Methodologie 2 Week 1
Hoofdstuk 1
Psychologen zijn empiristen die systematische observaties gebruiken om
conclusies te trekken over gedrag, emotie en cognitie
Onderzoek producenten produceren onderzoek en nieuwe data
Onderzoek consumenten gebruiken de info voor toepassing in verschillende loopbanen
- Voor bijvoorbeeld evidence-based behandeling uitvoeren als psycholoog
Empirisch: toegepast onderzoek over problemen in de praktijk en fundamenteel onderzoek bijdragen aan
de algemene kennis.
- Rigoureus en onafhankelijk verifieerbaar voor andere wetenschappers
Theory-data cycle is het proces van verzamelen van theorieën om te testen, wijzigen of verwerken.
Goede wetenschappelijke theorieën:
- Ondersteund door verscheidenheid aan bewijs en data
- Falsifieerbaar
- Hebben parsimoniteit (eenvoudig, goed te verklaren)
- Bewijzen niet!
Toegepast onderzoek voor behandelen van praktische problemen uit de praktijk (bv. Effectiviteit van
behandeling over depressie in steekproef van scholieren)
Basis onderzoek is gericht op vergroten van algemene kennis (bv. Capaciteit van menselijk geheugen)
Transnationale onderzoek brug van fundamenteel naar toegepast onderzoek. Gebruik van resultaten
fundamenteel onderzoek om interventies/ behandelingen te ontwikkelen en te testen. (onderzoek
celmembranen vertalen in een nieuw medicijn voor aandoening).
Publicatieproces is een artikel schrijven om resultaten voor te leggen aan wetenschappelijke tijdschriften.
De publicaties worden peer-reviewed door vier deskundigen en daarna gepubliceerd.
Hoofdstuk 2
Onderzoeker vs. je ervaring
- Ervaring heeft geen vergelijkingsgroep
- Ervaring is een confounder, niet zeker zijn over de oorzaak van specifieke verandering, omdat veel
tegelijk gebeurt in het dagelijks leven. Alle alternatieve verklaringen voor een uitkomst = confounder
- Onderzoek is beter dan ervaring, door gecontroleerde studie met omgeving die je kan controleren en
observeren.
Onderzoek met conclusies om te verklaren of uitkomsten te kunnen voorspellen o.b.v. waarschijnlijkheid
Onderzoeker vs. je intuïtie
Kan leiden tot bevooroordeelde beslissingen en fouten:
- Accepteren van conclusie doordat het zinvol is of natuurlijk aanvoelt
- Overtuigd door beschikbaarheidsheuristiek, wat makkelijk in je opkomt
- Aanwezige/afwezige bias, niet overwegen van wat we niet kunnen zien (passende
vergelijkingsgroepen)
- Bevestigingsbias, focussen op bewijst dat ons het meeste aanspreekt
- blinde vlek hebben en neiging te geloven dat we minder bevooroordeeld zijn dan anderen.
Tijdschriftartikelen
, - empirische brengen voor het eerst verslag uit van de resultaten van een onderzoek
- review-tijdschriftartikelen met samenvatting van alle gepubliceerde studies in één
onderzoeksgebied
- meta-analyse met kwantitatieve techniek resultaten van vele studies combineren en de grootte van
het effect weergeven.
Lezen van onderzoek:
- abstract: samenvatting van artikel, hypothese, methode en bevindingen in het kort
- inleiding: kort onderwerp, achtergrond en theorie uitleggen, ook relevantie en eerdere studies
- methode: deelnemers, materialen, procedures, apparatuur
- resultaten kwantitatieve/ kwalitatieve resultaten
- discussie onderzoeksvraag en methoden samenvatten en relateren aan belangrijkste resultaten van
het onderzoek.
- Referenties
Week 2
Hoofdstuk 3 drie claims en vier validiteiten voor consumenten
Variabele is iets dat varieert, moet minstens twee niveaus/ waarden hebben. Constante neemt in een
onderzoek één niveau aan.
- 15% van Amerikanen rookt roken is variabele (wel of niet) en nationaliteit is gelijk, dus een
constante
Gemeten variabele varieert, maar kan niet worden aangepast door onderzoeker IQ, geslacht, lengte.
Gemanipuleerde variabele wordt gecontroleerd door de onderzoeker door bv. toewijzen van deelnemers
aan verschillende groepen die andere medicijnen krijgen.
Conceptuele variabelen zijn abstracte concepten die niet zichtbaar zijn (construct) zoals intelligentie.
Theoretische niveaus zijn conceptuele definities en moeten zorgvuldig worden gedefinieerd.
Operationele definities/ variabelen is als abstract concept om wordt gezet in een variabele die te meten of
te manipuleren is. (IQ test is dan operationele definitie).
claim is argument die iemand probeert te maken.
Frequentieclaim is hoe vaak een variabele voorkomt
Associatieclaim is relatie tussen ten minste twee variabelen. De geassocieerde variabelen kunnen
correleren of covariaat zijn.
Associatie weergeven in een scatterplot; elk punt op de grafiek zal, gemeten op twee variabelen, één
deelnemer/ observatie in de studie vertegenwoordigen.
- Positief, negatief en nulverband
gebruikt om wiskundige voorspellingen te doen.
Causale claims de ene variabele is verantwoordelijk voor verandering in de andere variabele
Criteria voor causaliteit
- Vastellen dat de twee variabelen correleren (kan niet nul relatie zijn)
- Aantonen dat de causale variabele eerst kwam en daarna de uitkomstvariabele
- Geen andere verklaring voor de relatie. Uitsluiten confounders.
Uitdiepen van de drie claims m.b.v. vier validiteiten
- Construct validiteit: hoe goed vairabelen in een studie worden gemeten/ gemanipuleerd. Meet je
wat je echt wil meten?
Hoofdstuk 1
Psychologen zijn empiristen die systematische observaties gebruiken om
conclusies te trekken over gedrag, emotie en cognitie
Onderzoek producenten produceren onderzoek en nieuwe data
Onderzoek consumenten gebruiken de info voor toepassing in verschillende loopbanen
- Voor bijvoorbeeld evidence-based behandeling uitvoeren als psycholoog
Empirisch: toegepast onderzoek over problemen in de praktijk en fundamenteel onderzoek bijdragen aan
de algemene kennis.
- Rigoureus en onafhankelijk verifieerbaar voor andere wetenschappers
Theory-data cycle is het proces van verzamelen van theorieën om te testen, wijzigen of verwerken.
Goede wetenschappelijke theorieën:
- Ondersteund door verscheidenheid aan bewijs en data
- Falsifieerbaar
- Hebben parsimoniteit (eenvoudig, goed te verklaren)
- Bewijzen niet!
Toegepast onderzoek voor behandelen van praktische problemen uit de praktijk (bv. Effectiviteit van
behandeling over depressie in steekproef van scholieren)
Basis onderzoek is gericht op vergroten van algemene kennis (bv. Capaciteit van menselijk geheugen)
Transnationale onderzoek brug van fundamenteel naar toegepast onderzoek. Gebruik van resultaten
fundamenteel onderzoek om interventies/ behandelingen te ontwikkelen en te testen. (onderzoek
celmembranen vertalen in een nieuw medicijn voor aandoening).
Publicatieproces is een artikel schrijven om resultaten voor te leggen aan wetenschappelijke tijdschriften.
De publicaties worden peer-reviewed door vier deskundigen en daarna gepubliceerd.
Hoofdstuk 2
Onderzoeker vs. je ervaring
- Ervaring heeft geen vergelijkingsgroep
- Ervaring is een confounder, niet zeker zijn over de oorzaak van specifieke verandering, omdat veel
tegelijk gebeurt in het dagelijks leven. Alle alternatieve verklaringen voor een uitkomst = confounder
- Onderzoek is beter dan ervaring, door gecontroleerde studie met omgeving die je kan controleren en
observeren.
Onderzoek met conclusies om te verklaren of uitkomsten te kunnen voorspellen o.b.v. waarschijnlijkheid
Onderzoeker vs. je intuïtie
Kan leiden tot bevooroordeelde beslissingen en fouten:
- Accepteren van conclusie doordat het zinvol is of natuurlijk aanvoelt
- Overtuigd door beschikbaarheidsheuristiek, wat makkelijk in je opkomt
- Aanwezige/afwezige bias, niet overwegen van wat we niet kunnen zien (passende
vergelijkingsgroepen)
- Bevestigingsbias, focussen op bewijst dat ons het meeste aanspreekt
- blinde vlek hebben en neiging te geloven dat we minder bevooroordeeld zijn dan anderen.
Tijdschriftartikelen
, - empirische brengen voor het eerst verslag uit van de resultaten van een onderzoek
- review-tijdschriftartikelen met samenvatting van alle gepubliceerde studies in één
onderzoeksgebied
- meta-analyse met kwantitatieve techniek resultaten van vele studies combineren en de grootte van
het effect weergeven.
Lezen van onderzoek:
- abstract: samenvatting van artikel, hypothese, methode en bevindingen in het kort
- inleiding: kort onderwerp, achtergrond en theorie uitleggen, ook relevantie en eerdere studies
- methode: deelnemers, materialen, procedures, apparatuur
- resultaten kwantitatieve/ kwalitatieve resultaten
- discussie onderzoeksvraag en methoden samenvatten en relateren aan belangrijkste resultaten van
het onderzoek.
- Referenties
Week 2
Hoofdstuk 3 drie claims en vier validiteiten voor consumenten
Variabele is iets dat varieert, moet minstens twee niveaus/ waarden hebben. Constante neemt in een
onderzoek één niveau aan.
- 15% van Amerikanen rookt roken is variabele (wel of niet) en nationaliteit is gelijk, dus een
constante
Gemeten variabele varieert, maar kan niet worden aangepast door onderzoeker IQ, geslacht, lengte.
Gemanipuleerde variabele wordt gecontroleerd door de onderzoeker door bv. toewijzen van deelnemers
aan verschillende groepen die andere medicijnen krijgen.
Conceptuele variabelen zijn abstracte concepten die niet zichtbaar zijn (construct) zoals intelligentie.
Theoretische niveaus zijn conceptuele definities en moeten zorgvuldig worden gedefinieerd.
Operationele definities/ variabelen is als abstract concept om wordt gezet in een variabele die te meten of
te manipuleren is. (IQ test is dan operationele definitie).
claim is argument die iemand probeert te maken.
Frequentieclaim is hoe vaak een variabele voorkomt
Associatieclaim is relatie tussen ten minste twee variabelen. De geassocieerde variabelen kunnen
correleren of covariaat zijn.
Associatie weergeven in een scatterplot; elk punt op de grafiek zal, gemeten op twee variabelen, één
deelnemer/ observatie in de studie vertegenwoordigen.
- Positief, negatief en nulverband
gebruikt om wiskundige voorspellingen te doen.
Causale claims de ene variabele is verantwoordelijk voor verandering in de andere variabele
Criteria voor causaliteit
- Vastellen dat de twee variabelen correleren (kan niet nul relatie zijn)
- Aantonen dat de causale variabele eerst kwam en daarna de uitkomstvariabele
- Geen andere verklaring voor de relatie. Uitsluiten confounders.
Uitdiepen van de drie claims m.b.v. vier validiteiten
- Construct validiteit: hoe goed vairabelen in een studie worden gemeten/ gemanipuleerd. Meet je
wat je echt wil meten?
