Bijzondere weefselleer 2023 Terra
Practica 1 Integument Practica6 Nierurinewegen Mannvoortplantingsstelsel
D - Dermis (Ezelsbruggetje) F - Filteren (Ezelsbruggetje)
D2: Huid F1: Nier
D4: Licht behaarde huid F2: Ureter
D10: Nagel F3: Blaas
D11: Hoef G1: Testis
L1: Sinusharen
Practica7 Mannelijk voortplantingsstelsel
Practica 2 Ademhalingsstelsel G - Geslacht (Ezelsbruggetje)
L - lucht (Ezelsbruggetje) G2: Ductulli efferentes
L1: Septum G3: Epididymidis
L2: Trachea G4: Ductus deferens
L3: Long G5: Zaadblaasjes/ vesicula seminalis
L4: Larynx G6: Prostaat
L5: Farynx G7: Penis
G8: Glandula bulbourethralis
Practica 3 mondholte Practica8 vrouwelijk voortplantingsstelsel
E - Eten (Ezelsbruggetje) H - Haar (Ezelsbruggetje)
E1: Lip H1: Ovarium
E4: Tand H3: Oviduct
E5: Tong H4: Uterus
E7: Glandula submandibulares
J2: Tonsil
practica
gvrouwelijk
H - Haar (Ezelsbruggetje)
voortplantingsstelsel
Practica 4 Spijsverteringsstelsel I H5: Uterus (Secretiefase)
H7/2: Placenta
E - Eten (Ezelsbruggetje) H7/3: Placentoom
E8: Oesophagus H8: Vagina
E9: Overgang oesophagus - Cardia
E10: Fundus
E10/6: Netmaag
E10/19: Boekmaag
Practica10 Endocrieneklieren
K - Klieren (Ezelsbruggetje)
E11: Pylorus
K1: Bijnier
E12: Jejunum
K2: Thyroid
E14: Ileum
K3: Parathyroid
K5: Hypofyse
practica 5 spijsverteringsstelsel
E - Eten (Ezelsbruggetje)
E15: Colon
practica 11 Zintuigen
N - waarNemen (Zintuigen)
E16/10: Caecum N2: Oog
E16/8: Appendix N3: Retina
E17: Overgang rectum - anus N5: Coclea (Oor)
E18: Lever D14: Cornea (Oog)
E19: Galblaas
E20: Pancreas
Integument
Bindweefsel
-
Spierweefsel Alle afbeeldingen in deze samenvatting komen van prof. Timmermans en prof. Brouns, op
Uantwerpen Blackboard, Bijzondere weefselleer van de Huisdieren
, Practica 6 Nier en urinewegen mannelijk voortplantingsstelsel 1
F1 44 Nier Konijn
Algemeen Een konijn heeft en unipiramidale nier, de mens heeft een
multipiramidale nier. Er is een schors en een merg
pied gedeelte. Deze zijn te onderscheiden door de aanwezigheid
van nierlichaampjes. Deze vormen de functionele eenheid
van de nier. De aanwezigheid van de nierlichaampjes is zeer
kenmerkend aan het schors gedeelte.
Een andere manier om onderscheid te maken is op basis
van kleur. De schors is donkerder dan het merg.
Schors Merg
Schors
Nierkapsel: dicht collageen bindweefsel
Nierlichaampje
Ingezo
omd
vergroot A
B
magensa
Centrale deel is opgebouwd uit capillairen. Het is een vaatcluen die de glomerulus heet. De witte openingen zijn
daarsneden doorheen capillairen. Af en toe een endotheelcel terug te vinden. Het nierlichaampje zal bloed gaan filteren
tot primaire urine. Via de vas afferens wordt bloed naar het nierlichaampje vervoert. De vas efferens zal het bloed weer
gaan afvoeren.
Deze twee bloedvaatjes komen toe aan de vasculaire pool van het nierlichaampje. Deze is te herkennen aan de macula
densa. Waar de distale tubulli een verdikking vertoont aan de kant van het nierlichaampje, zit de macula densa. Dit is een
sensororgaantje.
Ook zit hier het kapsel van Bowman. Dit ligt rondom de vaatcluen. Dit bestaat uit het pariëtaal blad (A) en het
visceraalblad (B). Het pariëtaal blad bestaat uit plaveiselcellen. Het visceraalblad bestaat uit podocyten. De witte ruimte
tussen deze twee bladen noemen we de ruimte van Bowman.
Het bindweefsel tussen de vaatcluen is het mesanchium, het mesanchium bevat twee soorten cellen. Enerzijds de
intraglomerulaire mesanchiumcellen (terug te vinden in de bloedvatcluen), anderzijds zijn de extraglomerulaire
mesanchiumcellen (terug te vinden tegen de macula densa aan).
Het primaire bloed dat we krijgen na de filtratie zal in een netwerk van buisjes worden gestuurd waarna we aan het einde
tot urine zullen bekomen. Per dag wordt er 180L bloed door het nierlichaampje gefilterd. Heel het filtersysteem zal er voor
zorgen dat water en ionen terug worden geabsorbeerd.
Practica 1 Integument Practica6 Nierurinewegen Mannvoortplantingsstelsel
D - Dermis (Ezelsbruggetje) F - Filteren (Ezelsbruggetje)
D2: Huid F1: Nier
D4: Licht behaarde huid F2: Ureter
D10: Nagel F3: Blaas
D11: Hoef G1: Testis
L1: Sinusharen
Practica7 Mannelijk voortplantingsstelsel
Practica 2 Ademhalingsstelsel G - Geslacht (Ezelsbruggetje)
L - lucht (Ezelsbruggetje) G2: Ductulli efferentes
L1: Septum G3: Epididymidis
L2: Trachea G4: Ductus deferens
L3: Long G5: Zaadblaasjes/ vesicula seminalis
L4: Larynx G6: Prostaat
L5: Farynx G7: Penis
G8: Glandula bulbourethralis
Practica 3 mondholte Practica8 vrouwelijk voortplantingsstelsel
E - Eten (Ezelsbruggetje) H - Haar (Ezelsbruggetje)
E1: Lip H1: Ovarium
E4: Tand H3: Oviduct
E5: Tong H4: Uterus
E7: Glandula submandibulares
J2: Tonsil
practica
gvrouwelijk
H - Haar (Ezelsbruggetje)
voortplantingsstelsel
Practica 4 Spijsverteringsstelsel I H5: Uterus (Secretiefase)
H7/2: Placenta
E - Eten (Ezelsbruggetje) H7/3: Placentoom
E8: Oesophagus H8: Vagina
E9: Overgang oesophagus - Cardia
E10: Fundus
E10/6: Netmaag
E10/19: Boekmaag
Practica10 Endocrieneklieren
K - Klieren (Ezelsbruggetje)
E11: Pylorus
K1: Bijnier
E12: Jejunum
K2: Thyroid
E14: Ileum
K3: Parathyroid
K5: Hypofyse
practica 5 spijsverteringsstelsel
E - Eten (Ezelsbruggetje)
E15: Colon
practica 11 Zintuigen
N - waarNemen (Zintuigen)
E16/10: Caecum N2: Oog
E16/8: Appendix N3: Retina
E17: Overgang rectum - anus N5: Coclea (Oor)
E18: Lever D14: Cornea (Oog)
E19: Galblaas
E20: Pancreas
Integument
Bindweefsel
-
Spierweefsel Alle afbeeldingen in deze samenvatting komen van prof. Timmermans en prof. Brouns, op
Uantwerpen Blackboard, Bijzondere weefselleer van de Huisdieren
, Practica 6 Nier en urinewegen mannelijk voortplantingsstelsel 1
F1 44 Nier Konijn
Algemeen Een konijn heeft en unipiramidale nier, de mens heeft een
multipiramidale nier. Er is een schors en een merg
pied gedeelte. Deze zijn te onderscheiden door de aanwezigheid
van nierlichaampjes. Deze vormen de functionele eenheid
van de nier. De aanwezigheid van de nierlichaampjes is zeer
kenmerkend aan het schors gedeelte.
Een andere manier om onderscheid te maken is op basis
van kleur. De schors is donkerder dan het merg.
Schors Merg
Schors
Nierkapsel: dicht collageen bindweefsel
Nierlichaampje
Ingezo
omd
vergroot A
B
magensa
Centrale deel is opgebouwd uit capillairen. Het is een vaatcluen die de glomerulus heet. De witte openingen zijn
daarsneden doorheen capillairen. Af en toe een endotheelcel terug te vinden. Het nierlichaampje zal bloed gaan filteren
tot primaire urine. Via de vas afferens wordt bloed naar het nierlichaampje vervoert. De vas efferens zal het bloed weer
gaan afvoeren.
Deze twee bloedvaatjes komen toe aan de vasculaire pool van het nierlichaampje. Deze is te herkennen aan de macula
densa. Waar de distale tubulli een verdikking vertoont aan de kant van het nierlichaampje, zit de macula densa. Dit is een
sensororgaantje.
Ook zit hier het kapsel van Bowman. Dit ligt rondom de vaatcluen. Dit bestaat uit het pariëtaal blad (A) en het
visceraalblad (B). Het pariëtaal blad bestaat uit plaveiselcellen. Het visceraalblad bestaat uit podocyten. De witte ruimte
tussen deze twee bladen noemen we de ruimte van Bowman.
Het bindweefsel tussen de vaatcluen is het mesanchium, het mesanchium bevat twee soorten cellen. Enerzijds de
intraglomerulaire mesanchiumcellen (terug te vinden in de bloedvatcluen), anderzijds zijn de extraglomerulaire
mesanchiumcellen (terug te vinden tegen de macula densa aan).
Het primaire bloed dat we krijgen na de filtratie zal in een netwerk van buisjes worden gestuurd waarna we aan het einde
tot urine zullen bekomen. Per dag wordt er 180L bloed door het nierlichaampje gefilterd. Heel het filtersysteem zal er voor
zorgen dat water en ionen terug worden geabsorbeerd.
