ormering:
N
- 55-60 punten: 10
- 50-54 punten: 9
- 45-49 punten: 8
- 40-44 punten: 7
- 35-39 punten: 6
- 30-34 punten: 5
- 25-29 punten: 4
- <25 punten: onvoldoende
Meerkeuzevragen (20 vragen, 20 punten totaal)
1. Wat is het doel van de oriëntatiefase in het vierfasenmodel?
a) Het veiligstellen van sporen
b) Het opstellen van hypothesen
c) Het analyseren van de sporen
d) Het rapporteren van de bevindingen
2. Welke test wordt gebruikt om bloedsporen specifiek te identificeren als humaan?
a) Tetrabase test
b) Hexagon OBTI test
c) RSID blood test
d) Luminol
3. Wat is een voorbeeld van een primaire plaats delict?
a) De locatie waar gestolen goederen worden aangetroffen
b) De plek waar het misdrijf daadwerkelijk plaatsvond
c) De locatie van een getuige
d) Het forensisch laboratorium
. Welke lichtmethode is het meest geschikt voor het fotograferen van een latente
4
voetafdruk?
a) UV-licht
b) Scheerlicht
c) Infrarood licht
d) Flitslicht
5. Bij de analyse van vingersporen, welke details worden bestudeerd op niveau 1?
a) De ligging van poriën
b) De breedte van papillairlijnen
c) Basispatronen zoals bogen en lussen
d) Dactyloscopische punten
6. Wat betekent de term "contaminatie" in forensisch onderzoek?
a) Het verdwijnen van een spoor
b) Het vermengen van sporen door menselijk handelen
, ) Het correct verpakken van bewijsmateriaal
c
d) Het vaststellen van de identiteit van een dader
7. Wat is een nadeel van een hoge ISO-waarde bij fotografie?
a) Te korte sluitertijd
b) Verhoogde scherpte
c) Meer ruis in de foto
d) Onderbelichting
. Welke stappen volg je om een schoenspoor op een zanderige ondergrond veilig te
8
stellen?
a) Gipsvorming en fotografie
b) Vernevelen met water en vervolgens liften met folie
c) Alleen fotograferen
d) Gebruik van dactyloscopisch poeder
9. Wat is de beste aanpak om een nat forensisch spoor te bewaren?
a) Direct verpakken in een luchtdichte plastic zak
b) Verpakken in een BeB na luchtig drogen
c) Nat laten en direct naar het laboratorium sturen
d) Bewaren in een vriezer
10. Wanneer wordt een sporenonderzoek geverifieerd (ACE-V-methode)?
a) Tijdens de eerste fase van onderzoek
b) Na de oriëntatiefase
c) Wanneer een tweede onderzoeker de resultaten onafhankelijk bekijkt
d) Zodra de sporen in het lab aankomen
11. Wat betekent "individualisatie" in forensisch onderzoek?
a) Groeperen van vergelijkbare sporen
b) Het spoor toewijzen aan één specifieke bron
c) Het classificeren van verschillende soorten sporen
d) Het elimineren van onbruikbare sporen
12. Bij bloedspoorpatroonanalyse, wat is een passief bloedpatroon?
a) Een bloedspoor veroorzaakt door impact
b) Een bloedspoor dat ontstaat door zwaartekracht
c) Een bloedspoor veroorzaakt door een bloedprojectie
d) Een bloedspoor dat is gecreëerd door beweging van een object
13. Wat is de rol van een referentie bij een sporenonderzoek?
a) Een mogelijke oorzaak van een misdrijf
b) Een vergelijkingsmateriaal voor analyse
c) Een manier om een sporenonderzoek te versnellen
d) Het eindresultaat van een forensisch onderzoek