdacht dat je je
taken te ruim inschat. -> je past automatisch de snelheid van je werk aan +
vertraag je.
Multitasking: je werkt tergelijkertijd aan meerdere activiteiten, de mens kan dit
slecht. Hoe vaker je taken switcht,hoe meer tijd je nodig hebt. Zonder
onderbrekingen kan je je beter concentreren en rond je de activiteiten eerder af.
2 tegenstrijdige trekkers komen samen
We hebben de neiging onszelf te overschatten en de taken te onderschatten.
Buffertijd: Tijd tussen twee projecten in plannen
Grote projecten nemen vaak veel buffertijd en freelancers nemen vaak te weinig
buffertijd.
Hoe dit vermijden?
Overschat jezelf niet
Onderschat de aantal taken niet
Werk met korte doorlooptijden (niet te veel buffertijd)
Doe 1 taak per keer
Zet strikte + korte deadlines, doe dit tijdens de doorlooptijd v/h project
Focus altijd op de dringende zaken
2
,Pareto principe
80 % van de uitkomsten wordt veroorzaakt door 20% van de oorzaken. Vb. In een
schoolklas wordt 80% van het lawaai veroorzaakt door 20% van de kinderen.
80% van je verkoop komt ook meestal van 20% van je klanten.
80% van het nut van het product zit in 20% van de functies.
Focus op het belangrijkste deel van het project.
04) Agile
Agile= Flexibel, wendbaar -> probeert te gaan werken dat je kan inspelen op andere
zaken.
De 4 waarden
1. Mensen en hun onderlinge interactie zijn belangrijker dan processen + tools.
2. Werkende producten zijn belangrijker dan allesamenvattende documentatie.
3. Samenwerking met de klant is belangrijker contractonderhandelingen.
Blijf voordurend praten met de klant.
4. Inspelen op verandering is belangrijker dan een plan volgen.
Agile is een mindset of filosofie, eerder dan een vaste set regels.
12 werkmethodes
Iteratieve ontwikkeling
1. Tevreden klant: Altijd de hoogste prioriteit. Bereik dit door vroegtijdig &
voortdurend waardevolle producten op te leveren.
2. Werkende onderdelen: Lever deze op in korte werkperiodes.
3. Constante ontwikkelsnelheid: De opdrachtgevers, ontwikkelaars & gebruikers
moeten een constant tempo kunnen volhouden.
4. Werkende producten: Belangrijkste maat om je voortgang te meten -> doet je
product wat je belooft?
Open voor verandering
5. Veranderende scope is welkom: Laat in het proces. Agile projecten benutten
verandering als concurrentievoordeel.
6. Samenwerken: Als multidisciplinair moet je dagelijks samenwerken durende
ganse looptijd v/h project.
Eenvoud & kwaliteit
7. Kwaliteit & goed ontwerp: Besteed voortdurend aandacht aan hoge technische
kwaliteit & goed ontwerp.
8. Eenvoud: is essentieel -> maximaliseer de kunst v/h werk dat je niet hoeft te
doen (niet dringend is/geen belangrijke waarde heeft voor de klant).
Teamwork
9. Gemotiveerde medewerkers: Projecten werken uitgevoerd door gemotiveerde
medewerkers met de support + vertrouwen dat ze nodig hebben om de klus te
klaren.
10. Face tot face: Informatie delen is met deze manier het meest efficient + effectief
tgov je team.
11. Zelforganiserende teams: Beste ontwerpen komen hieruit voort.
Voortuderend reflectie & verbetering
12. Team onderzoekt: Dit doet het team regelmatig, hoe beter kan samenwerken en
past vervolgens zijn gedrag daarop aan.
3
, Agile is vooral geschikt waarbij de uitkomst nog onzeker is.
Inspect & adapt: wanneer je agile werkt, ga je voortdurend testen/meten en daarop
je plannen bijsturen.
Klassieke projectaanpak: Denken > denken > denken
SCRUM: Denken > doen > tonen/testen
EXAMEN-> Drop masterpiece mentality: Vermijden feedback, die denken laat mij nog
werken, die gaan pas tevreden zijn als ze zelf tevreden zijn, je moet de klant een
voorproef laten zien.
PWP SAMENGEVAT -> slide 71
Scrum basics
Scrum leert je je tijd beter benutten en te focussen op de 20% die ertoe doet.
Scrum wil het mees waardevolle product opleveren voor de klant ipv enkel te
voldoen aan de planning.
6 basisprincipes
1. Flexibele scope
Scrum gaat uit van onzekerheid & creativeit
Gaat er vanuit dat je niet precies hoe je je product eruit zal zien.
Als team weet je ook niet hoe het er vanaf de start zal uitzien.
Je klant kan voortdurend feedback geven & prioriteiten stellen.
Waterval -> zo afgesporoken zo laten
Agile -> klant kan nog bijsturen en andere suggesties doen
Timeboxed -> alles wat je doet in tijd gieten/tijdslimiet.
2. Scrum werkt met sprinst
Project verdelen in korte werkperiodes of sprints.
Deze dagen je uit om volledig gefocust een grope taken af te rinden en op te
leveren.
Je laat de details eruit
Geen overuren -> je moet doen met de tijd die je toegegeven is
Dit leert je de zaken af te werken binnen bepaalde tijd
3. Elke sprint levert een werkend product op
4
01) Projectmanagement
Projectmanagement is een manier om je werk aan te pakken.
3 manieren om je werk uit te voeren:
1. Improvisatie -> Snel + Plots
Nadeel: Onzekere uitkomst, chaotische werkwijze
Voordeel: Vrijheid, ruimte voor creativiteit
2. Routineus -> Vaak + herhaaldelijk
Nadeel: Nauwelijks vrijheid/creativiteit
Voordeel: Op eerdere oplossing terugvallen
3. Projectmatig -> Iets doen voor de 1ste keer
Nadeel: Niet onmiddellijk duidelijk, veel frictie -> bedrijf & klant
Voordelen: Betere controle - Betere communicatie - Tevreden klanten – Betere
resultaten
Wat is een project?
Project is een tijdelijke samenwerking van verschillende mensen – verschillende
vakgebieden om binnen een bepaalde tijd een doel te bereiken/werk voltooien
binnen een bepaald budget.
Iron Triangle (triple constrainr)
3 elementen waar je bij elk project rekening moet houden.
Scope: Wat moet er gedaan worden? (Scope is niet gelijk aan enkel het resultaat
van het project: het omvat ook alle vergaderingen en voorbereidingen om daartoe te
komen.)
Tijd: Hoeveel tijd krijgen we?
Budget: Hoeveel mensen/middelen krijgen we?
JE KAN MAAR 2 ELEMENTEN ECHT KIEZEN!
1
,Scope Creep
Klant vraagt meer uitbreidingen/extra werk tijdens de uitvoering. Kostprijs stijgt
en/of tijdsduur.
02) Waterval
Start ergens, moet verschillende fases
6 klassieke fases
INITATIEF – DEFINITIE – ONTWERP – VOORBEREIDING – REALISATIE -NAZORG
Voordelen: Gestructureerd (fase elke dag afsluiten.)
Gedocumenteerd (alles op papier.)
Voorspelbaar (klant kijgt wat afgesproken is.)
Gepland (iedereen weet wat van hem verwacht wordt.)
PWP SLIDE 28 (22/9)
Les 2: 2022-09-29
03) Tijdverspillers
Uitstelgedrag (studentensyndroom): je geeft geen prioriteit aan je hoofdtaken en
doet alles tegen de deadline, waardoor de mentale stress + druk toeneemt.
Wet van parkinson: Hoe meer tijd je hebt, hoe langer de taak duurt, daardoor blijft
je project vaak niet binnen tijd + budget. In een werksituatie word je niet beloond
als je eerder klaar bent, je wordt dan belast met extra werk/verdacht dat je je
taken te ruim inschat. -> je past automatisch de snelheid van je werk aan +
vertraag je.
Multitasking: je werkt tergelijkertijd aan meerdere activiteiten, de mens kan dit
slecht. Hoe vaker je taken switcht,hoe meer tijd je nodig hebt. Zonder
onderbrekingen kan je je beter concentreren en rond je de activiteiten eerder af.
2 tegenstrijdige trekkers komen samen
We hebben de neiging onszelf te overschatten en de taken te onderschatten.
Buffertijd: Tijd tussen twee projecten in plannen
Grote projecten nemen vaak veel buffertijd en freelancers nemen vaak te weinig
buffertijd.
Hoe dit vermijden?
Overschat jezelf niet
Onderschat de aantal taken niet
Werk met korte doorlooptijden (niet te veel buffertijd)
Doe 1 taak per keer
Zet strikte + korte deadlines, doe dit tijdens de doorlooptijd v/h project
Focus altijd op de dringende zaken
2
,Pareto principe
80 % van de uitkomsten wordt veroorzaakt door 20% van de oorzaken. Vb. In een
schoolklas wordt 80% van het lawaai veroorzaakt door 20% van de kinderen.
80% van je verkoop komt ook meestal van 20% van je klanten.
80% van het nut van het product zit in 20% van de functies.
Focus op het belangrijkste deel van het project.
04) Agile
Agile= Flexibel, wendbaar -> probeert te gaan werken dat je kan inspelen op andere
zaken.
De 4 waarden
1. Mensen en hun onderlinge interactie zijn belangrijker dan processen + tools.
2. Werkende producten zijn belangrijker dan allesamenvattende documentatie.
3. Samenwerking met de klant is belangrijker contractonderhandelingen.
Blijf voordurend praten met de klant.
4. Inspelen op verandering is belangrijker dan een plan volgen.
Agile is een mindset of filosofie, eerder dan een vaste set regels.
12 werkmethodes
Iteratieve ontwikkeling
1. Tevreden klant: Altijd de hoogste prioriteit. Bereik dit door vroegtijdig &
voortdurend waardevolle producten op te leveren.
2. Werkende onderdelen: Lever deze op in korte werkperiodes.
3. Constante ontwikkelsnelheid: De opdrachtgevers, ontwikkelaars & gebruikers
moeten een constant tempo kunnen volhouden.
4. Werkende producten: Belangrijkste maat om je voortgang te meten -> doet je
product wat je belooft?
Open voor verandering
5. Veranderende scope is welkom: Laat in het proces. Agile projecten benutten
verandering als concurrentievoordeel.
6. Samenwerken: Als multidisciplinair moet je dagelijks samenwerken durende
ganse looptijd v/h project.
Eenvoud & kwaliteit
7. Kwaliteit & goed ontwerp: Besteed voortdurend aandacht aan hoge technische
kwaliteit & goed ontwerp.
8. Eenvoud: is essentieel -> maximaliseer de kunst v/h werk dat je niet hoeft te
doen (niet dringend is/geen belangrijke waarde heeft voor de klant).
Teamwork
9. Gemotiveerde medewerkers: Projecten werken uitgevoerd door gemotiveerde
medewerkers met de support + vertrouwen dat ze nodig hebben om de klus te
klaren.
10. Face tot face: Informatie delen is met deze manier het meest efficient + effectief
tgov je team.
11. Zelforganiserende teams: Beste ontwerpen komen hieruit voort.
Voortuderend reflectie & verbetering
12. Team onderzoekt: Dit doet het team regelmatig, hoe beter kan samenwerken en
past vervolgens zijn gedrag daarop aan.
3
, Agile is vooral geschikt waarbij de uitkomst nog onzeker is.
Inspect & adapt: wanneer je agile werkt, ga je voortdurend testen/meten en daarop
je plannen bijsturen.
Klassieke projectaanpak: Denken > denken > denken
SCRUM: Denken > doen > tonen/testen
EXAMEN-> Drop masterpiece mentality: Vermijden feedback, die denken laat mij nog
werken, die gaan pas tevreden zijn als ze zelf tevreden zijn, je moet de klant een
voorproef laten zien.
PWP SAMENGEVAT -> slide 71
Scrum basics
Scrum leert je je tijd beter benutten en te focussen op de 20% die ertoe doet.
Scrum wil het mees waardevolle product opleveren voor de klant ipv enkel te
voldoen aan de planning.
6 basisprincipes
1. Flexibele scope
Scrum gaat uit van onzekerheid & creativeit
Gaat er vanuit dat je niet precies hoe je je product eruit zal zien.
Als team weet je ook niet hoe het er vanaf de start zal uitzien.
Je klant kan voortdurend feedback geven & prioriteiten stellen.
Waterval -> zo afgesporoken zo laten
Agile -> klant kan nog bijsturen en andere suggesties doen
Timeboxed -> alles wat je doet in tijd gieten/tijdslimiet.
2. Scrum werkt met sprinst
Project verdelen in korte werkperiodes of sprints.
Deze dagen je uit om volledig gefocust een grope taken af te rinden en op te
leveren.
Je laat de details eruit
Geen overuren -> je moet doen met de tijd die je toegegeven is
Dit leert je de zaken af te werken binnen bepaalde tijd
3. Elke sprint levert een werkend product op
4
