H4 TRILLINGEN
4.1 eigenschappen van trillingen
wat moet een trilling hebben?
- Periodieke beweging: beweging die zich steeds herhaald
- Evenwichtsstand: bevind zich in het midden van de trilling
Voorbeelden:
1. Een aangeslagen stemvork
2. Slinger van een slingeruurwerk
3. Conus van de luidspreker
Eigenschappen van een trilling
Een trilling heeft 2 uiterste punten op die punten is de snelheid 0.
Als je door de evenwichtsstand gaat heb je de hoogste snelheid.
Uitwijking (u): de afstand van het voorwerp tot de evenwichtsstand in een trilling.
Amplitude (A): de maximale uitwijking. De uitwijking heeft aan de ene kant een +
teken en aan de andere kant een – teken.
Periode of trillingstijd (T in s) een volledige trilling van links naar rechts en weer
naar links.
Trilling en frequentie
Frequentie (f in Hz): aantal trillingen per seconde
Hoe groter de frequentie hoe kleiner de trillingstijd
T= trillingstijd in s
f= frequentie in Hz of s-1
4.2 trillingen in beeld
Het (u,t)-diagram van een trilling
De activiteit kan je in beeld brengen door een cardiogram. Een cardiogram maakt
eventuele onregelmatigheden zichtbaar. Op de y-as staat de uitwijking u en op
de x-as de tijd t.
De harmonische trilling
Harmonische trilling: een (u,t)-diagram die sinusvormig is. Ook wel sinusoïde.
Voorbeelden harmonische trilling:
- Slingerende schommel
- Op en neer bewegend voorwerp aan een veer
- Trillende stemvork
Voorbeelden niet-harmonische trilling:
- Kloppend hart
- Manier waarop de grond trilt bij een aardbeving
- Trilling van je stembanden als je spreekt of zingt
Bij Niet-harmonische trillingen zijn amplitude, evenwichtsstand en trillingstijd
soms moeilijk herkenbaar.
4.1 eigenschappen van trillingen
wat moet een trilling hebben?
- Periodieke beweging: beweging die zich steeds herhaald
- Evenwichtsstand: bevind zich in het midden van de trilling
Voorbeelden:
1. Een aangeslagen stemvork
2. Slinger van een slingeruurwerk
3. Conus van de luidspreker
Eigenschappen van een trilling
Een trilling heeft 2 uiterste punten op die punten is de snelheid 0.
Als je door de evenwichtsstand gaat heb je de hoogste snelheid.
Uitwijking (u): de afstand van het voorwerp tot de evenwichtsstand in een trilling.
Amplitude (A): de maximale uitwijking. De uitwijking heeft aan de ene kant een +
teken en aan de andere kant een – teken.
Periode of trillingstijd (T in s) een volledige trilling van links naar rechts en weer
naar links.
Trilling en frequentie
Frequentie (f in Hz): aantal trillingen per seconde
Hoe groter de frequentie hoe kleiner de trillingstijd
T= trillingstijd in s
f= frequentie in Hz of s-1
4.2 trillingen in beeld
Het (u,t)-diagram van een trilling
De activiteit kan je in beeld brengen door een cardiogram. Een cardiogram maakt
eventuele onregelmatigheden zichtbaar. Op de y-as staat de uitwijking u en op
de x-as de tijd t.
De harmonische trilling
Harmonische trilling: een (u,t)-diagram die sinusvormig is. Ook wel sinusoïde.
Voorbeelden harmonische trilling:
- Slingerende schommel
- Op en neer bewegend voorwerp aan een veer
- Trillende stemvork
Voorbeelden niet-harmonische trilling:
- Kloppend hart
- Manier waarop de grond trilt bij een aardbeving
- Trilling van je stembanden als je spreekt of zingt
Bij Niet-harmonische trillingen zijn amplitude, evenwichtsstand en trillingstijd
soms moeilijk herkenbaar.