De Geo Aardrijkskunde Basisboek samenvatting

B1
 Waar ben je met aardrijkskunde bezig?
de kenmerken van een gebied te onderzoeken en te vergelijken met die van andere
gebieden

B2
 wat is een gebied of regio?
Dat is een stuk van het aardoppervlak een gebied noem je ook wel een landschap
 wat is een natuurlandschap?
Dat is een landschap gemaakt door de natuur
 wat is dan een ingericht landschap?
Dat is een landschap ingericht/veranderd is door mensen
 wat zijn natuurlijke elementen?
Elementen die in een natuurlandschap staan zoals rivieren bergen enz.
 wat zijn inrichtingselementen?
Elementen die in een ingericht landschap staan zoals wegen, gebouwen, akkers enz.

B3
 wat is de belangrijkste vraag als je een gebied beschrijft?
Wat is daar?
 Wat is de belangrijkste vraag als je de elementen in een gebied gaat verklaren?
Waarom is dat daar?
 Wat betekend verklaren?
Dat betekent dat je gaat uitleggen hoe iets komt. Je legt een verband tussen twee of
meer dingen. Zo kan er bijvoorbeeld in een gebied een verband zijn tussen
plantengroei, temperatuur en neerslag
 Wat is een factor?
Iets wat invloed heeft op iets anders. Bijvoorbeeld: temperatuur en neerslag zijn twee
factoren die het natuurlandschap verklaren

B4
 Factoren kun je indelen in 2 groepen welke 2?
1 natuurlijke factoren, als je bijvoorbeeld wilt verklaren hoe het komt dat Japan veel
last heeft van aardbevingen moet je de verklaring zoeken bij de natuur
2 menselijke factoren, als je bijvoorbeeld wilt verklaren waarom een stad meer
voorzieningen heeft dan een dorp moet je de verklaring zoeken bij de mensen

B5
 Menselijke factoren kun je onderverdelen in 4 groepen welke?

1

, - Economische factoren gaan over de manier waarop mensen geld verdienen (er
wordt hier gekeken na bestaansmiddelen)
- Culturele factoren hebben te maken met de taal, godsdienst, geschiedenis en
gewoonten van een groep.
- Demografische factoren gaan over de omvang en samenstelling van de bevolking
- Bij politieke factoren zijn wetten en regels van belang. Ze hebben invloed op de
inrichting van een gebied.

B6
 Wat doe je bij aardrijkskunde?
Je beschrijft een bepaald gebied
 aardrijkskundige onderwerpen van een gebied kun je in 3 groepen verdelen welke?
1 topografie 2 natuurlijke verschijnselen 3 menselijke verschijnselen

B7
 Wat is een schaalniveau?
Dat is de grootte van een schaal
 Wat is de hoogste schaalniveau?
Dat is de wereld je werkt dan grootschalig
 Waarmee werk je als je het hebt over het laagste schaalniveau van bijvoorbeeld je
eigen woonbuurt?
Je werkt dan kleinschalig
 Je kunt 5 schaalniveaus onderscheiden. Je kunt het antwoord op deze vraag vinden in
figuur 1.7 op blz. 14 van BB boek

B8
 Het verschil in schaal is belangrijk om 3 redenen als de schaal anders is, doe je
namelijk 3 dingen anders welke dingen?
je beschrijft anders, je verklaart anders en je waardeert anders
 Waar kijk je naar als je een groot gebied beschrijft en waar kijk je naar bij een klein
gebied?
Bij een groot gebied beschrijft kijk je alleen naar de grote lijnen en als je een klein
gebied beschrijft kijk je naar de kleine dingen (de details)
 Wat beschrijf je bijvoorbeeld bij de bevolkingsdichtheid van Europa?
West-Europa is dichtbevolkt, Noord-Europa is dunbevolkt. Nederland ligt in West-
Europa en is dus dichtbevolkt.
 En wat beschrijf je dan bijvoorbeeld bij een kleinschaliger gebied zoals Nederland?
West-Nederland is dichtbevolkt, Noord-Nederland is dunbevolkt

B9

2

,  Niet belangrijk

B10
 Er zijn 5 soorten vragen bij aardrijkskunde welke zijn dat?
1 Beschrijvende vragen bijvoorbeeld: wat is een tropisch regenwoud? Waar liggen ze?
2 verklarende vragen bijvoorbeeld: waarom liggen ze daar ?
3 waarderende vragen bijvoorbeeld: wat vinden de mensen ervan? Willen ze de
bossenbehouden of willen ze de bossen kapen voor houtwinning of iets anders?
4 voorspellende vragen zoals: zullen er over 50 jaar nog tropische regenwouden zijn?
5 probleemoplossende vragen zoals: welke oplossingen zijn er om de achteruitgang
van het tropisch regenwoud te stoppen?

B11
 wat betekend waarderen en wanneer doe je het?
eerst beschrijf je iets, dan verklaar je het en ten slotte waardeer je. Waarderen
betekent dat je je mening geeft over een aardrijkskunde probleem.
 Zo’n probleem pak je aan met een stappenplan uit welke 4 stappen dit plan?
Met dit stappenplan ga je zelf een oordeel vormen je stelt hiervoor 4 vragen:
- Wat is het probleem
- Wie zijn erbij betrokken
- Wat is hun mening over het probleem
- Wat is jou mening

B12
 Niet belangrijk

B13
 Waar gaat het bij aardrijkskunde om?
Het beschrijven, verklaren en waarderen van gebieden of regio’s
 Wat zijn regio’s?
dat zijn bepaalde gebieden
 Wat wordt er gemaakt om een luchtfoto beter leesbaar te maken?
Een kaart en dat is een tekening van een stuk van het aardoppervlak
 Wat staat er zo ie zo op een goede kaart?
De titel, de legenda en de schaal, soms staat er ook een windroos op
 Wat zegt de titel van de kaart meestal?
Een titel zegt meestal welk gebied er staat afgebeeld. Soms staat er ook nog bij wat
voor soort kaart het is
 Wat zijn kaartsymbolen?


3

, Om een kaart beter leesbaar te maken worden kleuren, arceringen en tekens gebruikt
dat zijn kaartsymbolen
 waar staat die verklaring van de kleuren en kaartsymbolen?
In een legenda die staat meestal naast of onder de kaart
 wat is een schaal?
De schaal is de verhouding tussen een afstand op de kaart en diezelfde afstand in
werkelijkheid. Bijvoorbeeld je hebt een kaart waarbij 1 cm op je liniaal in het echt 100
meter is dan is de schaal 1:100. Je kan de schaal zo aangeven 1:100 maar je kan het
ook doen met een schaalstokje

B14
 wat zijn twee aardrijkskundige verschijnselen waar een kaart over kan gaan?
1 bevolkingsdichtheid 2 reliëf (verschil in hoogte)
 over die soorten kaarten kan je verschillende soorten vragen stellen zoals?
- Bij de 1ste soort hoef je alleen goed kunnen kaartlezen. Bijvoorbeeld hoe hoog ligt
het noorden van Zwitserland of hoe hoog is de bevolkingsdichtheid daar? De
antwoorden kun je meestal vinden met hulp van de legenda
- bij de 2de soort ga je gegevens op de kaart ordenen. Je verdeelt een gebied in twee
of meerdere delen, de deelgebieden. BV het noorden van Zwitserland is
dichtbevolkt. De hoogste bergen liggen in het zuiden (dus de meeste mensen
willen niet in het bergebied wonen)
- bij de 3de soort vragen vergelijk je twee (of meer) kaarten met elkaar. Als je
bijvoorbeeld een kaart van bevolkingsdichtheid met kaart van een reliëf vergelijkt,
kan je zien dat op plaatsen met bergen minder mensen wonen dan op plekken
zonder bergen
 wat doe je als je een kaart gaat ordenen of vergelijken?
Dan ben je bezig met het analyseren van kaarten (analyse= uiteenleggen)
 wat doe je nog bij het 4de soort vragen?
Bij de 4de soort vragen zoek je naar een verklaring. Je zoekt uit of het gevonden
verband toevallig is, of dat er meer achter zit, als je bijvoorbeeld een
bevolkingsdichtheid kaart hebt en een reliëf en je ziet dat er in de bergebieden niet
zoveel mensen wonen zoek je een verklaring, een verklaring kan zijn: de bergen zijn
hoog en te koud voor bewoning

B15
 waar staat GIS en wat is het?
Geografisch informatie Systeem. Een computersysteem dat informatie over een
bepaalde locatie kan opslaan, onderzoeken en in beeld bregen.

B16


4