T1H3: ontstaan en evolutie van het heelal
3.1 de evolutie van het heelal
Verklaring voor oorsprong van Big Bang of oerknaltheorie → ontwikkeld: Lemaître en
Hubble (2astronomen)
- Het huidig heelal ontstond ong. 13,8 miljard jaar geleden
- Ontstaan uit een minuscuul punt met hoge straling, temperatuur, druk, bevatte
alle materie die er bestaat = singulariteit
Het verleden
1. Door hoge druk en temperatuur in het puntje → gigantische explosie (=oerknal) →
daardoor maakte het heelal na oerknal een fase van exponentiele uitbreiding. Het
heelal zou tussen 1030 en 10100 keer zo groot zijn geworden
2. 380 000 jaar later ontstonden eerste atomen, licht(=microgolfachtergrondstraling)
3. Ons zonnestelsel ontstaal 9,2 miljard jaar na oerknal, ong. 4,6 miljard jaar geleden
3.2 mogelijke scenario’s over de toekomst van het heelal
4 scenario’s:
-krimpend = big crunch
→ uitdijing stopt op bepaald moment en keert om, begint te krimpen en komt terug
tot één punt, nieuwe singulariteit
-statisch
→ uitdijing is steeds langzamer, tot uiteindelijk constant
-lineair uitdijnend = big chill
→ uitdijing blijft op zelfde tempo verder gaan
-versneld uitdijend = big rip
→ het heelal valt uiteindelijk uiteen
3.1 de evolutie van het heelal
Verklaring voor oorsprong van Big Bang of oerknaltheorie → ontwikkeld: Lemaître en
Hubble (2astronomen)
- Het huidig heelal ontstond ong. 13,8 miljard jaar geleden
- Ontstaan uit een minuscuul punt met hoge straling, temperatuur, druk, bevatte
alle materie die er bestaat = singulariteit
Het verleden
1. Door hoge druk en temperatuur in het puntje → gigantische explosie (=oerknal) →
daardoor maakte het heelal na oerknal een fase van exponentiele uitbreiding. Het
heelal zou tussen 1030 en 10100 keer zo groot zijn geworden
2. 380 000 jaar later ontstonden eerste atomen, licht(=microgolfachtergrondstraling)
3. Ons zonnestelsel ontstaal 9,2 miljard jaar na oerknal, ong. 4,6 miljard jaar geleden
3.2 mogelijke scenario’s over de toekomst van het heelal
4 scenario’s:
-krimpend = big crunch
→ uitdijing stopt op bepaald moment en keert om, begint te krimpen en komt terug
tot één punt, nieuwe singulariteit
-statisch
→ uitdijing is steeds langzamer, tot uiteindelijk constant
-lineair uitdijnend = big chill
→ uitdijing blijft op zelfde tempo verder gaan
-versneld uitdijend = big rip
→ het heelal valt uiteindelijk uiteen