Kwaliteitsmanagement
Tentamen:
- Kennistoets in periode 3 en in periode 4
- Tentamenstof:
o Hoofdstuk 2 van het boek IKZ Integrale kwaliteitszorg en
verbetermanagement.
o Alle PowerPointpresentaties van de lessen en de lessen zelf.
o Uitgereikte en of opgegeven literatuur, artikelen en opdrachten.
OW 3.1 – Introductie kwaliteit:
- Leerdoel: Uitleggen waarom kwaliteit in een food productiebedrijf zo
belangrijk is
Waar plaats je de kwaliteitsafdeling:
- Kan in een organogram worden geplaatst onder productie
- Kan in een organogram worden geplaatst als stafafdeling
Wat is kwaliteit?
- Van grondstof naar eindproduct
- Voedselveiligheid
o Chemische, fysische en microbiologische gevaren
Chemisch gevaar: bijvoorbeeld rans worden van een product
Fysisch gevaar: iets in je eten, bijvoorbeeld muizenkeutels of
glas
Microbiologisch: bacteriën, schimmels
- Kwaliteit
o Bijvoorbeeld sensorische kwaliteit
- Voedselveiligheidssystemen
- Certificering
Kwaliteitsaspecten:
- Per persoon verschillend
- Ieder heeft er een eigen belang bij
- Alle belanghebbenden hebben een ander beeld van wat belangrijkheid is
bij kwaliteit
- 3 kernwoorden van kwaliteit
o Proces: bijvoorbeeld HACCP
o Systeem: bijvoorbeeld wetgeving, dit bepaalt wat een bedrijf moet
doen, zodat er geen onveilige of ziekmakende producten op de
markt komen
o Product: de veiligheid van het product
1
,Productkwaliteit:
- Bij de kwaliteit van het product is er aandacht voor:
o Productspecificaties
o Service
o Garantie en klachten
o Wensen en eisen klant
o Afnemers en gebruikers
- Productkwaliteit kan niet zonder proceskwaliteit
- Om een bepaalde productkwaliteit te bereiken moet de kwaliteit op
procesniveau in orde zijn
o Visgraatdiagram: helpt je om een probleem/situatie uit te pluizen.
Er zijn 5 M’s waarlangs we dit doen:
Methode
Machine
Mens
Materiaal: grondstof
Management: bepaald een missie of een visie en een
strategie
(Milieu)
Effect
De oorzaak kan dus 1 M zijn!
Voorbeeld: je krijgt een koude kroket vanbinnen, waar is het misgegaan? = mens
- Mens is heel erg van invloed of het proces loopt of niet
Strategische keuzes: leiden tot: (aanvulling boek)
- Een geheel eigen positie van de organisatie in de markt, die niet zomaar te
vergelijken valt met de positie van de concurrenten
- Een duidelijk voordeel ten opzichte van de concurrentie
Organisatiestrategie: gebaseerd op een combinatie van ‘van buiten naar
binnen kijken’ (omgevingsvariabelen) en ‘van binnen naar buiten kijken’ (eigen
kerncompetenties in de waardeketen, waaruit een strategische visie ontstaat)
(aanvulling boek)
- Een strategische visie bestaat uit:
o Het verwachte toekomstbeeld (trends, omgevingsontwikkelingen)
o De ambitie van een onderneming
2
, o De kerncompetenties die nodig zijn voor het realiseren van de
ambitie
o De manier waarop de kerncompetenties verder kunnen worden
uitgewerkt en versterkt
Kerncompetenties: combinaties van kennis, vaardigheden en attitudes die
elkaar versterken en waarmee een onderneming een uniek voordeel aan zijn
afnemers kan bieden (aanvulling boek)
- Kerncompetenties bepalen de kwaliteit
- 4 soorten:
o Marktcompetenties: hebben betrekking op specifieke
marketingvaardigheden, bijvoorbeeld in de vorm van
relatiemanagement en serviceactiviteiten
o Productiecompetenties: komen tot uiting in concepten, zoals Just
in Time-management en Total Quality Management
o Technologiecompetenties: hebben betrekking op de technologie
(kennis) die de organisatie in huis heeft. Deze competenties raken
het hart van de onderneming en zijn voor iedereen anders
o Organisatiecompetenties: hebben betrekking op management-
en organisatiesystemen, zoals management development, opleiding
en training
Proceskwaliteit (LEERDOEL, inzicht in kwaliteit op procesniveau):
- Soort processen:
o Primaire proces/kern proces/operationeel proces: processen
resulterend in een product of dienst voor de externe klant. Het zijn
processen die waarde toevoegen aan een organisatie =
toegevoegde waarde leveren
Toegevoegde waarde: het verschil tussen de verkoopprijs
en de kosten van de ingekochte grondstoffen, hulpstoffen en
diensten van derden
De organisatie wordt beschouwd als een waardeketen = een
aaneenschakeling van opeenvolgende activiteiten gericht op
een bepaald doel
Primaire activiteiten: activiteiten waaraan de onderneming
haar bestaansrecht ontleent
Hier wilt de klant voor betalen
Productiebedrijf: inkoop, productie, verkoop (zie
onderstaande aantekening)
Dienstverleningsbedrijf: intake, behandeling, nazorg
Bijvoorbeeld: onderwijs
o Secundaire processen/ondersteunende processen: processen
die producten voortbrengen die essentieel zijn voor het effectief
uitvoeren van het primaire proces, maar geen directe waarde
toevoegen
3
, Het zijn dienstverlenende activiteiten die kosten veroorzaken
Zijn niet verantwoordelijk voor de kwaliteit die de
eindgebruiker bereikt, maar dragen hier wel aan bij
Management: deze taken zoveel mogelijk uitbesteden =
outsourcing
Valt onder lean en mean-productie
Bijvoorbeeld: roosters
o Tertiaire processen:
Besturingsprocessen: processen die omstandigheden
creëren waaronder de ondersteunende en primaire processen
kunnen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld plannen,
controleren, evalueren en bijsturen)
Bijvoorbeeld: planning
Verbeterprocessen: processen die gericht zijn op het
verbeteren van de kwaliteit van (delen van) de organisatie
(niet waarde toevoegend)
Financiële processen: vallen onder de organisatorische
infrastructuur en hebben een belangrijke rol (niet waarde
toevoegend)
Verbetermanagement:
- Hangt samen met de PDCA-cyclus:
o Plan: een plan maken om je proces te verbeteren
o Do: het plan uitvoeren
o Check: controleren of datgene wat je wilde verbeteren ook echt
verbetert is
o Act: waarom is het niet goed gegaan? je gaat weer naar ‘plan’
Kwaliteitsverbetering:
- Primaire processen:
o Inkoop
Inkoop in het primaire proces:
Continuïteit van het bedrijfsproces
o Bijvoorbeeld de beschikbaarheid van de
producten voor de inkoopafdeling
Maximale reductie van de verwerkingsprocesgebonden
kosten
o Materiaalgebonden kosten verlagen
o Kosten uit onzekerheden bij de aanvoer verlagen
o Bijvoorbeeld goedkopere grondstoffen
Vermindering van de strategische kwetsbaarheid
o Niet afhankelijk zijn van bepaalde leveranciers
4
Tentamen:
- Kennistoets in periode 3 en in periode 4
- Tentamenstof:
o Hoofdstuk 2 van het boek IKZ Integrale kwaliteitszorg en
verbetermanagement.
o Alle PowerPointpresentaties van de lessen en de lessen zelf.
o Uitgereikte en of opgegeven literatuur, artikelen en opdrachten.
OW 3.1 – Introductie kwaliteit:
- Leerdoel: Uitleggen waarom kwaliteit in een food productiebedrijf zo
belangrijk is
Waar plaats je de kwaliteitsafdeling:
- Kan in een organogram worden geplaatst onder productie
- Kan in een organogram worden geplaatst als stafafdeling
Wat is kwaliteit?
- Van grondstof naar eindproduct
- Voedselveiligheid
o Chemische, fysische en microbiologische gevaren
Chemisch gevaar: bijvoorbeeld rans worden van een product
Fysisch gevaar: iets in je eten, bijvoorbeeld muizenkeutels of
glas
Microbiologisch: bacteriën, schimmels
- Kwaliteit
o Bijvoorbeeld sensorische kwaliteit
- Voedselveiligheidssystemen
- Certificering
Kwaliteitsaspecten:
- Per persoon verschillend
- Ieder heeft er een eigen belang bij
- Alle belanghebbenden hebben een ander beeld van wat belangrijkheid is
bij kwaliteit
- 3 kernwoorden van kwaliteit
o Proces: bijvoorbeeld HACCP
o Systeem: bijvoorbeeld wetgeving, dit bepaalt wat een bedrijf moet
doen, zodat er geen onveilige of ziekmakende producten op de
markt komen
o Product: de veiligheid van het product
1
,Productkwaliteit:
- Bij de kwaliteit van het product is er aandacht voor:
o Productspecificaties
o Service
o Garantie en klachten
o Wensen en eisen klant
o Afnemers en gebruikers
- Productkwaliteit kan niet zonder proceskwaliteit
- Om een bepaalde productkwaliteit te bereiken moet de kwaliteit op
procesniveau in orde zijn
o Visgraatdiagram: helpt je om een probleem/situatie uit te pluizen.
Er zijn 5 M’s waarlangs we dit doen:
Methode
Machine
Mens
Materiaal: grondstof
Management: bepaald een missie of een visie en een
strategie
(Milieu)
Effect
De oorzaak kan dus 1 M zijn!
Voorbeeld: je krijgt een koude kroket vanbinnen, waar is het misgegaan? = mens
- Mens is heel erg van invloed of het proces loopt of niet
Strategische keuzes: leiden tot: (aanvulling boek)
- Een geheel eigen positie van de organisatie in de markt, die niet zomaar te
vergelijken valt met de positie van de concurrenten
- Een duidelijk voordeel ten opzichte van de concurrentie
Organisatiestrategie: gebaseerd op een combinatie van ‘van buiten naar
binnen kijken’ (omgevingsvariabelen) en ‘van binnen naar buiten kijken’ (eigen
kerncompetenties in de waardeketen, waaruit een strategische visie ontstaat)
(aanvulling boek)
- Een strategische visie bestaat uit:
o Het verwachte toekomstbeeld (trends, omgevingsontwikkelingen)
o De ambitie van een onderneming
2
, o De kerncompetenties die nodig zijn voor het realiseren van de
ambitie
o De manier waarop de kerncompetenties verder kunnen worden
uitgewerkt en versterkt
Kerncompetenties: combinaties van kennis, vaardigheden en attitudes die
elkaar versterken en waarmee een onderneming een uniek voordeel aan zijn
afnemers kan bieden (aanvulling boek)
- Kerncompetenties bepalen de kwaliteit
- 4 soorten:
o Marktcompetenties: hebben betrekking op specifieke
marketingvaardigheden, bijvoorbeeld in de vorm van
relatiemanagement en serviceactiviteiten
o Productiecompetenties: komen tot uiting in concepten, zoals Just
in Time-management en Total Quality Management
o Technologiecompetenties: hebben betrekking op de technologie
(kennis) die de organisatie in huis heeft. Deze competenties raken
het hart van de onderneming en zijn voor iedereen anders
o Organisatiecompetenties: hebben betrekking op management-
en organisatiesystemen, zoals management development, opleiding
en training
Proceskwaliteit (LEERDOEL, inzicht in kwaliteit op procesniveau):
- Soort processen:
o Primaire proces/kern proces/operationeel proces: processen
resulterend in een product of dienst voor de externe klant. Het zijn
processen die waarde toevoegen aan een organisatie =
toegevoegde waarde leveren
Toegevoegde waarde: het verschil tussen de verkoopprijs
en de kosten van de ingekochte grondstoffen, hulpstoffen en
diensten van derden
De organisatie wordt beschouwd als een waardeketen = een
aaneenschakeling van opeenvolgende activiteiten gericht op
een bepaald doel
Primaire activiteiten: activiteiten waaraan de onderneming
haar bestaansrecht ontleent
Hier wilt de klant voor betalen
Productiebedrijf: inkoop, productie, verkoop (zie
onderstaande aantekening)
Dienstverleningsbedrijf: intake, behandeling, nazorg
Bijvoorbeeld: onderwijs
o Secundaire processen/ondersteunende processen: processen
die producten voortbrengen die essentieel zijn voor het effectief
uitvoeren van het primaire proces, maar geen directe waarde
toevoegen
3
, Het zijn dienstverlenende activiteiten die kosten veroorzaken
Zijn niet verantwoordelijk voor de kwaliteit die de
eindgebruiker bereikt, maar dragen hier wel aan bij
Management: deze taken zoveel mogelijk uitbesteden =
outsourcing
Valt onder lean en mean-productie
Bijvoorbeeld: roosters
o Tertiaire processen:
Besturingsprocessen: processen die omstandigheden
creëren waaronder de ondersteunende en primaire processen
kunnen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld plannen,
controleren, evalueren en bijsturen)
Bijvoorbeeld: planning
Verbeterprocessen: processen die gericht zijn op het
verbeteren van de kwaliteit van (delen van) de organisatie
(niet waarde toevoegend)
Financiële processen: vallen onder de organisatorische
infrastructuur en hebben een belangrijke rol (niet waarde
toevoegend)
Verbetermanagement:
- Hangt samen met de PDCA-cyclus:
o Plan: een plan maken om je proces te verbeteren
o Do: het plan uitvoeren
o Check: controleren of datgene wat je wilde verbeteren ook echt
verbetert is
o Act: waarom is het niet goed gegaan? je gaat weer naar ‘plan’
Kwaliteitsverbetering:
- Primaire processen:
o Inkoop
Inkoop in het primaire proces:
Continuïteit van het bedrijfsproces
o Bijvoorbeeld de beschikbaarheid van de
producten voor de inkoopafdeling
Maximale reductie van de verwerkingsprocesgebonden
kosten
o Materiaalgebonden kosten verlagen
o Kosten uit onzekerheden bij de aanvoer verlagen
o Bijvoorbeeld goedkopere grondstoffen
Vermindering van de strategische kwetsbaarheid
o Niet afhankelijk zijn van bepaalde leveranciers
4