Nederland, binnen Europa en de
Wereld.
Week 1 de organisatie van de Nederlandse staat op centraal- en decentraal niveau
Openbaar bestuur:
Alle organisaties met een publiekrechtelijke grondslag tot het openbaar bestuur, het bestaan van een
organisatie wettelijk is vastgelegd zoals gemeente (gemeentewet)
Publieke organisaties richten zich op het algemeen belang zoals goede zorg, onderwijs van goede
kwaliteiten. Art. 123 Gw juncto art. 133 Gw.
Kenmerken openbaar bestuur:
- Nederland is een monarchie. Koning is het staatshoofd
- Nederland is een rechtstaat. Legaliteitsbeginsel de overheid mag alleen handelen op grond
van wettelijke bevoegdheden.
- Nederland kent gedeeltelijk scheiding van machten; wetgevende macht, uitvoerende macht
en rechtsprekende macht zijn in sterke maten onafhankelijk en controleren elkaar.
- Nederland heeft scheiding van Staat en kerk
- Nederland heeft een parlementair stelsel. Wat inhoudt dat de bevolking rechtstreeks het
hoogste besluitvormende orgaan kiest, de Tweede Kamer, waaraan de regering
verantwoording schuldig is.
Rechtstaat:
Hoe burgers worden beschermd tegen het individu.
Rechtsstaat heeft 4 kenmerken:
1. Legaliteitsbeginsel
2. Spreiding van de machten horizontaal; wetgevende macht, uitvoerende macht en
rechtsprekende macht
3. Onafhankelijke en onpartijdige rechter
4. Eerbiedigen van grondrechten
5. Vrije en geheime verkiezingen
Territoriaal of algemeen bestuur
Bestuur met een in principe onbeperkt takenpakket binnen het eigen territorium. Over bepaalde
gebieden. Lagere overheden. Gemeente of provincie
,Autonomie art. 124 Lid 1 Gw juncto art. 108 lid 1 Gw
Zelfstandig en op eigen initiatief regels vaststellen over
hun huishouding.
Medebewind
Provincies en gemeentes meewerken aan de regels die
al zijn geregeld of besloten zijn. de hogere wetgeving is
bevoegd om de uitvoering van hun regelingen op te
dragen aan het gemeentebestuur. Hogere regelgeving
uitvoeren.
Functioneel bestuur art. 134 Gw
Bestuur met een beperkt wettelijk vastgelegd
takenpakket. Waterschappen heeft een bepaalde
functie
Zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersonen
aparte overheidsorganisaties
Organisaties die niet tot de overheid behoren, maar wel een overheidsgezag hebben. Bijvoorbeeld
CBR, APK-keuring en de Nederlandse Bank. Deze organisatie worden bij koninklijke besluit of in een
ministeriele regeling aangewezen.
bestuursorganen:
- A organen zijn bestuursorganen van rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld.
Gemeentes, de Staat, provincies, waterschappen
- B organen zijn een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed.
Privaatrechtelijke rechtspersonen zoals; garagehouders, banken, wetgevende macht. B-
organen zijn alleen een bestuursorganen wanneer zij gebruikmaken van hun
publiekrechtelijke bevoegdheden bij de hun toevertrouwde publiekelijke taak, en zijn dus
alleen dan gebonden aan deze bestuursrechtelijke regels.
Deconcentratie:
Het aanwijzen van de zogeheten ambten voor een bepaalde bestuurstaak, kunnen deze taken
op centraal niveau worden gespreid. Hun zijn ook verbonden aan de bestuursrechtelijke
regels.
Rechtsprekende en wetgevende macht zijn geen bestuursorganen.
De kernactiviteit van het openbaar bestuur is het nemen van besluiten.
Bij een gebonden bevoegdheid bestaat in beginsel geen beleidsvrijheid. Er is sprake van een
gebonden bevoegdheid als de wet, die bevoegdheid toekent om een besluit te nemen,
tevens aangeeft hoe een besluit in een bepaalde situatie moet luiden.
