Orthodontische behandeling:
- In het algemeen geldt, verbeten van de kwaliteit van leven vd patiënt middels
aanpassing in functie vh tand-kaakstelsel en esthetiek.
- Goede diagnostiek in noodzakelijk: gebruik maken van gipsmodellen, cephalometrische
röntgenfoto, OPT en klinische analyse van weke delen.
Gipsmodellen worden om het volgende gebruikt:
- dentale anatomie bepalen
- occlusale contacten bepalen
- om ruimte-analyse te doen (TSD/ALD)
- boogvorm
- curve van Spee
- occlusie evalueren adhv articulator
- progressie van behandeling bepalen
- anomalieën te detecteren
- registratie tbv onderzoek
gipsmodellen moeten aan de volgende eisen voldoen:
- Geen luchtbellen in palatum en omslagplooi
- Elementen scherp afgedrukt
- Hoge omslagplooi
- Achterste molaren geheel in afdruk
- Juiste beslijping
Controleer vervolgens het:
- Tubervlak stabiel? (controle mbv wasbeet)
- mediaanvlak
- occlusievlak
scheef model kan namelijk erg misleidend zijn
Tubervlak: is raakvlak aan de achterste begrenzing van de meest dorsaal staande tuber
maxillare, loodrecht op het mediaanvlak en het occlusievlak.
Mediaanvlak: bepaald op het bovenmodel, door twee punten op de raphe mediana.
Voorste punt bevindt zich ter hoogte van de 2e rugae palatinae, achterste punt bevindt
zich op de raphe mediana ter hoogte van de fovea palatina. Het mediaanvlak staat
loodrecht op het occlusievlak.
Occlusievlak: Denkbeeldig vlak door de mesiobuccale knobbelpunten van de blijvende
eerste bovenmolaren en de buccale knobbelpunten vd eerste premolaren. Boven- en
ondervlak van een gebitsmodel worden evenwijdig aan dit vlak afgewerkt.
, 2 modelanalyse
2.1 Boven en ondermodel afzonderlijk van elkaar geanalyseerd
- Eerst bovenmodel analyseren,
- daarna ondermodel.
- Vervolgens beoordeling in occlusie
- Mesio-distale afmetingen meten en noteren, deze geven de ruimte weer die
benodigd is voor het element.
2.1.1.
Gebitselemten wordt afzonderlijk bepaald:
- mate v doorbraak
- afwijkende vorm
- aantasting/verlies tandmateriaal
- restauratieve toestand
- breedte
- overige (bv tandsteen)
2.1.2.
Gebitsontwikkeling. Dat wat aan bod komt:
- ontwikkelingsfase
melkgebit, 1e wisselfase, intertransitionele periode, 2e wisselfase, blijvend gebit
- eruptie en doorbraak
doorbraak in bk: 4,5,3 en ok: 3,4,5. Geef aan, afwijkende periode, abnormale richting,
ectopische eruptie, asymm, persisterende melkementen, gestoorde eruptie,
- prematuur verlies
indien om wat voor een reden dan ook een melkelement lang blijft zitten (vanwege bv
agenesieën) wordt het als blijvend element beschouwd.
2.2. ALD en TSD analyses
Blijvende dentitie
2.2.1. ALD
Niet op elkaar afgestemd zijn van de beschikbare benodigde booglengte (is meest
voorkomend ). De elementen breedte wordt vergeleken met de breedte van de segmenten
(algemene vorm, bovenrand van het tandvlees boven het element.) Een positief getal
geeft de mate van spacing aan. Een negatief getale geeft mate van ruimtegebrek aan.
Mixed Dentition Analysis:
Indien blijvende hoektanden en/of premolaren nog niet zijn doorgebroken kan een
schatting worden gemaakt van de benodigde ruimte. Het gaat hier om de ruimte tussen
het distale vlak van de 2e incisief en het mesiale vlak van de 1e blijvende molaar. Ook wel
Leeway-space genoemd: De mesiodistale kroonafmeting van deze vier blijvende
elementen.