Business Law A samenvatting
Hoofdstuk 1: Ondernemingsrecht en bedrijfskundige aspecten
1.1: Ondernemingsrecht en bedrijfskunde
Traditionele indeling profit- of non-profitorganisatie
Moderne indeling people, planet en profit = 3 P’s
Indeling bedrijfsleven groot of MKB
Modellen die organisatie beïnvloeden:
DESTEP-model = demografische, economische, sociaal-culturele, technologische, ecologische
en politiek-juridische factoren.
PEST-model = politiek, economisch, sociaal en technologisch
STEEPLED-model = sociaal, technologisch, economisch, environmental, politiek, legal,
education en demografisch
Wet- en regelgeving zijn externe politieke invloeden
Rechtsgebieden: specifieke onderdelen van het recht voor organisaties zie figuur 1.3 en 1.4
1.2: Strategie en interne sturing
Bedrijfsmodel van interne sturing:
1. Strategisch = missie en visie van organisatie doelstellingen
2. Tactisch = hoe en met wat worden lange termijn doelen gerealiseerd
3. Operationeel = uitvoering werkzaamheden om doelen te realiseren
Strategisch management: strategische analyse van organisatie samen met omgeving en
implementatie hoe kan de organisatie bepaalde doelen bereiken
= strategisch besturingsniveau het ‘richten’ van de organisatie (Waarheen).
Onderwerpen strategisch beleid:
Juridische structuur/ Concernvorming Juridisch risicomanagement
rechtsvorm
Governance code/ principes Or Beschermingsconstructies
van good governance tegen vijandige overname
Strategie op werving van Kartelovereenkomsten Aanbestedingsbeleid
marktaandeel
Samenwerkingsafspraken: Fusies Overnames
Franchise/ joint venture
Tactisch management: inrichten tactische of meerjarenplanning faciliteiten (her)inrichten (Hoe).
Operationeel management: feitelijk beleid uitvoeren binnen kaders die tactisch management
heeft gesteld.
,Strategiefocus = model van Kaplan en Norton: doel is inkaderen van besturing van organisatie op
korte, middellange en lange termijn
Afstemming interne bedrijfsprocessen zodat kwaliteit van organisatie, producten en
diensten toeneemt.
o SWOT-analyse: strategie en concurrentiekracht van organisatie bepalen uitkomsten
worden gebruikt om vast te stellen over strategie aansluit op ontwikkelingen in
concurrerende markt
Sterktes/zwaktes = intern
Kansen/bedreigingen = extern
Managementprocessen: plannen, controleren, evalueren en bijsturen van organisatie
Strategie: formuleren van richting voor de toekomst van organisatie op langere termijn
Tactisch proces/laag: manier waarop langetermijnvisie gerealiseerd gaat worden
Operationeel proces: uitvoeren van werkzaamheden draagt bij aan realisering van lange termijn
doelen
1.3: Strategische modellen
Aan de hand van SWOT-analyse strategisch plan opstellen met model dit plan toetsen op feasibility =
mogelijkheid in hoeverre is strategische optie mogelijk.
Factoren feasibility komen uit FOETSJE-model:
F = financieel haalbaar
O = organisatorisch haalbaar
E = economisch haalbaar
T = technologisch haalbaar
S = sociaal haalbaar
J = juridisch haalbaar
E = ethisch haalbaar
Ondernemingsrecht biedt organisaties juridische structuur afhankelijk van rechtsvorm.
Bedrijfskunde richt zich op bedrijfsprocessen van organisaties interne organisatie en externe
marktomgeving van organisatie.
1.4: Compliance en bedrijfsethiek
Compliance: aangeven of organisatie conform geldende wet- en regelgeving werkt.
Regelgeving, handhaving van regelgeving en verbinding tussen deze twee
Nakomen van juridische normen = regelgeving
Compliance bij maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) om gewenste
organisatiedoelstellingen te realiseren.
Managen van organisatie, beheersen organisatorische en maatschappelijke risico’s en
toepassen van wet- en regelgeving
Bedrijfsethiek waarden en normen van organisatie + gewenste gedrag vastgelegd in codes en/of
voorschriften.
Ethische principes vormen vaak basis voor wetgeving gaan verder dan reikwijdte van wetgeving.
Klant wet- en regelgeving bedrijfsethiek.
, Hoofdstuk 2: Ondernemingsrecht
2.1: Onderneming en rechtspersoon
Handelsregisterwet (Hrw) o.a. registratieplicht bij Kamer van Koophandel
Kenmerken van onderneming op basis van Wet op de ondernemingsraden (WOR):
Winstgericht
Organisatorisch verband
Rechtsvorm is niet relevant
Organisatievormen:
Zonder rechtspersoonlijkheid Met rechtspersoonlijkheid
Eenmanszaak Vereniging
Maatschap Coöperatie
Vennootschap onder firma (vof) Onderlinge waarborgmaatschappij
Commanditaire vennootschap (cv) Naamloze vennootschap
Besloten vennootschap
Stichting
Soorten rechtspersonen:
Privaatrechtelijke rechtspersonen: art. 2:3 BW vereniging, coöperatie, onderlinge
waarborgmaatschappij, NV/BV en stichting.
Publiekrechtelijke rechtspersonen: art. 2:1 BW Staat, provincies, gemeenten en
waterschappen
Kerkgenootschappen: art. 2:2 BW
Corporate identity keuze van rechtsvorm bepaalt inrichting van organisatie rechtsvorm
(juridische identiteit) is kenbaar voor iedereen bij KvK.
2.2: Vertegenwoordiging en volmacht
Vertegenwoordigingsbevoegdheid: bevoegdheid van vertegenwoordigers van onderneming
Vertegenwoordiger verricht rechtshandeling, maar is niet aan rechtshandeling gebonden
vertegenwoordigende organisatie is gebonden aan rechtshandeling
Vertegenwoordiging in organisaties:
Ondernemingsrechtelijke wetgeving lid van bestuur is bevoegd om organisatie te
vertegenwoordigen
Geen bestuurslid, wel vertegenwoordigingsbevoegdheid afspraak gebaseerd op:
o Wettelijk onderwerp volmacht art. 3:60 BW
o Opdracht of lastgeving art. 7:300, 414 BW
Volmacht staat in BW dus privaatrechtelijke grondslag
Toepassen door particulieren en organisaties
Volmachtgever verleent bevoegdheid dat de gevolmachtigde in naam van volmachtgever
rechtshandelingen mag verrichten art. 3:60 BW
Hoofdstuk 1: Ondernemingsrecht en bedrijfskundige aspecten
1.1: Ondernemingsrecht en bedrijfskunde
Traditionele indeling profit- of non-profitorganisatie
Moderne indeling people, planet en profit = 3 P’s
Indeling bedrijfsleven groot of MKB
Modellen die organisatie beïnvloeden:
DESTEP-model = demografische, economische, sociaal-culturele, technologische, ecologische
en politiek-juridische factoren.
PEST-model = politiek, economisch, sociaal en technologisch
STEEPLED-model = sociaal, technologisch, economisch, environmental, politiek, legal,
education en demografisch
Wet- en regelgeving zijn externe politieke invloeden
Rechtsgebieden: specifieke onderdelen van het recht voor organisaties zie figuur 1.3 en 1.4
1.2: Strategie en interne sturing
Bedrijfsmodel van interne sturing:
1. Strategisch = missie en visie van organisatie doelstellingen
2. Tactisch = hoe en met wat worden lange termijn doelen gerealiseerd
3. Operationeel = uitvoering werkzaamheden om doelen te realiseren
Strategisch management: strategische analyse van organisatie samen met omgeving en
implementatie hoe kan de organisatie bepaalde doelen bereiken
= strategisch besturingsniveau het ‘richten’ van de organisatie (Waarheen).
Onderwerpen strategisch beleid:
Juridische structuur/ Concernvorming Juridisch risicomanagement
rechtsvorm
Governance code/ principes Or Beschermingsconstructies
van good governance tegen vijandige overname
Strategie op werving van Kartelovereenkomsten Aanbestedingsbeleid
marktaandeel
Samenwerkingsafspraken: Fusies Overnames
Franchise/ joint venture
Tactisch management: inrichten tactische of meerjarenplanning faciliteiten (her)inrichten (Hoe).
Operationeel management: feitelijk beleid uitvoeren binnen kaders die tactisch management
heeft gesteld.
,Strategiefocus = model van Kaplan en Norton: doel is inkaderen van besturing van organisatie op
korte, middellange en lange termijn
Afstemming interne bedrijfsprocessen zodat kwaliteit van organisatie, producten en
diensten toeneemt.
o SWOT-analyse: strategie en concurrentiekracht van organisatie bepalen uitkomsten
worden gebruikt om vast te stellen over strategie aansluit op ontwikkelingen in
concurrerende markt
Sterktes/zwaktes = intern
Kansen/bedreigingen = extern
Managementprocessen: plannen, controleren, evalueren en bijsturen van organisatie
Strategie: formuleren van richting voor de toekomst van organisatie op langere termijn
Tactisch proces/laag: manier waarop langetermijnvisie gerealiseerd gaat worden
Operationeel proces: uitvoeren van werkzaamheden draagt bij aan realisering van lange termijn
doelen
1.3: Strategische modellen
Aan de hand van SWOT-analyse strategisch plan opstellen met model dit plan toetsen op feasibility =
mogelijkheid in hoeverre is strategische optie mogelijk.
Factoren feasibility komen uit FOETSJE-model:
F = financieel haalbaar
O = organisatorisch haalbaar
E = economisch haalbaar
T = technologisch haalbaar
S = sociaal haalbaar
J = juridisch haalbaar
E = ethisch haalbaar
Ondernemingsrecht biedt organisaties juridische structuur afhankelijk van rechtsvorm.
Bedrijfskunde richt zich op bedrijfsprocessen van organisaties interne organisatie en externe
marktomgeving van organisatie.
1.4: Compliance en bedrijfsethiek
Compliance: aangeven of organisatie conform geldende wet- en regelgeving werkt.
Regelgeving, handhaving van regelgeving en verbinding tussen deze twee
Nakomen van juridische normen = regelgeving
Compliance bij maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) om gewenste
organisatiedoelstellingen te realiseren.
Managen van organisatie, beheersen organisatorische en maatschappelijke risico’s en
toepassen van wet- en regelgeving
Bedrijfsethiek waarden en normen van organisatie + gewenste gedrag vastgelegd in codes en/of
voorschriften.
Ethische principes vormen vaak basis voor wetgeving gaan verder dan reikwijdte van wetgeving.
Klant wet- en regelgeving bedrijfsethiek.
, Hoofdstuk 2: Ondernemingsrecht
2.1: Onderneming en rechtspersoon
Handelsregisterwet (Hrw) o.a. registratieplicht bij Kamer van Koophandel
Kenmerken van onderneming op basis van Wet op de ondernemingsraden (WOR):
Winstgericht
Organisatorisch verband
Rechtsvorm is niet relevant
Organisatievormen:
Zonder rechtspersoonlijkheid Met rechtspersoonlijkheid
Eenmanszaak Vereniging
Maatschap Coöperatie
Vennootschap onder firma (vof) Onderlinge waarborgmaatschappij
Commanditaire vennootschap (cv) Naamloze vennootschap
Besloten vennootschap
Stichting
Soorten rechtspersonen:
Privaatrechtelijke rechtspersonen: art. 2:3 BW vereniging, coöperatie, onderlinge
waarborgmaatschappij, NV/BV en stichting.
Publiekrechtelijke rechtspersonen: art. 2:1 BW Staat, provincies, gemeenten en
waterschappen
Kerkgenootschappen: art. 2:2 BW
Corporate identity keuze van rechtsvorm bepaalt inrichting van organisatie rechtsvorm
(juridische identiteit) is kenbaar voor iedereen bij KvK.
2.2: Vertegenwoordiging en volmacht
Vertegenwoordigingsbevoegdheid: bevoegdheid van vertegenwoordigers van onderneming
Vertegenwoordiger verricht rechtshandeling, maar is niet aan rechtshandeling gebonden
vertegenwoordigende organisatie is gebonden aan rechtshandeling
Vertegenwoordiging in organisaties:
Ondernemingsrechtelijke wetgeving lid van bestuur is bevoegd om organisatie te
vertegenwoordigen
Geen bestuurslid, wel vertegenwoordigingsbevoegdheid afspraak gebaseerd op:
o Wettelijk onderwerp volmacht art. 3:60 BW
o Opdracht of lastgeving art. 7:300, 414 BW
Volmacht staat in BW dus privaatrechtelijke grondslag
Toepassen door particulieren en organisaties
Volmachtgever verleent bevoegdheid dat de gevolmachtigde in naam van volmachtgever
rechtshandelingen mag verrichten art. 3:60 BW