Discretionaire bevoegdheid
Als de wet het bestuursorgaan vrijheid geeft om onderscheid te maken. Het bestuursorgaan
moet wel zorgvuldig de belangen afwegen van degenen die door het besluit in hun belangen
worden getroffen.
, Besluiten van algemene strekking (bas)
Algemene regels die gelden in een bepaalde situatie
Avv
Beleidsregels art. 1:3 lid 4 awb
Eigen regels die een bestuursorgaan kan opstellen voor het gebruik van discretionaire
bevoegdheden. Heeft betrekking op afweging van belangen, de vaststelling van feiten
of de uitleg van wettelijke voorschriften.
Plannen
Bepaalde voornemens of ideeen om een bepaald doel te realiseren.
Overige besluiten van algemene strekking
Beschikking
Een besluit voor een individueel geval of concreet groep.
Beleidsovereenkomsten
Afspraken over bevoegdheden van bestuursorganen.
Preventieve handhaving
Gericht op het voorkomen van overtredingen en bestaat uit het geven van voorlichtingen of
een waarschuwing. En het toestaan of verbieden van activiteiten via vergunningsstelsels.
Repressieve handhaving
Gericht op het corrigeren van overtredingen
Verordeningen van de gemeente mogen volgens art 112 Gw niet in strijd zijn met hogere,
dus landelijke of provinciale wettelijke voorschriften.
Attributie: art 1:3 lid 1 Awb
Bij attributie van beschikkingsbevoegdheid kent de wet aan een bestuursorgaan de bevoegdheid toe
om over een bepaald onderwerp beschikkingen te geven.
Bij toekenning noemt de wet twee onderwerpen:
1. De naam van het bestuursorgaan dat de bevoegdheid mag uitoefenen
2. Omschrijving van de betreffende bevoegdheid
Delegatie art. 10:15 Awb:
Het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een
ander, die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent.
Het overdragende orgaan heet de delegans.
Het orgaan dat de bevoegdheid krijgt wordt de delegataris genoemd.
10:14 delegatieverbod, het mag niet worden toegekend aan ondergeschikten
Mandaat art. 10:1 Awb:
Wereld.
Week 1 de organisatie van de Nederlandse staat op centraal- en decentraal niveau
Openbaar bestuur:
Alle organisaties met een publiekrechtelijke grondslag tot het openbaar bestuur, het bestaan van een
organisatie wettelijk is vastgelegd zoals gemeente (gemeentewet)
Publieke organisaties richten zich op het algemeen belang zoals goede zorg, onderwijs van goede
kwaliteiten. Art. 123 Gw juncto art. 133 Gw.
Kenmerken openbaar bestuur:
- Nederland is een monarchie. Koning is het staatshoofd
- Nederland is een rechtstaat. Legaliteitsbeginsel de overheid mag alleen handelen op grond
van wettelijke bevoegdheden.
- Nederland kent gedeeltelijk scheiding van machten; wetgevende macht, uitvoerende macht
en rechtsprekende macht zijn in sterke maten onafhankelijk en controleren elkaar.
- Nederland heeft scheiding van Staat en kerk
- Nederland heeft een parlementair stelsel. Wat inhoudt dat de bevolking rechtstreeks het
hoogste besluitvormende orgaan kiest, de Tweede Kamer, waaraan de regering
verantwoording schuldig is.
Rechtstaat:
Hoe burgers worden beschermd tegen het individu.
Rechtsstaat heeft 4 kenmerken:
1. Legaliteitsbeginsel
2. Spreiding van de machten horizontaal; wetgevende macht, uitvoerende macht en
rechtsprekende macht
3. Onafhankelijke en onpartijdige rechter
4. Eerbiedigen van grondrechten
5. Vrije en geheime verkiezingen
Territoriaal of algemeen bestuur
Bestuur met een in principe onbeperkt takenpakket binnen het eigen territorium. Over bepaalde
gebieden. Lagere overheden. Gemeente of provincie
,Autonomie art. 124 Lid 1 Gw juncto art. 108 lid 1 Gw
Zelfstandig en op eigen initiatief regels vaststellen over
hun huishouding.
