Bestuur – Oefentoets
- Vragen 1 t/m 23 zijn alle reproductievragen.
ste
Bestuurlijke kaart van Nederland (8 druk) - Vragen 24 t/m 30 zijn vragen met betrekking
op de actualiteit.
1) Wat houdt Trias Politica in?
a. Een scheiding tussen kerk en staat. De wetgevende macht, uitvoerende macht en
rechtsprekende macht wordt uitgevoerd door drie verschillende partijen.
b. Trias Politica is een economisch model waarbij drie sectoren – landbouw, industrie en
dienstverlening – de verdeling van de nationale welvaart bepalen.
c. Trias Politica beschrijft een ziekte die drie verschillende stadia heeft van milde
symptomen tot ernstige gevolgen.
d. Trias Politica is een sociaal contract waarin wordt afgesproken dat drie politieke partijen
samen de macht zullen delen in de regering.
2) Welke kenmerken heeft een staat?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
a. Een staat moet altijd een koninklijk huis hebben.
b. Een staat moet een bevolking hebben.
c. Een staat moet erkend worden door andere staten.
d. Een staat is alleen geldig als het minstens twee verschillende talen spreekt.
3) Wat is een soevereine staat?
a. Een soevereine staat is een land zonder grenzen, waar iedereen vrij kan in- en uitreizen
zonder paspoort of controle.
b. Een soevereine staat is een staat die onder toezicht staat van meerdere andere landen
en geen eigen beslissingen mag nemen.
c. Een soevereine staat is een onafhankelijke staat die in het internationale recht gelijk is
aan alle andere staten.
d. Een soevereine staat is een land dat geen eigen taal of cultuur heeft en volledig
afhankelijk is van de cultuur van andere landen.
, 4) Welke uitspraak is van toepassing op Nederland?
a. Nederland is een dictatuur.
b. Nederland is een constitutionele monarchie.
c. Nederland is een republiek.
d. Nederland is een monarchie.
5) Welke twee principes kent het parlementaire stelsel?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
a. Ministeriële verantwoordelijkheid
b. Absolute macht van de minister-president
c. Erfelijke opvolging van parlementsleden
d. Levenslange benoeming van parlementsleden
e. De vertrouwensregel
f. Alle wetten moeten door het leger worden goedgekeurd.
6) Wat is een belangrijk kenmerk van een rechtsstaat?
a. De overheid kan naar eigen inzicht wetten aanpassen zonder controle.
b. Er is een scheiding van machten tussen de wetgevende, uitvoerende en
rechtsprekende macht.
c. De media staan onder toezicht van de overheid om burgers te beschermen.
d. Er worden verkiezingen gehouden, maar het resultaat staat altijd vast.
7) Waarom is samenwerken in het Huis van Thorbecke belangrijk?
a. Omdat hogere bestuurslagen altijd beter weten wat er bij de mensen speelt.
b. Omdat problemen vaak alleen binnen de grenzen van één gemeente oplossen.
c. Omdat het zorgt voor een duidelijke taakverdeling tussen de verschillende
bestuurslagen.
d. Omdat lagere bestuurslagen geen verantwoordelijkheid hebben voor problemen buiten
hun gemeente.