Medebewind
Provincies en gemeentes meewerken aan de regels die
al zijn geregeld of besloten zijn. de hogere wetgeving is
bevoegd om de uitvoering van hun regelingen op te
dragen aan het gemeentebestuur. Hogere regelgeving
uitvoeren.
Functioneel bestuur art. 134 Gw
Bestuur met een beperkt wettelijk vastgelegd
takenpakket. Waterschappen heeft een bepaalde
functie
Zelfstandige publiekrechtelijke rechtspersonen
aparte overheidsorganisaties
Organisaties die niet tot de overheid behoren, maar wel een overheidsgezag hebben. Bijvoorbeeld
CBR, APK-keuring en de Nederlandse Bank. Deze organisatie worden bij koninklijke besluit of in een
ministeriele regeling aangewezen.
bestuursorganen:
- A organen zijn bestuursorganen van rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld.
Gemeentes, de Staat, provincies, waterschappen
- B organen zijn een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed.
Privaatrechtelijke rechtspersonen zoals; garagehouders, banken, wetgevende macht. B-
organen zijn alleen een bestuursorganen wanneer zij gebruikmaken van hun
publiekrechtelijke bevoegdheden bij de hun toevertrouwde publiekelijke taak, en zijn dus
alleen dan gebonden aan deze bestuursrechtelijke regels.
Deconcentratie:
Het aanwijzen van de zogeheten ambten voor een bepaalde bestuurstaak, kunnen deze taken
op centraal niveau worden gespreid. Hun zijn ook verbonden aan de bestuursrechtelijke
regels.
Rechtsprekende en wetgevende macht zijn geen bestuursorganen.
De kernactiviteit van het openbaar bestuur is het nemen van besluiten.
Bij een gebonden bevoegdheid bestaat in beginsel geen beleidsvrijheid. Er is sprake van een
gebonden bevoegdheid als de wet, die bevoegdheid toekent om een besluit te nemen,
tevens aangeeft hoe een besluit in een bepaalde situatie moet luiden.
Discretionaire bevoegdheid
Als de wet het bestuursorgaan vrijheid geeft om onderscheid te maken. Het bestuursorgaan
moet wel zorgvuldig de belangen afwegen van degenen die door het besluit in hun belangen
worden getroffen.
, Besluiten van algemene strekking (bas)
Algemene regels die gelden in een bepaalde situatie
Avv
Beleidsregels art. 1:3 lid 4 awb
Eigen regels die een bestuursorgaan kan opstellen voor het gebruik van discretionaire
bevoegdheden. Heeft betrekking op afweging van belangen, de vaststelling van feiten
of de uitleg van wettelijke voorschriften.
Plannen
Bepaalde voornemens of ideeen om een bepaald doel te realiseren.
Overige besluiten van algemene strekking
Beschikking
Een besluit voor een individueel geval of concreet groep.
Beleidsovereenkomsten
Afspraken over bevoegdheden van bestuursorganen.
Preventieve handhaving
Gericht op het voorkomen van overtredingen en bestaat uit het geven van voorlichtingen of
een waarschuwing. En het toestaan of verbieden van activiteiten via vergunningsstelsels.
Repressieve handhaving
Gericht op het corrigeren van overtredingen
Verordeningen van de gemeente mogen volgens art 112 Gw niet in strijd zijn met hogere,
dus landelijke of provinciale wettelijke voorschriften.
Attributie: art 1:3 lid 1 Awb
Bij attributie van beschikkingsbevoegdheid kent de wet aan een bestuursorgaan de bevoegdheid toe
om over een bepaald onderwerp beschikkingen te geven.
Bij toekenning noemt de wet twee onderwerpen:
1. De naam van het bestuursorgaan dat de bevoegdheid mag uitoefenen
2. Omschrijving van de betreffende bevoegdheid
Delegatie art. 10:15 Awb:
Het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een
ander, die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent.
Het overdragende orgaan heet de delegans.
Het orgaan dat de bevoegdheid krijgt wordt de delegataris genoemd.
10:14 delegatieverbod, het mag niet worden toegekend aan ondergeschikten
Mandaat art. 10:1 Awb:
